6. Problemen oplossen
Wanneer zich problemen met het systeem voordoen, dient u deze probleemoplossingsgids te
raadplegen om de oorzaak te achterhalen en het probleem te verhelpen.
Probleem
Geen livebeeld op
het scherm, maar
gebruikersinterface
is aanwezig op het
scherm, of het beeld
is vastgelopen.
Slechte
beeldkwaliteit.
Geen of verminder-
de afzuigcapaciteit
of endoscopisch
accessoire lastig via
het werkkanaal in te
brengen.
Mogelijke oorzaak
De endoscoop is niet op het
compatibele weergaveapparaat
aangesloten.
Het weergaveapparaat en de
endoscoop hebben
communicatieproblemen.
De endoscoop is beschadigd.
Er wordt een opgenomen beeld
op het scherm van het weerga-
veapparaat weergegeven.
Bloed, speeksel enz. op de lens
(distale tip).
Het werkkanaal is geblokkeerd.
De afzuigpomp is niet
ingeschakeld of niet
aangesloten.
De afzuigknop is beschadigd.
Endoscopisch accessoire in
werkkanaal ingebracht
toepassing bij geen of
verminderde afzuigcapaciteit).
Buigstuk niet in neutrale stand.
Zacht endoscopisch accessoire
moeilijk door de poort van het
werkkanaal te halen.
Aanbevolen actie
Sluit een endoscoop aan op
de blauwe poort van het
weergaveapparaat.
Start het weergaveapparaat
opnieuw.
Vervang de endoscoop door
een nieuwe.
Keer terug naar het livebeeld
op het weergaveapparaat.
Als het object niet duidelijk
zichtbaar is, reinigt u de
distale tip.
Trek de endoscoop terug en
reinig het werkkanaal met een
reinigingsborstel of spoel het
werkkanaal met een steriele
zoutoplossing door met
behulp van een spuit. Gebruik
de afzuigknop niet bij het
instilleren van vloeistoffen.
Schakel de pomp in en
controleer de aansluiting van
de afzuigslang.
Maak een nieuwe endoscoop
gereed.
Verwijder endoscopisch
(van
accessoire.
accessoire de juiste
afmetingen heeft.
Plaats buigstuk in de
neutrale stand.
Gebruik het meegeleverde
inbrengapparaat.
Controleer of het
135