Hartelijk dank dat u hebt gekozen voor een helm van CASCO. Ski- en snowboardhelmen behoren tot
de persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM categorie 2: standaardbescherming tegen mechanische
risico's) en helpen hoofdletsel door ongevallen bij het skiën en snowboarden te voorkomen of tenminste
aanzienlijk te beperken. Neem even de tijd voor de volgende aanwijzingen en de instelling van uw helm.
Het is voor uw eigen veiligheid en voor een optimaal draagcomfort.
Toelichting bij de pictogrammen binnen in de helm:
grootte
gewicht
productiedatum
XX
Ski- en snowboardhelm
1. De beschermingsklassen volgens EN 1077
Helmen van klasse A en klasse B zijn geschikt voor alpineskiërs, snowboarders en soortgelijke
groepen. De helmen van klasse A bieden relatief meer bescherming.
Helmen van klasse B kunnen betere ventilatie en gehoor bieden, maar beschermen een kleiner
deel van het hoofd en zijn minder schokbestendig.
De beschermingsklasse is vermeld op het etiket in de helm. De helm voldoet aan de volgens de
norm vereiste schokdemping, losraakveiligheid en belastbaarheid van riemen en sluiting.
2. De juiste helmmaat kiezen
Een CASCO helm kan u alleen beschermen wanneer hij goed past. Meet de omtrek van uw hoofd
op het breedste punt en kies dan de passende helmmaat. De maataanduiding (in cm) van de
CASCO helmen vindt u op het etiket in de helm.
De helm moet veilig en comfortabel aanvoelen op het hoofd. Om de pasvorm verder te verbeteren,
kunt u het ingebouwde instelsysteem gebruiken.
3. Aanpassen van het maatinstelsysteem
Een goede pasvorm is een voorwaarde voor een optimale bescherming. Daarom is uw helm uitge-
rust met een instelmogelijkheid voor het aanpassen van de hoofdring aan de omtrek van uw hoofd
(DISK-FIT-VARIO-SYSTEEM). Door de draaisluiting aan de nekzijde naar links te draaien, wordt
de hoofdring groter resp. losser. Door rechtsom te draaien (met de klok mee), wordt de hoofdring
traploos nauwer ingesteld (afb. 1).
Voor een nog betere pasvorm kan het Disk-Fit-Vario-systeem ook in het hoogte worden versteld.
Dit gebeurt met drukknoppen in de helm of met een vastkliksysteem dat naar boven en beneden
kan worden getrokken (afb. 2).
4. De juiste helmpositie
Zet de helm altijd recht op het hoofd, zodat uw voorhoofd beschermd is maar uw zicht niet wordt
beperkt. De helm mag niet naar achteren verschoven op het hoofd zitten (afb. 3).
goed
fout
5. Stevige zit
Door met een geopende kinband lichtjes met het hoofd te schudden kan worden bepaald of de
helm stevig zit. De positie van de helm mag daarbij niet veranderen. Een optimale pasvorm is
nodig voor een volledige beschermende werking van de helm.
6. Rieminstelling
Uw CASCO helm beschikt over een rieminstelsysteem met een steeksluiting. Wanneer deze
eenmaal is ingesteld, kan hij zonder verdere instellingen snel geopend en gesloten worden. Nadat
32
u de helm hebt ingesteld op de grootte van uw hoofd, zet u de helm op in de juiste positie (afb. 3)
en sluit u de steeksluiting (afb.4)
HELMEN MET 3-PUNTS RIEMEN:
Sluit de steeksluiting en span de kinband tot deze comfortabel onder uw kin zit. Het losse eind
van de riem steekt u door de rubberen O-ring.
HELMEN MET RIEMKOORDEN:
De riemkoorden moeten nauwsluitend, maar nog wel comfortabel, een vingerbreedte onder uw
oren liggen (afb. 5).
Span de kinband door gelijkmatig aan het losse bandeinde te trekken tot de kinband nauwslu-
itend is aangebracht.
Als laatste kan de positie van de kinband worden ingesteld (afb.6). Hiertoe de schroef
losdraaien, de kinband op een comfortabele positie plaatsen en vastzetten door de schroef aan
te draaien.
Om de steeksluiting te openen de twee randen ervan samendrukken (afb. 4).
7. Controle van de pasvorm
Controleer voordat u de helm gebruikt of deze goed zit en de kinband strak genoeg zit. Probeer
met beide handen de helm naar links en naar rechts te draaien. Als de helm goed past, beweegt
de huid op het voorhoofd mee; als dit niet gebeurt zit de helm te los. Ga dan terug naar punt 2.
Probeer met beide handen de helm zo ver mogelijk naar voren en naar achteren te duwen. Doe
dit zorgvuldig. Het is belangrijk. Als u de helm zo ver zijwaarts of naar voren kunt duwen dat uw
gezichtsveld gehinderd wordt, of zo ver naar achteren dat uw voorhoofd vrij komt, dan zit de helm
niet goed. Herhaal punten 5-6 tot de helmbeweging gering is.
LET OP!
Als u de helm niet zodanig kunt aanpassen dat deze met gesloten riemen slechts een beetje
naar voren of naar achteren kan worden geduwd, DIENT U DEZE HELM NIET TE GEBRUI-
KEN! Vervang de helm dan door een kleinere of door een ander model van de CASCO-lijn.
Maak een proefritje.
Wanneer de helm goed is aangepast en de riemen goed zijn afgesteld, maakt u een proefritje.
Let op het draagcomfort en hoe de helm zit tijdens de rit. Stel eventueel de riemen en de kinband
nogmaals af om het draagcomfort te verbeteren.
8. Oogbescherming
HELMEN MET MAGNETISCHE BRILADAPTER:
Sommige CASCO ski-/snowboard-helmmodellen zijn uitgerust met speciale adapters voor
het gebruik van Magnetlink-skibrillen. Wanneer deze niet worden gebruikt, kunnen ze met
doppen worden afgedekt. Geen beperking voor conventionele skibrillen met een elastische
band. Bij gebruik van de MagnetLink-bril deze aan een zijde vastklikken op de helm voordat u
hem opzet. Daartoe de magneet op de bril op de adapter van de helm leggen. Het vastklikken
gebeurt vanzelf. Daarna de helm opzetten. Als de helm goed zit, kan de tweede brilmagneet op
dezelfde manier op de helm worden aangebracht.
HELMEN MET SNOWmask of SPEEDmask:
Sommige CASCO ski-/snowboard-helmmodellen zijn geschikt voor het gebruik van CASCO
SNOW/SPEEDmasks of worden geleverd met CASCO SNOW/SPEEDmasks. Voordat de helm
wordt opgezet, moet eerst het CASCO SNOW/SPEEDmask omhoog worden geschoven en in
het vastkliksysteem worden vastgezet (afb. 7). Voor het vervangen van het CASCO SNOW/
SPEEDmask moeten de drukknoppen in de helm voorzichtig worden losgemaakt. Daarna kan
het CASCO SNOW/SPEEDmask worden verwijderd door de drukknop naar buiten te duwen via
de openingen aan de zijkanten (afb. 8).
33