Stel het masker niet bloot aan temperaturen hoger dan 60 ˚C.
¾
¾
Het masker is uitsluitend bedoeld voor EENMALIG GEBRUIK BIJ ÉÉN PATIËNT. Het masker is bedoeld voor kort gebruik (niet meer dan 7
dagen) en mag niet voor meerdere personen tegelijk worden gebruikt. Niet steriliseren of desinfecteren.
Raadpleeg de behandelend arts voorafgaand aan het gebruik van dit masker als de patiënt medicatie
¾
of hulpmiddelen gebruikt om secreties diep in de luchtwegen te verwijderen.
¾
Dit masker is niet geschikt voor het bieden van levensondersteunende beademing.
Als de patiënt ademhalingsinsufficiëntie heeft, mag de patiënt dit masker UITSLUITEND dragen wanneer een behandeling wordt toegediend.
¾
Gebruik dit masker met een basisdruk van minimaal 3 cm H
¾
Als zuurstof wordt gebruikt met dit CPAP-masker, moet de zuurstoftoevoer zijn uitgeschakeld wanneer de CPAP-machine niet in werking is.
¾
Uitleg bij de waarschuwing: wanneer het CPAP-apparaat niet in werking is en de zuurstoftoevoer aan wordt gelaten, kan de zuurstof die via
de slang van het hulpmiddel wordt geleverd zich ophopen in de behuizing van de CPAP-machine. Zuurstof die zich ophoopt in de behuizing
van de CPAP-machine levert brandgevaar op.
¾
Bij aanvullende zuurstof met een vast debiet varieert de ingeademde zuurstofconcentratie afhankelijk van de drukinstellingen, ademhaling
van de patiënt en de leksnelheid.
¾
Roken en open vuur zijn verboden wanneer zuurstof wordt gebruikt.
Dit masker is niet bedoeld voor patiënten zonder een spontane ademhaling. Dit masker dient niet te worden gebruikt bij patiënten die niet
¾
meewerken, minder alert zijn, nergens op reageren of niet in staat zijn om het masker af te doen. Dit masker is mogelijk niet geschikt voor
personen met de volgende aandoeningen: cardiasfincter met verminderde werking, overmatige reflux, verminderde hoestreflex en hiatus hernia.
Als de patiënt ongebruikelijke huidirritatie, pijn op de borst, kortademigheid, een opgezette maag, buikpijn, boeren of winderigheid door
¾
ingeslikte lucht, of ernstige hoofdpijn ervaart tijdens of direct na gebruik, moet dit onmiddellijk worden gemeld aan de behandeld arts.
Het gebruik van een masker kan leiden tot pijnlijke tanden, pijnlijk tandvlees of een zere kaak en kan een bestaande aandoening aan de
¾
tanden verergeren. In het geval van symptomen moet een arts of tandarts worden geraadpleegd.
Raadpleeg een arts als de patiënt te maken krijgt met een van de volgende symptomen tijdens gebruik van het masker: droge ogen, oogpijn,
¾
ooginfectie of wazig zicht. Raadpleeg een oogarts als de symptomen aanhouden.
Trek de riempjes van de hoofdband niet te strak aan. Tekenen van te strak aangetrokken riempjes omvatten: overmatige roodheid, zweren
¾
of huid die rondom de randen van het masker uitpuilt. Maak de riempjes van de hoofdband losser om de symptomen te verlichten.
Er kan aanzienlijke onbedoelde lekkage optreden als het masker niet goed past. Volg de meegeleverde INSTRUCTIES VOOR HET OPZETTEN
¾
VAN HET MASKER.
¾
Het elleboogstuk en anti-asfyxieventiel hebben specifieke veiligheidsfuncties. Het masker mag niet worden gebruikt als de ventielflap
is beschadigd, vervormd of gescheurd.
¾
Bij een lage druk kan het debiet door de uitademingspoorten onvoldoende zijn om al het uitgeademde gas uit de slang te verwijderen.
Een gedeelte van het uitgeademde gas kan in dit geval opnieuw worden ingeademd.
¾
Probeer niet om de uitademingspoort (ventilatieopeningen) of het anti-asfyxieventiel (luchtinlaatventiel) te blokkeren of af te sluiten.
De ventilatieopeningen zorgen ervoor dat lucht voortdurend uit het masker stroomt.
Het masker mag niet worden gebruikt zonder dat het hulpmiddel voor positieve luchtwegdruk is ingeschakeld en naar behoren werkt.
¾
Wanneer het hulpmiddel voor positieve luchtwegdruk is ingeschakeld en naar behoren werkt, duwt nieuwe lucht uit het hulpmiddel
de uitgeademde lucht uit de ventilatieopeningen in het masker. Wanneer het hulpmiddel voor positieve luchtwegdruk niet werkt, kan de
uitgeademde lucht opnieuw worden ingeademd. Het opnieuw inademen van uitgeademde lucht kan in sommige omstandigheden leiden
tot verstikking. Deze waarschuwing is van toepassing op de meeste modellen CPAP-machines en -maskers.
Het masker heeft een gebruiksduur van 7 dagen. Voer het masker en de accessoires af in overeenstemming met lokale en regionale richtlijnen.
Meld ernstige incidenten aan de fabrikant en de bevoegde autoriteit van de Europese lidstaat conform EU MDR 2017/745.
Dit wegwerpmasker is uitsluitend bedoeld voor kort gebruik (maximaal 7 dagen) bij één patiënt. Het masker moet worden weggegooid indien het erg
vuil is geworden. Het masker kan dagelijks of wanneer nodig worden gereinigd met een doekje met 70% v/v isopropylalcohol, of door het af te vegen
met een vochtig zeepdoekje. Als een vochtig doekje wordt gebruikt, gebruik dan een milde zeep, zoals Ivory
uit de buurt van direct zonlicht aan de lucht drogen.
OPMERKING: Het gelkussen zal, hoewel het zacht aanvoelt, bij normaal gebruik niet scheuren, lekken of loskomen van het masker. Het gelkussen
is niet onverwoestbaar. Het zal slijten, scheuren of kapotgaan als het verkeerd wordt gebruikt.
Weerstand tegen luchtstroom bij 50 l/min: 0,23 cm H
VOLUME DODE RUIMTE (geschatte ml): small 184 ml medium 193 ml large 209 ml extra large 220 ml
Weerstand van het anti-asfyxieventiel in eerstefouttoestand: inspiratoir; 0,8 H
afstand: 29,98 (A); A-gewogen niveau geluidsvermogen: 32,99 (A)
Druk indien AAV open naar atmosfeer: 1,45 cm H
Stel het masker niet bloot aan temperaturen hoger dan 60 ˚C.
¾
Inspecteer het masker dagelijks of voorafgaand aan ieder gebruik. Vervang het masker als de ventilatieopeningen zijn geblokkeerd,
als onderdelen zijn beschadigd of als er gel zichtbaar is vanwege scheuren of gaten.
¾
Controleer het anti-asfyxieventiel. Controleer met het hulpmiddel voor positieve druk uitgeschakeld of de ventielflap zodanig is geplaatst
dat omgevingslucht door de grote openingen in het ventiel kan stromen (afbeelding 7a). Schakel het systeem in; de flap moet zich sluiten
en de systeemlucht moet door het masker stromen (afbeelding 7b). Als de flap zich niet sluit of niet naar behoren functioneert, moet het
masker worden vervangen. Blokkeer de opening in het anti-asfyxieventiel of de ventilatieopeningen niet. Zorg ervoor dat het ventiel niet
verstopt raakt met secreties en dat de flap droog is.
1.
Controleer of het masker de juiste maat heeft. Zorg er bij gebruik van het maathulpmiddel voor dat de mond iets is geopend. Lijn de bovenzijde
van het hulpmiddel uit met de neusbrug en kies de kleinst mogelijke maat waarbij de neus of mond niet wordt belemmerd. De juiste maat kan
vanwege het ontwerp kleiner zijn dan verwacht.
WAARSCHUWINGEN
2
ALGEMENE INFORMATIE
REINIGING EN ONDERHOUD
TECHNISCHE INFORMATIE
O; bij 100 l/min: 0,48 cm H
2
O, druk indien AAV gesloten naar atmosfeer: 1,80 cm H
2
VOORAFGAAND AAN GEBRUIK
NSTRUCTIES VOOR HET OPZETTEN VAN HET VERASEAL
O of hoger.
O
2
O per l/s. expiratoir; 0,8 H
2
®
. Spoel het masker grondig af en laat het
®
O per l/s A-gewogen niveau geluidsdruk op 1 m
2
O
2
3-MASKER
31