D. OP- EN AFZETTEN
Opgelet:
Lees de opmerkingen over het onderhoud van de kinband.
1. DE HELM OPZETTEN
1. Open de kinriem.
2. Pak de onderste uiteinden van de kinriem vast en trek deze uiteen.
3. De helm kan nu gemakkelijk over het hoofd worden getrokken.
4. Sluit de kinriem.
5. Vergewis u ervan dat de kinriem onder de kin loopt en goed vastzit.
2. DE HELM AFZETTEN
1. Open de kinriem.
2. Trek de uiteinden van de kinriem uiteen.
3. De helm kan nu gemakkelijk van het hoofd worden getrokken
Tip:
Om krassen te vermijden op andere voorwerpen waarop de helm
wordt neergelegd, adviseren wij de kinriem ook na het afzetten te
sluiten.
208
E. VOOR ELKE RIT
Controleer voor uw eigen veiligheid voor elke rit de volgende punten:
1. DE HELM CONTROLEREN
Controleer regelmatig of de helm beschadigd is. Kleine, oppervlakkige
krassen belemmeren de beschermende werking van uw helm niet. Bij
ernstige schade (scheuren, deuken, afgesprongen en gebarsten lak, enz.)
mag de helm niet meer gebruikt worden.
Opgelet:
Indien uw lichaamsgewicht aanzienlijk is veranderd, dient u te
controleren of uw helm nog de voor u passende helmgrootte heeft.
2. DE KINRIEM CONTROLEREN
(MET OPGEZETTE EN GESLOTEN HELM)
1. Controleer of de kinriem onder uw kin loopt.
2. Steek uw wijsvinger onder de kinriem en trek eraan.
Als de kinriem los onder de kin ligt, is deze te lang. De kinriem moet
dan strakker worden aangehaald.
Als de kinriem meegeeft of loskomt, is deze niet goed gesloten.
Open de kinriem volledig en sluit deze opnieuw.
Controleer opnieuw.
3. Als de kinriem niet zo gesloten kan worden dat hij vast onder de kin
ligt, moet u controleren of uw helm nog de voor u passende maat
heeft.
Opgelet:
Herhaal de controle na elke corrigerende maatregel.
Waarschuwing:
Rijd nooit zonder gesloten en correct ingestelde kinriem. De kinriem
moet correct zitten en mag onder trekbelasting niet meegeven.
Alleen als de kinriem niet meegeeft, is de sluiting correct gesloten.
NL
209