(2) Functie van alarmering (zoemer en verklikkerlampen)
1) De alarmzoemer klinkt als een van de verklikkerlampen aan gaat (met uitzondering van het laadstroomlampje).
2) Verklikkerlampen gaan aan als de zenders (schakelaars) een abnormale waarde constateren
terwijl de motor draait. De verklikkerlampen in de displayset op het instrumentenpaneel zijn uit
bij normaal bedrijf, maar ze gaan aan als zich iets voordoet dat ongewoon is: durante el
funcionamiento normal, pero se encienden cuando sucede una anormalidad:
1
Laadstroomsignaal
BATTERY
CHARGE
2
Koelwatersignaal
C.WATER
TEMP
3
Smeeroliedruksignaal
LUB.OIL
PRESS.
4
Signaal voor brandstoffilter aftappen
FUEL
FILTER
5
Olieniveausignaal van de tandwielkast in de hekaandrijving
GEAR
OIL
Aanjaagdruksignaal
6
BOOST
(3) Werking van de signalering
Als u het contactslot aanzet, reageert de signaleringsapparatuur als volgt:
1) Contactsleutel naar ON draaien:
1 Alarmzoemer klinkt
2 De verklikkerlampen ACCU CHARGE en LUB. OIL PRESS. gaan aan. De verklikkerlampen
C.WATER TEMP, FUEL FILTER, GEAR OIL en BOOST blijven uit.
(Noot)
Als de zoemer en de verklikkerlampen reageren als hierboven, functioneert alles
normaal.
2) Als u het contactslot naar START draait om de motor te starten en de sleutel terugkeert
naar ON nadat de motor is aangeslagen:
1 De alarmzoemer houdt op.
2 Alle verklikkerlampen gaan uit. Maak er een gewoonte van de verklikkerlampen te
controleren nadat de motor is aangeslagen. Neem contact op met uw dealer als ze niet
normaal werken.
De lamp gaat aan als de accu niet geladen wordt. De alarmzoemer klinkt
niet. Controleer of de V-snaar van de dynamo gebroken is.
Deze lamp gaat aan als het koelwater te warm is koelwater. Controleer het
waterniveau in de subtank en in de koelwatertank en ook de uitstroom van
het zeekoelwater.
De lamp gaat aan als de smeeroliedruk van de motor daalt. Controleer het
niveau van de motorolie.
De lamp gaat aan als de hoeveelheid bezinksel te groot wordt in de
waterafscheider, die zich onder aan het brandstoffilter bevindt. Verwijder het
bezinksel uit de waterafscheider.
De lamp gaat aan als het olieniveau in de tandwielkast van de
hekaandrijving onder het gespecificeerde niveau zakt. Controleer de
hoeveelheid olie in de hekaandrijving.
De lamp gaat aan als de aanjaagdruk van de inlaatlucht (inlaatluchtdruk van
de turbocompressor) te hoog wordt.
_
_
20