1. INTRODUCTIE
Deze handleiding moet het apparaat altijd vergezellen en moet wor-
den bewaard op een toegankelijke plaats waar hij kan worden geraad-
pleegd door de gekwalificeerde technici die verantwoordelijk zijn voor
het gebruik en onderhoud van het systeem.
We raden de installateur/gebruiker aan de instructies en informatie in
deze handleiding zorgvuldig te lezen voordat het product wordt ge-
bruikt om schade of oneigenlijk gebruik van de apparatuur te voorko-
men, waardoor ook de garantie vervalt.
Lees de handleiding zorgvuldig door voordat u de apparatuur in ge-
bruik neemt en volg de instructies in de handleiding op.
De aanwijzingen en instructies in deze handleiding hebben betrekking
op het standaardgebruik van het product; neem in geval van bijzon-
dere situaties, werkingen of toepassingen die hieronder niet worden
beschreven contact op met onze technische dienst.
Vermeld bij een verzoek om technische bijstand of reserveonderdelen
de code van het model en het bouwnummer op het typeplaatje.
Onze technische en servicedienst staat tot uw beschikking voor elke
behoefte.
Voer onmiddellijk na ontvangst van de goederen een inspectie uit om
ervoor te zorgen dat de apparatuur tijdens het transport niet is bescha-
NL
digd. Bij afwijkingen is het raadzaam om onmiddellijk, uiterlijk 5 dagen
na ontvangst, contact op te nemen met onze dealer of, in geval van
directe aankoop, met de klantenservice van de fabrikant.
NB: de informatie in de handleiding kan zonder voorafgaande
kennisgeving worden gewijzigd. Eventuele schade die in ver-
band met het gebruik van deze instructies wordt veroorzaakt,
wordt niet in aanmerking genomen, aangezien deze instructies
slechts indicatief zijn. Wij herinneren u eraan dat het niet naleven
van de door ons gegeven aanwijzingen schade kan toebrengen
aan personen of eigendommen.
Het spreekt vanzelf dat de naleving van de lokale bepalingen en/of
geldende wetten van kracht is.
2. INHOUDSOPGAVE
1. INLEIDING
2. INHOUDSOPGAVE
3. WAARSCHUWINGEN
4. ALGEMENE BESCHRIJVING
5. INSTALLATIE
6. INDICATIELAMPJES EN BEDIENINGEN
7. HOOFDSCHERM
8. MOTORSCHERM
9. IN- EN UITGANGEN MOEDERBORD
10. INGANGEN UITBREIDINGEN
11. MENU INSTELLINGEN
12. INSTELLINGEN VOOR DIPSWITCH-DISPLAY
13. MODBUS RS485-ADRESSEN
14. ALARMEN
15. MAATTABEL
16. DIAGNOSTIEK
17. BLADGEGEVENS
18. AANSLUITSCHEMA'S MOEDERBORD
19. AANSLUITSCHEMA'S UITBREIDINGEN
20. SCHAKELSCHEMA'S
21. CONFORMITEITSCERTIFICERING
3. WAARSCHUWINGEN
Het schakelpaneel mag alleen worden gebruikt voor het doel en de
werking waarvoor het is ontworpen. Elke andere toepassing en elk
ander gebruik moet als ongepast en gevaarlijk worden beschouwd.
Vermijd in geval van brand op of in de buurt van de installatieplaats het
gebruik van waterstralen en gebruik geschikte blusmiddelen (poeder,
schuim, kooldioxide).
Installeer het apparaat uit de buurt van warmtebronnen en op een
104
droge en beschutte plaats met inachtneming van de aangegeven be-
schermingsgraad (IP).
Het wordt aanbevolen om een speciaal veiligheidsapparaat te instal-
leren om de stroomtoevoerleiding van het paneel te beschermen in
overeenstemming met de huidige elektrische voorschriften.
Voordat u een bewerking uitvoert op het schakelpaneel of op het sys-
teem, moet u de netvoeding onderbreken.
Het is verboden om onderdelen van het paneel te demonteren tenzij
officieel goedgekeurd door de fabrikant: ongeoorloofde ingrepen en
wijzigingen maken elke garantievoorwaarde ongeldig.
Alle installatie- en/of onderhoudswerkzaamheden moeten worden uit-
gevoerd door een gespecialiseerde technicus die op de hoogte is van
de geldende veiligheidsvoorschriften.
Het wordt aanbevolen om verbinding te maken met een efficiënt aar-
dingssysteem.
Controleer na het uitvoeren van de elektrische aansluiting van het
systeem de instellingen van het schakelpaneel, omdat de elektrische
pomp automatisch kan starten.
De fabrikant is ontheven van elke aansprakelijkheid in geval van:
- Onjuiste installatie;
- Gebruik door personeel dat niet is opgeleid in het juiste gebruik van
het paneel;
- Ernstige tekortkomingen in het geplande onderhoud;
- Gebruik van niet-originele of niet-modelspecifieke reserveonderde-
len;
- Onbevoegde wijzigingen of werkzaamheden;
- Gedeeltelijke of volledige niet-naleving van de instructies;
4. ALGEMENE BESCHRIJVING
• Eenfasige voeding voor printplaat 100-240Vac 50/60Hz;
• Driefasige voeding voor printplaat 310-450Vac 50/60Hz;
• Zelfconsumptie van 3 W elektronische printplaat;
• Ingangen G/P1, G/P2, G/P3 en G/P4 normaal open voor start mo-
toren;
• Ingangen C-MIN-MAX voor eenpolige niveausondes;
• Ingangen T1, T2, T3 en T4 normaal gesloten voor temperatuurbe-
pag. 104
veiliging motor (clixon);
pag. 104
• G.A.-ingang normaal open voor activering van alarm;
pag. 104
• Analoge ingangen 4-20mA en 0-10V;
pag. 104
• Digitale uitgangen voor alarmen van overstroom van motoren, van
pag. 105
G.A.-ingang en van sonde-ingang;
pag. 105
• Uitgang cumulatief alarm met schone contacten (NC-C-NO weer-
pag. 105
standsbelasting - 5A / 250V);
pag. 105
• Uitgang cumulatief alarm onder spanning (12vdc / 100mA);
pag. 105
• DIPSWITCH 1 display - NO/NC omkering ingangen (G/P1, G/P2,
pag. 106
G/P3, G/P4 - G.A.);
pag. 106
• DIPSWITCH 2 display - uitsluiting controle fasevolgorde;
pag. 107
• DIPSWITCH 3 display - zelftest;
pag. 108
• DIPSWITCH 4 display - handmatig vast/puls;
pag. 109
• Instelbare parameters:
pag. 110
- Taal
pag. 110
- Activering van de rotatie van de
pag. 111
pompen
pag. 112
- Activering van start/stop-functie
pag. 114
vlotters (zelfhoudend)
pag. 115
- Gevoeligheid van de sondes
pag. 564
- Niveausondes bij vullen of
legen
- Activering van het alarm
minimumniveau
- Minimale spanning
- Maximale spanning
- Maximale motorstroom
- Minimale motorstroom
• SCHAKELKNOP (schermwijziging/instellingen);
- Activering van
droogloopregeling voor
minimale stroom
- Activering van automatische
reset voor minimale stroom en
tijden
- Activering cyclische reset voor
minimale stroom
- Activering analoog signaal
- Type analoog signaal
- Meeteenheid analoog signaal
- Schaaluitslag analoog signaal
- Instelpunt
- Start/stop-drempels van
motoren