Publicidad
Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
NL
Wanneer het externe verwarmingsluchtkanaal op de verwarmer wordt aangesloten, mag de kanaaldiameter
niet kleiner zijn dan 85 mm. Het materiaal van de kabel moet bestand zijn tegen een temperatuur van 130°C.
De maximale drukval tussen de inlaat- en uitlaatzijde van het luchtverwarmingssysteem mag niet groter zijn
dan 0,151 kPa.
Hete lucht uit het verwarmingssysteem mag niet naar onderdelen stromen die niet hittebestendig zijn. In
personenauto's mag de ventilatieopening niet door passagiers worden geblokkeerd. Indien nodig kunt u zelf
een beschermnet installeren.
Als de verwarmer in externe circulatiemodus werkt, moet de positie van de luchtinlaatopening geschikt zijn
om ervoor te zorgen dat er tijdens normaal gebruik geen waterspatten of uitlaatgassen in de verwarmer
worden gezogen.
Als de verwarmer in het interne circuit werkt, moeten er maatregelen worden genomen om te voorkomen
dat de toevoer van warme lucht opnieuw de luchtinlaatpoort binnendringt. Als de luchtinlaatleiding in deze
modus niet is aangesloten, moet er een kap met roosters op de luchtinlaatpoort van de hoofdverwarmer
worden geïnstalleerd. De aangezogen lucht moet uit een koud gedeelte van de cabine worden gehaald,
bijvoorbeeld onder de stoelen.
Brandstoftoevoer
De brandstof voor de verwarming kan worden geleverd vanuit de brandstoftank van het voertuig of vanuit
een extra, onafhankelijke brandstoftank. Installeer de brandstoftank niet in de cabine of het
passagierscompartiment of op een andere plaats waar brand kan ontstaan als er een onafhankelijke
brandstoftank wordt gebruikt.
Door het hoogteverschil tussen de verwarming en de brandstofpomp en tussen de brandstofpomp en de
verwarming ontstaat er brandstofdruk in de brandstofpomp. De binnendiameter en lengte van de
brandstofleiding houden verband met de weerstand in het brandstofpad. Houd bij de installatie rekening met
deze factoren.
Publicidad
