8.3.7 Trap op lopen
Trap op lopen door steeds een been bij te halen
1) Houd u met één hand vast aan de leuning.
2) Zet het minder aangedane been op de eerste trede.
3) Haal het been met het product bij.
Trap op lopen door de benen afwisselend op de volgende trede te zet
ten
Het product heeft geen actieve aandrijving om alternerend trappen op lopen te
ondersteunen. Onder bepaalde lichamelijke voorwaarden (musculaire rest
functie is in betroffen been voorhanden) en met de juiste oefening is dit moge
lijk.
8.3.8 Hellingbaan op lopen
1) Houd u met één hand vast aan de leuning.
2) Zet het minder aangedane been op de helling.
3) Zet het been met het product naar voren.
8.3.9 Hellingbaan af lopen
Gebruik indien mogelijk de leuning.
Lichte helling (< 5-10%)
De bewegingen komen overeen met lopen op vlakke ondergrond. Er kan een
zwaaifase in gang worden gezet.
Gemiddelde/steile helling (> 5-10%)
De bewegingen komen overeen met het af lopen van een trap. Belast de orthe
se, laat buiging van de knie tegen de buigweerstand toe en rol over de voor
voet af.
8.3.10 Vlakke treden af lopen
Bij het van een lage trede stappen (bijvoorbeeld ook een stoeprand) kan een
(eventueel verrassende) zwaaifase in gang worden gezet. De gebruiker kan
ofwel de standfase-flexieweerstand gebruiken of een zwaaifase in gang zetten.
338