3) Ontlast het prothesebeen vervolgens in deze positie (schredestand) en houd het stil.
→ Door middel van een piep- en trilsignaal wordt bevestigd dat het bewegingspatroon is her
kend.
INFORMATIE: Wanneer er geen piep- of trilsignaal klinkt of afgegeven wordt, is bij
het wippen niet aan de voorwaarden gedaan. Het zou ook kunnen dat de Mute-
modus (stille modus) is geactiveerd. Nadere informatie over de Mute-modus is te
vinden in het hoofdstuk "Mute-modus" (stille modus) (zie pagina 365).
4) Houd na het piep- en trilsignaal het prothesebeen 1 seconde gestrekt en stil.
→ Er klinkt een bevestigingssignaal om aan te geven dat er met succes is omgeschakeld naar de
betreffende MyMode (2 keer = MyMode 1, 3 keer = MyMode 2).
INFORMATIE: Als dit bevestigingssignaal niet wordt gegeven, is het been met de pro
these niet correct stilgehouden of is de Mute-modus (stille modus) geactiveerd. Her
haal de procedure op de juiste manier om alsnog om te schakelen. Nadere informatie
over de Mute-modus is te vinden in het hoofdstuk "Mute-modus" (stille modus) (zie
pagina 365).
9.3 Vanuit een MyMode terugschakelen naar de basismodus
Informatie over het omschakelen
•
Ongeacht de configuratie van de MyModes in de instelsoftware is het altijd mogelijk met een
bewegingspatroon terug te schakelen naar de basismodus (modus 1).
•
Door aansluiten/loskoppelen van de acculader kan er op elk gewenst moment worden terug
geschakeld naar de basismodus (modus 1).
•
Controleer voor het zetten van de eerste stap altijd of de gekozen modus staat voor de
gewenste beweging.
Voorwaarden voor het met succes omschakelen via bewegingspatronen
Voor een succesvolle omschakeling moeten de volgende punten in acht worden genomen:
•
Zet het prothesebeen iets naar achteren (schredestand) en wip met gestrekt been op de voor
voet. Houd daarbij voortdurend contact met de grond.
•
Tijdens het wippen moet de voorvoet belast worden.
•
De voorvoet mag bij het ontlasten niet volledig worden ontlast.
Omschakelen
≥3x
ð
1) Zet het prothesebeen iets naar achteren (schredestand).
2) Wip minimaal 3 keer of vaker op de voorvoet. Houd hierbij voortdurend met gestrekt been
contact met de grond.
3) Ontlast het prothesebeen vervolgens in deze positie (schredestand) en houd het stil.
→ Door middel van een piep- en trilsignaal wordt bevestigd dat het bewegingspatroon is her
kend.
INFORMATIE: Wanneer er geen piep- of trilsignaal klinkt of afgegeven wordt, is bij
het wippen niet aan de voorwaarden gedaan. Het zou ook kunnen dat de Mute-
modus (stille modus) is geactiveerd. Nadere informatie over de Mute-modus is te
vinden in het hoofdstuk "Mute-modus" (stille modus) (zie pagina 365).
4) Houd na het piep- en trilsignaal het prothesebeen 1 seconde gestrekt en stil.
1x
ð
+
1s
1x
1x
ð ð
1x
ð
þ
Basismodus
+
369