Ingang normaal open voor clixon motor 3 (temperatuurbeveili-
ging voor te hoge temperatuur)
T3
Jumper plaatsen als u deze ingang niet gebruikt
Ingang normaal open voor clixon motor 4 (temperatuurbeveili-
ging voor te hoge temperatuur)
T4
Jumper plaatsen als u deze ingang niet gebruikt
Ingang voor eenpolige niveausondes
Ingang voor vlotter van het minimumniveau (verbinding tussen
C en MAX)
C - MIN - MAX
Ingang voor algemene inschakeling (verbinding tussen C en
MAX)
Jumper plaatsen tussen C en MAX plaatsen als u deze ingang
niet gebruikt
Ingang voor activering motor 1
G/P1
Deze start bij actieve rotatie de eerste motor afwisselend bij
elke opening en sluiting van de ingang
Ingang voor activering motor 2
Deze start bij actieve rotatie twee motoren bij elke opening en
G/P2
sluiting van de ingang, ongeacht de toestand van de ingang
G/P1
Ingang voor activering motor 3
NL
Deze start bij actieve rotatie drie motoren bij elke opening en
G/P3
sluiting van de ingang, ongeacht de toestand van de ingang
G/P1 en G/P2
Ingang voor activering motor 4
Deze start bij actieve rotatie alle motoren bij elke opening en
G/P4
sluiting van de ingang, ongeacht de toestand van de ingang G/
P1, G/P2 en G/P3
G.A.
Ingang voor activering alarm
Uitgang cumulatief alarm met schone contacten (weerstands-
belasting 5A - 250V) voor:
- Niveau-alarm van sondes
- Alarm van ingang GA
- Alarm motor drooglopen
OUT ALARM
- Alarm motor overstroom
(NC - C - NO)
- Alarm motor oververhitting
- Alarm te lage spanning
- Alarm te hoge spanning
- Alarm volgorde of geen fasen
- Alarm maximumniveau
BUZZ +/-
Uitgang alarm met spanning 12vdc - 100mA
ENKELFASIG:
• L/S - Motorfase
• N/R - Nuldraad motor
• AVV - Start met condensator op het paneel
OUT MOTOR
DRIEFASIG:
• T1 (schakelaar) - U-fase motor
• T2 (schakelaar) - V-fase motor
• T3 (schakelaar) - W-fase motor
Aarding
10. INGANGEN EN UITBREIDINGEN
RS485-uitbreiding
Module voor de standaardcommunicatie RS485 met MOD-
A(-) – B(+)
BUS-protocol
Uitbreiding schone contacten
Module voor 6 digitale uitgangen 300mA 35V max voor signa-
lering van:
- O1: bedrijf motor 1
- O2: bedrijf motor 2
O1 – O6
- O3: overstroombeveiliging motor 1
- O4: overstroombeveiliging motor 2
- O5: actief alarm van GA
- O6: actief alarm van sondes/G.MIN
Uitbreiding van de sonde-ingangen voor het starten van de motoren
106
Ingangsmodule PRO-SL:
- C – MIN – MAX (op moederbord): start 1e motor
C – S1 ÷ S4
- C (uitbreiding): gemeenschappelijk
- S1 – S2 (uitbreiding): sonde voor startbediening 2e motor
- S3 – S4 (uitbreiding): sonde voor signalering maximumniveau
Uitbreiding van de sonde-ingangen voor waterinfiltratie in de oliekamer
Ingangsmodule RL-H2O:
- C: gemeenschappelijk (te verbinden met aardpotentiaal)
C – S4 ÷ S5
- S4 (uitbreiding): sonde voor regeling motor 1
- S5 (uitbreiding): sonde voor regeling motor 2
Uitbreiding bufferbatterij
PRODBT-module voor aansluiting van 6V 1.2Ah-bufferbatterij
voor behoud van controle over de alarmvlotter en signalering
gebrek aan netvoeding
Bluetooth® -uitbreiding
Hiermee kan het paneel op elk apparaat via Bluetooth® met de
APP worden verbonden
11. MENU INSTELLINGEN
Om het menu instellingen te openen, drukt u gedurende 3 seconden
op de SETUP-toets.
PARAMETERBESCHRIJVING
TAAL
0=ITA / 1=ENG / 2=FRA / 3=ESP / 4=DEU
HELDERHEID DISPLAY IN STAND-BY
Met deze parameter kunt u de helderheid instellen in stand-by
van het display (wacht 9 seconden op het voorbeeld).
ZELFHERSTEL CLIXON
Deze parameter bepaalt of de reset van het overtemperatuur-
alarm van de motor automatisch of handmatig plaatsvindt door
clixon
UITBREIDING POMPEN
Deze parameter bepaalt of het systeem een printplaat voor de 3e
en 4e pomp heeft
MINIMALE SPANNING
Standaard ingesteld op -10% (Het wijzigen van de bedrijfslimie-
ten, naast de standaardparameters, resulteert in het onmiddellijk
vervallen van de garantie).
MAXIMALE SPANNING
Standaard ingesteld op +10% (Het wijzigen van de bedrijfslimie-
ten, naast de standaardparameters, resulteert in het onmiddellijk
vervallen van de garantie).
MAXIMALE STROOM M1 – M4
Met deze parameter kunt u de maximale stroom van de motor
instellen.
Voer de maximale stroomwaarde in door de geverifieerde waarde
in de gegevens van het typeplaatje van de motor met 10-15%
te verhogen.
Het wijzigen van de bedrijfslimieten, naast de parameters die op
het typeplaatje zijn vermeld, resulteert in het onmiddellijk verval-
len van de garantie.
ACTIVERING MINIMALE STROOMREGELING OF COS-ɸ
Met deze parameter kunt u de droogloopregeling inschakelen
door het aflezen van de geabsorbeerde stroom van de motor of
de cos-fi-vermogensfactor.
MINIMALE MOTORSTROOM M1 – M4
(Als minimale stroom is ingeschakeld)
Met deze parameter kunt u de MINIMALE motorstroom instellen
waaronder de motor moet stoppen vanwege drooglopen. Door de
stroom op 0 te zetten, wordt de droogloopregeling voor minimale
stroom uitgeschakeld.
Schakel deze parameter alleen in als u geen vlotters of sondes
gebruikt voor minimale niveauregeling.
MINIMALE COS-FI MOTOR M1 – M4 (indien cos-fi is inge-
schakeld)
Met deze parameter kunt u de minimale cos-fi van de motor
instellen waaronder de motor moet stoppen vanwege drooglopen.
WAARDE
0 - 4
0 - 9
AUTOMA-
TISCH
HANDMATIG
J / N
207 (230)
360 (400)
253 (230)
440 (400)
1 - ... A
STROOM
COS-ɸ
0 - ... A
0 - 1