6 Controleer de rubberslang die de subtank
verbindt met de zoetwatertank. Als de slang
niet waterdicht is, verbruikt de motor veel
koelwater.
Rubberslang
Zoetwatertank
Bovenste
vulgrens
Onderste
vulgrens
3.6 Tornen
Als u de motor voor de eerste keer gaat gebruiken of als hij lange tijd buiten bedrijf is geweest, moet
u de motor met de hand tornen (doordraaien) om de olie gelijkmatig over alle onderdelen te verdelen.
Door een langdurig opgeslagen motor niet voor de start te tornen loopt u het risico dat de motor
vastloopt omdat er na lange stilstand geen olie meer aanwezig is op de bewegende onderdelen.
1 Open de huidafsluiter (optioneel).
2 Zet de keerkoppeling in zijn vrij (NEUTRAL).
3 Torn de motor een paar slagen.
Druk de stopknop in om de brandstoftoevoer
uit te schakelen tijdens het tornen.
1) Steek de sleutel in het contactslot.
2) Terwijl u de stopknop ingedrukt houdt,
draait u de sleutel naar de stand START en
houdt u hem daar vast.
De motor begint te draaien.
Als u uw vinger van de stopknop haalt, zal
de motor starten; doe dit niet!
4 Laat de motor ongeveer 5 seconden
doordraaien om te luisteren naar ongewone
geluiden.
5 Draai de sleutel weer terug naar de stand
OFF(UIT). De motor houdt op te draaien.
Dop
_
_
30
Neutral (vrij)
Neutral (vrij)
MT-3
Stopknop
Startschakelaar
START : START
OFF : UIT
GLOW : gloeien
Vuldop
MV
Bedrijfsstand
Startpositie
ON : AAN
STOP : STOP