6.2 Acculader op het product aansluiten
INFORMATIE
Nadat de oplader is losgekoppeld, bevindt de orthese zich weer in de toestand waarin deze zich
voor het aansluiten van de oplader bevond. Stond de orthese bijvoorbeeld voor het aansluiten
van de oplader uit, dan is dat ook na het loskoppelen weer het geval. Als de oplader wordt los
gekoppeld terwijl de orthese uit staat, dan is een aflopende serie tonen te horen
INFORMATIE
Geen indicator na het aansluiten van de acculader
Als na het aansluiten van de acculader geen symbool op het bedieningspaneel oplicht, kan het
zijn dat de accu diepontladen is. Laat de oplader minstens 15 minuten aangesloten en contro
leer door het indrukken van de toets
6.3 Weergave van de actuele laadtoestand
6.3.1 Weergave van de laadtoestand zonder extra apparatuur
Door kort indrukken van de toets
den getoond:
Sym
Laadtoestand
bool
de accu is voor 67% tot 100% opgeladen
de accu is voor 34% tot 67% opgeladen
de accu is voor 10% tot 34% opgeladen
de accu is voor 5% tot 10% opgeladen
1) Open de afdekking van de laadbus.
2) Sluit de laadstekker aan op de laadbus van het product.
INFORMATIE: Let op dat u de stekker in de goede richting
houdt!
→ Na het testen van de indicators volgen een kort piepsignaal en
daarna 3 korte trilsignalen.
→ Als het symbool
(zie pagina 350).
3) Het laden begint.
→ Voor controle van de laadtoestand bij een aangesloten oplader
moet kort op de toets
gedrukt.
4) Verbreek de verbinding met het product wanneer het laden is vol
tooid.
→ Nadat de oplader is losgekoppeld, geeft de orthese een trilsig
naal gevolgd door een kort piepsignaal en de actuele status
wordt ca. 5 seconden weergegeven (zie pagina 350).
→ Als het symbool in de toets
ingeschakeld en klaar voor gebruik.
5) Sluit de afdekking van de laadbus.
de laadtoestand tijdens het opladen.
kan de actuele laadtoestand van de ingebouwde accu wor
oplicht, is bij de zelftest een fout gevonden
van het bedieningspaneel worden
groen
oplicht, is het product
.
327