3M DBI SALA ROLLGLISS R550 Manual De Instrucciones página 369

Installatie van de kabelklem (5000028) - Zie Afbeelding 18.
3
Installatie van de randbeschermer (3320046) - Zie Afbeelding 21.
4
Installatie van de microkatrol (9514753) - Zie Afbeelding 22.
5
Afdalingslogboek
6
Locatie van gereedschapslijnen (x2), microkatrol en randbeschermer
7
Locatie van reddingsstroppen (3620007 & 3620008, elk x2) en karabiners (2000112, x4)
8
Locatie van gereedschapslijnen (x2), touwklem en kabelklem
9
5.0 INSPECTIE
5.1 INsPECTIEFREQUENTIE: Het R550 reddingssysteem moet worden geïnspecteerd volgens de in hoofdstuk 1 vermelde
intervallen. Bovendien moet het R550 reddingssysteem om de vijf jaar naar een erkend servicecentrum worden gestuurd
voor inspectie en onderhoud. De inspectieprocedures zijn beschreven in het 'Logboek voor inspectie en onderhoud'
(Tabel 2). Inspecteer alle overige onderdelen van het valbeschermingssysteem volgens de frequenties en procedures
zoals beschreven in de betreffende instructies van de fabrikant.
;
Inspectie vochtbestendige koffer: Als het R550 reddingssysteem voor de olie- en gasindustrie continu wordt
opgeslagen in een vochtbestendige koffer (zie Afbeelding 17), zijn maandelijkse en jaarlijkse inspecties niet nodig
en kan het apparaat met tussenpozen van maximaal tien jaar naar een erkend servicecentrum worden gestuurd.
Naast inspectie voorafgaand aan ieder gebruik moet de vochtigheidsindicator op de koffer (zie Afbeelding 17) jaarlijks
worden geïnspecteerd en moeten de datum en initialen van de controleur worden geregistreerd op het label voor
kofferinspectie. Als de vochtigheidsindicator een waarde van 60 of hoger aangeeft (cirkelsectorindicator), moet de
koffer uit dienst worden genomen en de inhoud worden geïnspecteerd volgens de in Tabel 2 weergegeven procedure.
5.2 dEFECTEN: Indien uit inspectie een onveilige of gebrekkige staat blijkt, dient u de R550 reddingssysteem onmiddellijk
buiten gebruik stellen. Probeer niet om het reddingssysteem te repareren.
5.3 GEBRUIKsdUUR VAN HET PROdUCT: De functionele levensduur van het reddingssysteem wordt bepaald door de
werkomstandigheden en het onderhoud. Zolang het product bij inspectie aan de criteria voldoet, kan het in gebruik blijven.
5.4 RFId-LABEL: Een aantal componenten van het R550 reddingssysteem voor de olie- en gasindustrie zijn uitgerust
met RFID-labels (Radio Frequency Identification). RFID-labels voor het R550 reddingssysteem kunnen worden gebuikt
in combinatie met de draagbare lezer van i-Safe en het webportaal voor het vereenvoudigen van de inspectie en
inventariscontrole en biedt logboekmogelijkheden voor uw valbeschermingsapparatuur. Zie Afbeelding 25 voor de locaties
van de RFID-labels op het R550 reddingssysteem voor de olie- en gasindustrie.
6.0 ONDERHOUD, SERVICE, OPSLAG
6.1 REINIGEN: Reinig periodiek de metalen onderdelen van het R550 reddingssysteem met een zachte borstel, warm water
en een milde zeepoplossing. Zorg ervoor dat de onderdelen grondig worden gespoeld met schoon water.
6.2 ONdERHOUd: Alleen 3M of partners die hiervoor schriftelijk door 3M zijn geautoriseerd, mogen deze apparatuur
repareren. Als het R550 reddingssysteem heeft blootgestaan aan valkrachten of als bij inspectie een onveilige of defecte
toestand wordt geconstateerd, dient u het harnas onmiddellijk buiten gebruik te stellen. Stel het systeem buiten gebruik
en vernietig het, of neem contact op met 3M aangaande de vervanging of reparatie van het systeem.
6.3 OPsLAG EN TRANsPORT: Bewaar en vervoer het R550 reddingssysteem voor de olie- en gasindustrie in een
koele, droge, schone omgeving, uit de buurt van direct zonlicht, wanneer deze niet wordt gebruikt. Vermijd plekken
waar chemische dampen kunnen voorkomen. Inspecteer de onderdelen grondig na een langdurige opslag. Als
het R550 reddingssysteem niet in een geschikte omgeving kan worden opgeslagen, moet er voor de opslag een
vochtbestendige koffer worden gebruikt.
;
Afdalingsapparaten die op een werkplek zijn geïnstalleerd en op hun plek blijven tussen de inspecties, moeten
adequaat beschermd worden tegen milieu-invloeden.
7.0 LABELS
Afbeelding 26 en 27 tonen de labels op de apparatuur van het R550 reddingssysteem voor de olie- en gasindustrie. Afbeelding
26 toont de locaties van de labels en Afbeelding 27 toont de bijbehorende labels. Labels moeten worden vervangen wanneer ze
niet volledig leesbaar zijn. Elk label bevat de volgende informatie:
A) De reddingslijn moet recht door de randbeschermer worden geleid.
A
B) Lees alle gebruikersinstructies.
C) Maximaal twee gebruikers
D) Maximale capaciteit 280 kg (620 lbs)
E) Uitsluitend voor reddingsoperaties.
F) Onderdeelnummer product
369