3.
Controleer of de verbindingshaak (A) van de gereedschapslijn goed aan het bevestigingspunt van uw gereedschap
is bevestigd. Bevestig de andere verbindingshaak (B) van de gereedschapslijn aan een D-ring aan de zijkant van uw
volledig lichaamsharnas.
3.6
dE sINGELBANdKLEm INsTALLEREN: De singelbandklem kan worden gebruikt om een slachtoffer van een val die aan
een reddingslijn van touw of singelband hangt in veiligheid te brengen. Zie Afbeelding 20 ter referentie. De singelbandklem
installeren:
1.
Demonteer de singelbandklem. Verwijder eerst de borgpen. Verwijder vervolgens de hendel van de singelbandklem.
2.
Zet de singelbandklem weer in elkaar rondom de reddingslijn. Beweeg eerst de hendel van de singelbandklem naar
boven toe, met de schoen stevig tegen de reddingslijn aan. Plaats vervolgens de borgpen weer terug. Controleer of
de singelbandklem met de hendel naar boven gericht geïnstalleerd is.
3.
Trek de singelbandklem naar beneden om te controleren of de klem goed vastzit.
4.
Bevestig een van de karabiners aan het uiteinde van het R550 reddings- en ontsnappingsapparaat, aan de hendel
van de singelbandklem. Dit maakt het mogelijk om met behulp van het R550 reddings- en ontsnappingsapparaat
gelijktijdig de aan de singelbandklem bevestigde reddingslijn op te trekken.
3.7
dE RANdBEsCHERmER INsTALLEREN: De randbeschermer kan samen met het R550 reddingsapparaat worden
gebruikt om de reddingslijn van het R550 reddingsapparaat tegen een scherpe rand of hoek te beschermen. Zie
Afbeelding 21 ter referentie. De randbeschermer installeren:
1.A. Rand van een constructie: Wanneer u de randbeschermer op de rand van een constructie installeert, voert u de
reddingslijn (A) van het R550 reddingsapparaat horizontaal over de randbeschermer. De karabiner (B) van de
randbeschermer moet direct achter de randbeschermer aan een verankeringspunt worden bevestigd.
1.B. Laddersport: Wanneer u de randbeschermer op een laddersport installeert, voert u de reddingslijn (A) van het R550
reddingsapparaat verticaal over de randbeschermer. De karabiner (B) van de randbeschermer moet direct achter de
randbeschermer aan een verankeringspunt worden bevestigd, bij voorkeur op de ladder zelf.
2.
Wanneer u de randbeschermer gebruikt, moet u ervoor zorgen dat de reddingslijn recht over de randbeschermer
wordt geleid. Wanneer de reddingslijn onder een bepaalde hoek over de randbeschermer wordt geleid, kan de
reddingslijn van de randbeschermer losraken.
3.8
dE mICROKATROL INsTALLEREN: De microkatrol kan in combinatie met de ankerstroppen worden gebruikt om de
reddingslijn van een gevallen werknemer om te leiden, waardoor de druk wordt verlicht en de werknemer kan worden
gered. Zie Afbeelding 22 ter referentie. De microkatrol installeren:
1.
Installeer de ankerstrop over een balk van de constructie, zoals beschreven in hoofdstuk 3.3. Controleer of de
karabiner (A) goed is bevestigd.
2.
Open de microkatrol (B) door een van de helften horizontaal te draaien. Haal de omgeleide reddingslijn (C) door
de microkatrol.
3.
Sluit de microkatrol (B) rond de reddingslijn (C). Open de karabiner (A) en haal deze door het oog van de microkatrol,
zoals weergegeven in Afbeelding 22.3 en sluit de haak.
4.0
GEBRUIK
4.1
VÓÓR ELK GEBRUIK: Zorg ervoor dat uw werkgebied en persoonlijk systeem voor valbescherming (PFAS) voldoen
aan alle criteria zoals gedefinieerd in hoofdstuk 2 en dat er een formeel reddingsplan aanwezig is. Inspecteer het
R550 reddingssysteem volgens de 'Gebruikers'-inspectiepunten zoals gedefinieerd in het 'Logboek voor inspectie en
onderhoud' (Tabel 2). Gebruik het systeem niet indien inspectie een onveilige of defecte toestand aan het licht brengt.
Stel het systeem buiten gebruik en vernietig het, of neem contact op met 3M aangaande de vervanging of reparatie van
het systeem.
4.2
REddINGsTOEPAssINGEN: Het R550 reddingssysteem kan worden gebruikt voor reddingstoepassingen als wordt
voldaan aan de volgende voorwaarden:
;
Gebruik geen lichaamsgordel met deze apparatuur. Lichaamsgordels steunen niet uw volledige lichaam en u kunt
ernstig verwond geraken.
;
De gebruikers van deze apparatuur moeten in goede lichamelijke conditie zijn. De gebruiker moet in staat zijn om de landing
op te vangen.
;
Draag altijd handschoenen wanneer u de reddingslijn hanteert om de afdalingssnelheid te controleren.
ONTsNAPPING VAN ÉÉN PERsOON ZONdER AssIsTENTIE: Procedures om een afdaling zonder assistentie uit te
voeren met het R550 reddingssysteem zijn als volgt:
Koppel het reddingssysteem aan een volledig lichaamsharnas of een andere lichaamsondersteuning
1.
(Afbeelding 14): het gebruik van een volledig lichaamsharnas of andere lichaamsondersteuning om het gewicht van
de gebruiker te dragen, is voor het R550 reddingssysteem verplicht. Gebruik geen lichaamsgordel met dit apparaat.
Wanneer u een volledig lichaamsharnas gebruikt, verbindt u de karabijnhaak van de reddingslijn aan de D-ring aan het
borstbeen (A) of de D-ring aan de rugkant van het harnas (B). Controleer of de D-ring zo geplaatst is dat de gebruiker
rechtop gehouden wordt. Zie de instructies van de fabrikant van het volledige lichaamsharnas voor meer informatie.
366