nEDERLanDs
Verticaal zagen met verstek (Afb. A1 & R)
1. Maak de verstekhendel
10
los en druk de verstekgrendel
of naar rechts om de juiste hoek in te stellen.
2. De vaste verstekgrendelposities zijn 10°, 15°, 22,5°, 31,62° en 45° zowel links als rechts, en
50° links en 60° rechts. Houd voor tussenliggende hoeken de zaagkop stevig vast en zet
hem vast door de verstekhendel vast te zetten.
3. Zorg er voor het zagen altijd voor dat de verstekhendel is vastgezet.
4. Ga verder zoals beschreven voor recht verticaal zagen.
WAARSCHUWING: Als het afvalstuk van het werkstuk erg klein is, leg het hout dan
zo tegen de zaag, dat het afvalstuk zich aan de kant met de grootste hoek t.o.v. de
parallelgeleiding bevindt:
•
bij zagen met verstek naar links het afvalstuk naar rechts
•
bij zagen met verstek naar rechts het afvalstuk naar links
Afschuinen (Afb. A1, K1 & S)
De afschuinhoek kan worden ingesteld tussen 48° naar links en 2° naar rechts. Hierbij kan de
verstekarm tussen 0° en maximaal 45° naar links of naar rechts worden ingesteld.
1. Draai de klemknop van de linker parallelgeleiding
van de linker parallelgeleiding
13
zo ver mogelijk naar links. Draai de afschuinklemknop
15
los en stel de afschuinhoek op de gewenste waarde in.
2. Draai de afschuinklemknop
15
stevig vast.
3. Ga verder zoals beschreven voor recht verticaal zagen.
Dubbele versteksnede
Een dubbele versteksnede is een combinatie van een afschuinsnede en een versteksnede.
•
Stel eerst de afschuinhoek in en vervolgens de verstekhoek.
Gebruik als tafelzaag
•
Gebruik altijd het spouwmes.
•
Controleer altijd of het spouwmes en de beschermkap van het zaagblad goed
zijn afgesteld.
•
Zorg er altijd voor dat de verstekzaag is ingesteld en in de 0° verstekstand is vergrendeld.
WAARSCHUWING: Zaag geen metaal in deze modus.
Schulpzagen (Afb. T)
1. Stel de afschuinhoek in op 0°.
2. Stel de zaagdiepte in. Het zaagblad is correct geplaatst als de punten van drie tanden
boven de bovenkant van het hout uitkomen. Zorg dat de zaagtafel stevig op de gekozen
hoogte vastgezet is.
3. Zet de parallelgeleiding op de gewenste afstand.
4. Houd het werkstuk plat op de tafel en tegen de geleider. Houd het werkstuk ongeveer 25
mm van het zaagblad verwijderd.
5. Houd de handen uit de weg van het zaagblad.
6. Zet de machine aan en laat het zaagblad op volle toeren komen.
7. Leid het werkstuk langzaam onder de bovenste beschermkap door en druk het stevig
tegen de geleider. Zorg dat de tanden kunnen snijden, en duw het werkstuk niet met
overdreven kracht tegen het zaagblad. De snelheid van het zaagblad moet constant
worden gehouden.
8. Gebruik in de buurt van het zaagblad altijd het duwhout
9. Schakel na het zagen de machine uit, laat het zaagblad tot stilstand komen en verwijder
het werkstuk.
WAARSCHUWING:
•
Duw nooit tegen de vrije of afgezaagde kant van het werkstuk en trek er ook niet aan.
•
Gebruik altijd een duwstok bij het zagen van kleine werkstukken.
Transport (Afb. B)
1. Beweeg voor het transporteren van de zaag de zaagkop omlaag en druk de
vergrendelingsstift
17
naar binnen.
2. Vergrendel de tafel
in de laagste stand. Zet de vergrendelknop van de geleiderrail
19
vast terwijl de zaagkop in de voorste positie staat; vergrendel de verstekarm in de
uiterste rechtse verstekhoek; schuif de parallelgeleiding
de afschuinhendel
vast met de zaagkop in de verticale positie om de machine zo
15
compact mogelijk te maken.
3. Gebruik altijd de handvatten
25
zoals afgebeeld in Afb. B om de zaag te transporteren.
WAARSCHUWING: Vervoer de machine altijd in de zaagbankstand en let er vooral op
dat het zaagblad volledig bedekt is door de bovenste beschermkap. Draag de machine
nooit aan een beschermkap.
ONDERHOUD
Uw D
WALT gereedschap op stroom is ontworpen om gedurende een lange tijdsperiode te
e
functioneren met een minimum aan onderhoud. Het continu naar bevrediging functioneren
hangt af van de juiste zorg voor het gereedschap en regelmatig schoonmaken.
WAARSCHUWING: Om het risico van letsel te verminderen, moet u de unit
uitzetten en de stekker van de machine uit het stopcontact halen vóór de
installatie en verwijdering van toebehoren, vóór het aanpassen of veranderen
van instellingen of als u reparaties uitvoert. Controleer of de triggerschakelaar in de
UIT-positie staat. Een toevallige activering kan verwondingen veroorzaken.
•
Als het zaagblad niet binnen minder dan 10 seconden na het uitschakelen stopt, moet u
de machine laten repareren door een geautoriseerd D
60
9
in. Beweeg de arm naar links
los en beweeg het bovenste deel
57
72
.
13
volledig naar binnen en zet
WALT reparatiebedrijf.
e
Smering
Deze machine vereist geen extra smering. De lagers van de motor zijn reeds van vet voorzien
en waterdicht.
1. Vermijd het gebruik van olie of vet, omdat hierdoor zaagsel en spaanders kunnen
vastkoeken en problemen kunnen ontstaan.
2. Reinig de onderdelen waar zaagmeel en spaanders zich verzamelen regelmatig met een
droge borstel.
Reinigen
Controleer vóór gebruik zorgvuldig de bovenste beschermkap van het zaagblad, de
beweegbare onderste beschermkap van het zaagblad en ook de stofafzuigbuis om vast te
stellen dat zij goed zullen functioneren. Zorg ervoor dat spaanders, stof of een deel van het
werkstuk niet kunnen leiden tot blokkering van één van de functies.
Als delen van het werkstuk zijn vastgelopen tussen het zaagblad en de beschermkappen, trek
de stekker van het netsnoer van de machine dan uit het stopcontact en volg de instructies
die worden gegeven in het hoofdstuk Het zaagblad monteren. Verwijder de vastgelopen
gedeelten en monteer het zaagblad opnieuw.
WAARSCHUWING: Blaas vuil en stof met droge lucht uit de behuizing, aangezien vuil
zich vaak zichtbaar opstapelt in en rond de ventilatieopeningen. Draag goedgekeurde
oogbescherming en goedgekeurd stofmasker bij het uitvoeren van deze procedure.
WAARSCHUWING: Gebruik nooit oplosmiddelen of andere ruwe chemicaliën voor het
reinigen van de niet-metalen onderdelen van het werktuig. Deze chemicaliën kunnen de
materialen die in deze onderdelen gebruikt worden, verzwakken. Gebruik een doek alleen
bevochtigd met water en zachte zeep. Laat nooit vloeistof in het gereedschap lopen en
dompel nooit enig deel van het gereedschap onder in vloeistof.
WAARSCHUWING: Reinig, om het risico op letsel te verkleinen, regelmatig de
bovenzijde van de tafel.
WAARSCHUWING: Reinig, om het risico op letsel te verkleinen, regelmatig
het stofverzamelsysteem.
Reinigen en onderhouden van de sleufplaat (Fig. U)
Reinig regelmatig de ruimte onder de sleufplaat.
Indien de sleufplaat versleten is, dient hij te worden vervangen.
1. Verwijder de schroeven
73
waarmee de sleufplaat
2. Verwijder de sleufplaat en reinig de onderliggende ruimte.
3. Breng de delen van de sleufplaat en de schroeven weer aan.
4. Draai de schroeven handvast aan.
5. Ga als volgt te werk om de sleufplaat af te stellen:
a. Trek de zaagkop naar beneden totdat het zaagblad net in de sleuf valt.
b. Stel elk deel van de sleufplaat zo dicht mogelijk langs de tanden van het zaagblad af.
c. Draai de schroeven aan.
Optionele accessoires
WAARSCHUWING: Aangezien accessoires die niet door D
met dit product zijn getest, kan het gebruik van dergelijke accessoires met dit gereedschap
gevaarlijk zijn. Om het risico op letsel te verminderen dient u uitsluitend door D
aanbevolen accessoires met dit product te gebruiken.
0ndersteunen van lange werkstukken (Afb. A4)
1. Ondersteun lange werkstukken altijd.
2. Gebruik bij voorkeur de verlengsteun
(als optie verkrijgbaar bij uw dealer). Ondersteun lange werkstukken met enig bruikbaar
middel, zoals zaagbokken e.d., om te voorkomen dat de uiteinden naar beneden hangen.
Stofafvoer (Afb. A5, V)
WAARSCHUWING! Sluit, wanneer dat maar mogelijk is, een toestel voor stofafzuiging
aan dat is ontworpen in overeenstemming met de relevante voorschriften
voor stofemissie.
•
De D27111 kan worden uitgerust met een als optie leverbare stofverzamelopening.
Raadpleeg voor de installatie ervan de instructies bij de stofverzamelopening wanneer u
die aanschaft.
•
De D27112 kan worden uitgerust met en wordt geleverd met de stofverzamelopening.
Breng een stofverzamelsysteem aan dat is ontworpen in overeenstemming met de relevante
voorschriften. De luchtsnelheid van externe verbonden systemen dient 20 m/s ±2 m/s te zijn.
De snelheid dient te worden opgemeten in de verbindingsbuis op het punt waar deze wordt
verbonden, waarbij het werktuig wel is verbonden maar niet aan staat.
Zaagbladen
GEBRUIK ALTIJD ZAAGBLADEN VAN 305 mm MET ASGATEN VAN 30 mm. NOMINALE
SNELHEID MOET TEN MINSTE 4000 TPM ZIJN. Gebruik nooit zaagbladen met een kleinere of
een grotere diameter. Deze zullen nooit goed kunnen worden afgeschermd. Gebruik alleen
afkortzaagbladen. Gebruik geen zaagbladen die bedoeld zijn voor overlangse verzaging,
combinatiezaagbladen of zaagbladen met een grotere hoek dan 10°.
8
op zijn plaats wordt gehouden.
WALT zijn aangeboden niet
e
27
om de tafelbreedte van uw zaag te vergroten
WALT
e