Powerline Communication
In plaats van met wifi kan uw lader met een PLC-
verbinding met het thuisnetwerk worden verbonden.
Daarbij maakt de lader voor de gegevensoverdracht
via het lichtnet verbinding met het lokale thuisnet-
werk. De lader wordt als Client in het PLC-netwerk
aangemeld.
Voor het maken van verbinding kunnen lader en PLC-
modem via een koppelingstoets met elkaar worden
verbonden. In dit geval wordt de lader automatisch
aan het PLC-modem gekoppeld. Een andere moge-
lijkheid om verbinding te maken is via de invoer van
de beveiligingssleutel van de lader in het PLC-mo-
dem.
1. Powerline Communication (PLC) activeren.
2. Lader aan het PLC-netwerk toevoegen:
–
Optie 1: met de koppelingstoets:
a. Selecteer in de webtoepassing de optie
Verbinding met Push-methode van PLC tot
stand brengen.
b. Koppeling starten selecteren.
c. Druk binnen 2 minuten op de koppelings-
toets op het PLC-modem om verbinding
met de lader te maken.
d. Selecteer de knop Verbinden om de kop-
peling te bevestigen.
–
Optie 2: met de invoer van de PLC-beveili-
gingssleutel:
a. De optie Verbinding met PLC-beveili-
gingssleutel tot stand brengen selecteren.
De beveiligingssleutel wordt weergegeven.
b. De beveiligingssleutel in de instellingen
van uw PLC-modem invoeren.
De lader wordt geïntegreerd in het PLC-net-
werk en er wordt verbinding gemaakt.
PLC-verbinding met het voertuig
Deze functie is alleen zichtbaar en configureerbaar
voor de gebruiker Klantenservice. Met de deactive-
ring van de PLC-verbinding worden geen gegevens
meer via de kabel naar het voertuig overgedragen.
Deze toestand is noodzakelijk als er bijvoorbeeld be-
paalde metingen worden gedaan.
Met de gegevensoverdracht wordt standaard laden
mogelijk gemaakt, dat gebaseerd is op het oplaad-
protocol (High Level Communication).
Zonder gegevensoverdracht is het oplaadproces ge-
baseerd op elektrische parameters (pulsbreedtemo-
dulatie).
Energiemanager toevoegen
Om de laadprocessen door de energiemanager te la-
ten regelen, moeten eerst de lader (EEBus-apparaat)
en energiemanager met elkaar worden verbonden. De
verbinding moet zowel in de webtoepassing van de
energiemanager als in de Web Application van de
lader tot stand worden gebracht (optioneel direct op
de lader).
Verbinding maken met de lader b de energiemana-
ger
g Het verbinding maken met de lader wordt beschre-
ven in het hoofdstuk "EEBus-apparaat toevoegen"
van de handleiding voor de webtoepassing van de
Porsche Home Energy Manager.
Verbinding maken met de energiemanager b de
lader
b Lader en energiemanager zitten op hetzelfde
netwerk.
1. In de webtoepassing van de lader navigeren naar
Verbindingen e Energiemanager.
De energiemanager wordt weergegeven in
de lijst Beschikbare energiemanagers.
2. Energiemanager selecteren en uitvouwen.
3. Apparaat koppelen kiezen.
Het maken van verbinding wordt gecontro-
leerd.
4. Controleer de identiteit van de energiemanager
nogmaals in de dialoog Verbinding tot stand
brengen aan de hand van het identificatienum-
mer (SKI) en selecteer dan de optie Verbinden.
De energiemanager is met succes verbon-
den en de status Energiemanager verbon-
den wordt weergegeven.
De lader neemt de instellingen over van de
energiemanager (bijv. gegevens over laad-
stroom, overlastbeveiliging en geoptimali-
seerd laden, alsmede tariefinstellingen).
Verbreek de verbinding met de energiemanager:
1. In de webtoepassing van de lader navigeren naar
Verbindingen e Energiemanager.
De verbonden energiemanager wordt weer-
gegeven met de status Energiemanager
verbonden.
2. Verbreken kiezen.
De verbinding tussen energiemanager en la-
der wordt verbroken.
Bedienen
297