4.8 Reiniging
Om het gevaar op brand te verkleinen
de motor, de demper, de accu en de
brandstoftank vrijhouden van gras,
bladeren en olie.
Om het gevaar op brand te verkleinen
regelmatig controleren of er sprake is
van olie- en/of brandstoflekkage.
Reinig de machine na gebruik. Voor het reinigen
gelden de volgende richtlijnen.
• Als u de machine met een hogedrukreiniger
reinigt, richt de straal dan niet rechtstreeks op
de asborging, elektrische onderdelen of hy-
draulische kleppen.
• Sproei nooit rechtstreeks water op de motor.
• Reinig de motor met een borstel en/of perslucht.
• Reinig de luchtinlaat van de motor (10, 11,
12:W).
5 ONDERHOUD
5.1 Onderhoudsprogramma
Om de machine voortdurend in goede staat te
houden en zo de betrouwbaarheid te bevorderen,
ook in verband met het milieu, moet het onder-
houdsprogramma van STIGA worden gevolgd.
De inhoud van dit programma vindt u in het bij-
gevoegde serviceboekje.
Basic service moet altijd door een erkende service-
werkplaats worden uitgevoerd.
Eerste onderhoud en Intermediate Service zou
door een erkende servicewerkplaats moeten
worden uitgevoerd, maar kan ook door de gebruik-
er worden gedaan. De inhoud van deze program-
ma's staat in het serviceboekje en de handelingen
zijn beschreven onder"4 STARTEN EN RIJDEN"
en hieronder.
Onderhoud dat door een erkende servicewerkp-
laats wordt uitgevoerd geeft u de garantie dat uw
machine professioneel wordt onderhouden met
originele reserveonderdelen.
Na elke onderhoudsbeurt die is uitgevoerd bij een
erkende servicewerkplaats krijgt u een stempel in
het onderhoudsboekje. Een serviceboekje waarin
ieder onderhoud wordt geregistreerd, is een
waardevol document dat de tweedehandswaarde
van de machine verhoogt.
NEDERLANDS
5.2 Voorbereiding
Alle service en onderhoud moet worden uit-
gevoerd op een stilstaande machine waarvan de
motor is uitgeschakeld.
Zorg dat de machine niet kan wegrol-
len. Gebruik daarom altijd de parkeer-
rem.
Zet de motor af.
Voorkom dat de motor onbedoeld start
door de bougiekabel(s) los te maken van
de bougie(s) en de contactsleutel te ver-
wijderen.
5.3 Bandenspanning
Pas de bandenspanning op de volgende manier
aan:
Voorzijde: 0,6 bar (9 psi).
Achter: 0,4 bar (6 psi).
5.4 Motorolie vervangen
Dit gedeelte bevat tabellen met de verschillende
motoren die gebruikt worden in de STIGA reeks.
Markeer de gegevens die voor uw machine/motor
van toepassing zijn.
5.4.1 Vervangingsintervals
In de tabel hieronder staan het aantal bedrijfsuren
en maanden aangegeven. Voer de betreffende han-
deling uit op het moment dat zich het eerst voor-
doet.
Machine
Comfort, Residence
(B&S)
Olie verversen
Prestige (Kohler)
Olie verversen
Ranger (Honda)
Olie verversen
Ververs de olie regelmatiger als de machine onder
extreme condities of bij hoge omgevingstempera-
turen wordt gebruikt.
5.4.2 Motorolie
Gebruik olie volgens de onderstaande tabel.
Olie
Serviceklasse
Gebruik olie zonder toevoegingen.
Vul niet te veel olie bij. Dit kan tot oververhitting
van de motor leiden.
NL
1e keer
Vervolgens
met tussen-
pozen van
Bedrijfsuren/maanden
50 uur/
5 uur
12 maanden
Bedrijfsuren/maanden
-
100 uur
Bedrijfsuren/maanden
20 uur/
100 uur/
1 maand
6 maanden
SAE 10W-30
SJ of hoger
85