passingen waarvoor hij is ontworpen. De nominale waar-
den en de functioneringsomstandigheden zijn aangege-
ven op de motorplaatjes. Bovendien moet aan alle verei-
sten die in deze gebruiksaanwijzing en in de andere in-
structies zijn vermeld worden voldaan.
Als dergelijke limieten worden overschreden, moeten de
motorgegevens en de constructiekenmerken worden ge-
controleerd. Neem voor meer informatie contact op met
CALPEDA.
Het niet in acht nemen van de instructies of het
niet onderhouden van de apparatuur kan de veili-
gheid in gevaar brengen en dus het gebruik van
de machine beletten.
4.2 Afkoeling
Controleer dat de motor voldoende geventileerd wordt.
Zorg ervoor dat de voorwerpen rondom of direct zonneli-
cht niet voor extra warmte voor de motor zorgen.
5. Bij een variabele snelheid functionerende motoren
De aandrijving bij een variabele snelheid heeft een grote-
re spanningsbelasting tot gevolg dan een sinusoïdale toe-
voer op de wikkeling van de motor en daarom is een mo-
tor nodig die geschikt is voor het gebruik met een fre -
quentieregelaar.
5.1 Thermische bescherming
De motoren kunnen uitgerust worden met PTC thermi-
stors in de wikkelingen van de stator als die aanwezig
zijn. We adviseren om deze met geschikte middelen op
de frequentieregelaar aan te sluiten.
5.2 Inbedrijfstelling voor opstellingen met
een variabele snelheid
De inbedrijfstelling voor opstellingen met een variabele
snelheid moet uitgevoerd worden door zich aan de in-
structies te houden voor de frequentieregelaar, evenals
aan de nationale wetten en normen. Ook moet rekening
worden gehouden met de vereisten en limieten die door
de opstelling worden voorgeschreven.
Alle parameters die noodzakelijk zijn voor het instellen van
de regelaar zijn op de motorplaatjes te vinden. In het alge-
meen wordt om de onderstaande parameters verzocht:
- Nominale spanning van de motor
- Nominale stroom van de motor
- Nominale frequentie van de motor
- Nominale snelheid van de motor
- Nominaal vermogen van de motor
NOOT In het geval van ontbrekende of onjuiste infor-
matie, de motor niet aanzetten zonder eerst de juiste in-
stellingen te hebben gecontroleerd.
CALPEDA adviseert het gebruik van alle kenmerken ter
bescherming die de regelaar heeft om de veiligheid van
de opstelling te verbeteren. De regelaars garanderen
gewoonlijk kenmerken zoals (naam en beschikbaarheid
van de kenmerken zijn afhankelijk van de producent en
van het regelaarsmodel):
- Minimale snelheid
- Maximale snelheid
- Tijd voor het versnellen en vertragen
- Maximale stroom
- Maximaal koppel
- Bescherming tegen onvoorziene stops
6. Onderhoud
Tijdens pauzes kan de klemmendoos onder spanning
staan; die wordt gebruikt voor het voeden van weer-
standen of om de wikkeling rechtstreeks te verwarmen.
De condensator in éénfase motoren kan een lading
bewaren die tussen de motorterminals verschijnt,
ook wanneer de motor inmiddels gestopt is.
De voeding van een motor met frequentieregelaar
kan ook werken terwijl de motor stopgezet is.
6.1 Algemene inspectie
1. Inspecteer de motor met regelmatige tussenpozen, mini-
maal eens per jaar. De frequentie van de controles hangt
bijvoorbeeld af van het vochtigheidsgehalte rondom en
van de specifieke weersomstandigheden. Na aanvanke-
lijk op experimentele wijze te zijn vastgesteld, moet de
frequentie vervolgens zeer strikt worden gerespecteerd.
2.Houd de motor schoon en zorg voor een goede ventila-
tie. Als de motor in een stoffige ruimte wordt gebruikt,
dan moet het ventilatiesysteem regelmatig gereinigd en
gecontroleerd worden.
3.Controleer de staat van de afdichtingen van de as (bij-
voorbeeld de V-ring of de radiale afdichting) en vervang
deze zo nodig.
4.Controleer de staat van de aansluitingen.
5.Controleer de staat van de lagers en let op abnormale
geluiden, vibraties en de temperatuur.
Wanneer tekenen van slijtage worden aangetroffen moet de
motor gedemonteerd, de onderdelen gecontroleerd en even-
tueel vervangen worden. Wanneer de lagers worden vervan-
gen, moeten lagers worden gebruikt die identiek zijn aan dege-
ne die oorspronkelijk waren gemonteerd. Tegelijk met de ver-
vanging van de lager zullen ook de afdichtingen van de as
moeten worden vervangen, die dezelfde kwaliteit en eigen-
schappen zullen moeten hebben als de oorspronkelijke.
6.1.1 Motoren in stand-by
Als de motor gedurende langere tijd in stand-by blijft in
een ruimte met vibraties, dan moeten de onderstaande
voorzorgsmaatregelen worden getroffen:
1. De as moet elke twee weken rondgedraaid worden (de-
ze handeling moet genoteerd worden) door het sy-
steem in bedrijf te stellen. In het geval dat om een wil-
lekeurige reden niet mogelijk is, moet de as één keer
per week handmatig worden rondgedraaid, zodat de as
op verschillende posities terechtkomt. Vibraties van an-
dere apparaten kunnen tot putvormige corrosie van de
lagers leiden, maar dit kan tot een minimum worden
gereduceerd bij een normaal functioneren of door een
handmatige rotatie.
6.2 Lagers
De maximale werktemperatuur van het vet en van
de lagers, +110° C, mag niet overschreden wor-
den. Ook mag de maximale nominale snelheid van
de motor niet overschreden worden.
De grootte van de lager hangt af van de motorgrootte:
Motorgrootte
Lager aan de
80-90
6205 2Z/C3 WT
100-112
E2 6306 2Z/C3
132
E2 6208 2Z/C3
160
E2 6310 2Z/C3
180
E2 6310 2Z/C3
7. Klantenservice
7.1Reserveonderdelen
Geef bij het bestellen van reserveonderdelen van een
motor het serienummer door, evenals de volledige type-
beschrijving en de productcode zoals die aangegeven zijn
op het motorplaatje.
7.2 Opnieuw wikkelen
Het opnieuw wikkelen mag uitsluitend door een officieel
bedrijf worden uitgevoerd.
7.3 Lagers
De lagers vereisen een speciale behandeling. Ze moeten
met behulp van extractors verwijderd worden en warm of
met specifieke instrumenten gemonteerd worden.
Wijzigingen voorbehouden.
64
Lager aan de
kopkant
ventilatorkant
6204 2Z/C3 WT
E2 6206 2Z/C3
E2 6207 2Z/C3
E2 6308 2Z/C3
E2 6309 2Z/C3