Deel VI – Prestatie-evaluatie
Systeemprestatietesten
Er kan een reeks testen uitgevoerd worden om de prestaties van de pomp te testen. Het wordt aanbevolen de testen ten minste
eenmaal per twee jaar uit te voeren, of telkens als u merkt of vermoedt dat de pomp niet goed werkt. De testprocedure en het
testcertificaat vindt u als een apart document op de cd met de gebruikershandleiding.
Certificeren van de nauwkeurigheid van de stroomsnelheid van de pomp
Gebruik de volgende procedure om de nauwkeurigheid van de stroomsnelheid te controleren:
• Voer de test uit bij kamertemperatuur 22 °C ± 2 °C (72 °F ± 3 °F) met een nieuwe pompset.
• Vul een nieuwe zak voor een pompset voor alleen voeding met water tot de markering voor 500 ml.
• Laad de pompset.
• Ondersteun de zak van de pompset zodanig dat de onderkant van de zak zich 46 cm boven de pomp bevindt.
• Zorg ervoor dat de pomp op wisselstroom draait (voer de test niet uit op accuvoeding).
• Programmeer een voedingssnelheid in de continumodus (zie hieronder voor aanbevolen voorbeeldsnelheden).
• Laat de pomp 15 minuten draaien om een werking met gelijkmatige snelheid te bereiken.
• Vang daarna gedurende precies 30 minuten het water op in een gekalibreerde meetopvangbak, zoals een gegradueerde cylinder
voor grote capaciteit.
Opmerking: De hoeveelheid opgevangen water in 30 minuten zal de helft zijn van de waarde die geprogrammeerd is voor de
stroomsnelheid per uur met een marge van ± 10% of een halve ml, afhankelijk van welke van de twee groter is.
Ingestelde snelheid
75 ml/u
150 ml/u
Als de opgevangen hoeveelheid zich buiten het bereik bevindt, laadt u een nieuwe pompset en voert u de testprocedure nogmaals
uit om de resultaten te bevestigen.
De functionaliteit van het alarmsysteem controleren
De systeemprestatietest volstaat om de juiste werking van de pomp te controleren. Een andere snelle test die kan worden uitgevoerd
om de hoorbaarheid en werking van alarmsignalen te bevestigen, is echter:
1. Laad een nieuwe voedingsset op de pomp
2. Laat de voedingsset leeg!
3. Voer automatisch vullen uit
4. Zodra de pomp begint met vullen, wordt er een voedings- of spoelfoutalarm geactiveerd
5. Controleer dat het hoorbare alarmsignaal en de gekleurde leds allemaal correct een voedings- of spoelfout aangeven
Let op: Voor een correcte werking van hoorbare alarmsignalen mogen de zoemergaten aan de achterkant van de
pomp niet worden geblokkeerd of afgeschermd.
Kangaroo™ ePump™ enterale voedings- en spoelpomp met paalklem
Verwachte hoeveelheid in 30 minuten
33,7 ml tot 41,3 ml
67,5 ml tot 82,5 ml
24
Inhoudsopgave