+ = verplaatsing naar voren / – = verplaatsing naar achteren (ten opzichte van de belastingslijn)
Pos.
Referentiematen en referentieposities bij de statische opbouw, instelwerk
zaamheden
Benodigd materiaal en gereedschap:
L.A.S.A.R. Posture 743L100
Stel het heupscharnier in op de standaardinstellingen (hoofdstuk 'Dynamische afstel
ling tijdens het passen' - zie pagina 116).
Draai de bouten aan met de daarvoor geldende draaimomenten (hoofdstuk 'Gebruiks
klaar maken van de prothese' - zie pagina 120).
Controleer of de prothese de juiste lengte heeft voor de patiënt.
Positioneer de patiënt als volgt op de L.A.S.A.R. Posture om de belastingslijn te bepa
len:
prothesevoet (met schoen) op de krachtmeetplaat (voldoende belasten: > 35 %
•
van het lichaamsgewicht);
•
andere voet (met schoen) op de hoogtecompensatieplaat;
•
neuzen van de schoenen op één lijn;
de belastingslijn moet ca. 50 mm (±10 mm) voor de enkeladapterbout (afhankelijk
•
van het type en de lengte prothesevoet) en door of vlak voor of achter (ca. 0
tot ±10 mm) de DMZ-lijn lopen.
Optimaliseer de statische opbouw uitsluitend door via de voetadapter de plantairflexie
aan te passen.
a – p-positionering van het opbouwreferentiepunt (rotatieas van het kniescharnier) ten
opzichte van de belastingslijn:
3R60=HD (voorste, onderste as): -10 mm;
3R106=HD (voorste, bovenste as): -35 mm;
3C98-2: -30 mm.
5.6 Dynamische afstelling tijdens het passen
INFORMATIE
Maak u intensief vertrouwd met de instelmogelijkheden en de effecten daarvan! Alleen dan
►
kunt u de prothese optimaal instellen op de behoeften van de prothesedrager.
5.6.1 Afstelmogelijkheden
INFORMATIE
Gebruik voor het bevestigen van het heupscharnier aan de ingietplaat uitsluitend de met het
scharnier meegeleverde onderdelen!
1) Abductie resp. adductie (zie afb. 14): Draai voor het instellen de onderste en de bovenste
bout los en draai het scharnier om de onderste bout. Draai de bouten daarna weer aan. De
voorgeschreven aanhaalmomenten en het benodigde gereedschap staan vermeld in de tabel
in het hoofdstuk 'Gereedmaken van de prothese voor gebruik' - zie pagina 120.
2) Rotatie (zie afb. 15): Teken de ab-/adductie af met een stift. Draai voor het instellen van de
endo- en exorotatie de onderste, middelste en bovenste bout los. Draai de bouten daarna
weer aan. De voorgeschreven aanhaalmomenten en het benodigde gereedschap staan ver
meld in de tabel in het hoofdstuk 'Gereedmaken van de prothese voor gebruik' - zie
pagina 120.
116
Schematisch overzicht van de statische opbouw