2.2.8 Optionele orale adapter en orale slangen
Als plaatsing in de hals niet mogelijk is voor u vanwege een gevoelige hals of
overmatig zoemen, kunt u de orale adapter gebruiken. (2.3.4 Plaatsing/gebruik
van de orale adapter/slang)
2.2.9 Richtlijnen voor gebruik ter demonstratie
Waarschuwing!
De orale adapter, de orale slang en de geluidsadapter zijn uitsluitend bestemd
voor gebruik bij één patiënt en mogen niet tussen patiënten worden hergebruikt.
Voorzorgsmaatregelen!
Voer na elk gebruik bij patiënten en het gebruik ter demonstratie onderhoud uit
aan het hulpmiddel in overeenstemming met de onderhoudsinstructies.
• Het gebruik ter demonstratie dient om vast te stellen of de patiënt geschikt is
voor het hulpmiddel.
• Gebruikers dienen handschoenen te dragen of de handen te reinigen
en te ontsmetten met isopropylalcohol (IPA) of een ander geschikt
ontsmettingsmiddel.
• De geluidsadapter (A) (inclusief de geluidsknop en schuimring) moet na
elk gebruik bij een patiënt worden vervangen en weggegooid (2.3.2 De
geluidsadapter vervangen).
• Het hulpmiddel moet voor en na elke patiënt worden afgenomen, in
overeenstemming met 2.3.1 Onderhoud aan het hulpmiddel uitvoeren.
2.3 Onderhoud en vervanging van onderdelen
2.3.1 Onderhoud aan het hulpmiddel uitvoeren
• De gebruiker is verantwoordelijk voor het onderhoud. Na elk gebruik moet
onderhoud worden uitgevoerd.
• Neem het hulpmiddel af met een schone, droge doek of, indien nodig, een
licht bevochtigde doek (niet doorweekt). Gebruik water met milde zeep of
isopropylalcohol 50-75%.
• Zorg ervoor dat er geen vocht in het hulpmiddel komt.
• Gebruik geen elektrische of sprayreinigers.
2.3.2 De geluidsadapter vervangen (afbeelding 5)
Neem voor vervangende geluidsadapters contact op met uw plaatselijke
vertegenwoordiger.
1. Neem het hulpmiddel af in overeenstemming met 2.3.1. Onderhoud. Oefen
lichte druk uit en neem de aan-uitknop af met een (rond)draaiende beweging.
Neem, nadat de behuizing is afgenomen, ook het geluidsadapterkapje af, maar
zorg ervoor dat u niet te veel druk uitoefent, waardoor de bovenste geluidsknop
zou kunnen losraken.
2. Verwijder de geluidsadapter door deze los te schroeven.
3. Zorg ervoor dat de afstandsring van de geluidsadapter (B) nog altijd geplaatst
is. Vervang deze als hij kapot is of ontbreekt voordat u de nieuwe geluidsadapter
(A) (TTE/P) plaatst (zie 2.3.3 De afstandsring voor de geluidsadapter toevoegen/
verwijderen).
4. Plaats een nieuwe geluidsadapter (A).
Voorzorgsmaatregelen: Verwijder het siliconenmembraan onder de geluidsadapter
niet. Het siliconenmembraan moet in de groef op de stang van de spoel/stelaandrijving
worden geborgd. (Afbeelding 3)
Voorzorgsmaatregelen: Draai de spoel/stelaandrijving niet. De draden dienen
soepel rond de spoel/stelaandrijving te lopen. (Afbeelding 3)
28