LET OP!: VOORALEER DE MACHINE TE GEBRUIKEN, DIENT MEN DEZE
NL
HANDLEIDING AANDACHTIG TE LEZEN. Bewaren voor toekomstige behoeften.
INDICE
1. ALGEMEEN ............................................................ 1
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN ........................... 2
3. LEER DE MACHINE KENNEN ............................... 4
3.1
Beschrijving machine en beoogd gebruik ....... 4
3.2
Veiligheidssignalen......................................... 5
3.3
Identificatielabel product ................................ 5
3.4
Belangrijkste onderdelen ................................ 6
4. MONTAGE .............................................................. 6
4.1
Onderdelen voor de montage ......................... 7
4.2
Montage van de handgrepen ......................... 7
4.3
Keuze van de snij-inrichting en de specifieke
bescherming .................................................. 7
4.4
Montage van de bescherming van het
maaimechanisme ........................................... 8
4.5
Montage/demontage van de snij-inrichting ..... 8
4.6
Montage van de drijfstang (modellen met
afneembare stang) ......................................... 9
4.7
Montage van de
5. BEDIENINGSELEMENTEN .................................. 10
5.1
Schakelaar start/stop motor ......................... 10
5.2
Versnellingshendel ....................................... 10
5.3
Veiligheidshendel versnelling ....................... 10
5.4
Greep handmatige start................................ 10
5.5
Bedieningshendel Choke (indien aanwezig) 10
5.6
Knop bediening voorinspuitsysteem (Primer) 10
5.7
Display (indien aanwezig)............................. 10
6. GEBRUIK VAN DE MACHINE ............................... 10
6.1
Voorafgaande werkzaamheden .................... 11
6.2
Veiligheidscontroles ..................................... 11
6.3
Starten ......................................................... 12
6.4
Het werk ....................................................... 12
6.5
Suggesties voor het gebruik ......................... 14
6.6
Stoppen........................................................ 14
6.7
Na het gebruik .............................................. 14
7. GEWOON ONDERHOUD ..................................... 14
7.1
Algemeen ..................................................... 14
7.2
Voorbereiding van het mengsel .................... 15
7.3
Brandstof bijvullen ........................................ 15
7.4
Reiniging van de machine en van de motor .. 15
7.5
Moeren en schroeven voor bevestiging ........ 15
8. BUITENGEWOON ONDERHOUD ........................ 16
8.1
Smering van de hoekoverbrenging ............... 16
8.2
Smering van de flexibele stang ..................... 16
8.3
Reiniging van de luchtfilter ........................... 16
8.4
Bougie ......................................................... 16
8.5
Onderhoud van het maaimechanisme .......... 16
8.6
Bijslijpen van de draadsnijder ....................... 17
8.7
Regeling van het stationaire toerental .......... 17
8.8
Carburator .................................................... 17
9. STALLING ............................................................. 17
10. HANTERING EN TRANSPORT ............................ 18
11. ASSISTENTIE EN HERSTELLINGEN .................. 18
12. GARANTIEDEKKING ........................................... 18
13. TABEL ONDERHOUD .......................................... 19
14. IDENTIFICATIE PROBLEMEN .............................. 20
flexibele drijfstang ................ 9
1. ALGEMEEN
1.1
HOE DE HANDLEIDING LEZEN
In de tekst van de handleiding worden enkele
paragrafen, die gegevens van bijzonder belang
bevatten met betrekking tot de veiligheid of de
werking, gekenmerkt door diverse symbolen die
de volgende betekenis hebben:
OPMERKING
nadere gegevens of andere elementen ter aanvul-
ling op hetgeen daarvoor vermeld is, om te voor-
komen dat de machine beschadigd wordt of dat er
schade veroorzaakt wordt.
Het symbool
ming van de waarschuwing leidt tot mogelijke per-
soonlijke letsels of letsels aan anderen en/of schade.
De paragrafen die aangegeven zijn met
een grijze stippenrand wijzen op optionele
kenmerken die niet aanwezig zijn op
alle modellen die in deze handleiding
beschreven zijn. Controleer of het kenmerk
aanwezig is op het model in kwestie.
De aanwijzingen 'voor', 'achter', 'rechts' en 'links' heb-
ben betrekking op de werkpositie van de bediener.
1.2 REFERENTIES
1.2.1 Afbeeldingen
De afbeeldingen in deze gebruiksaanwijzingen
zijn genummerd 1, 2, 3 enz.
De onderdelen die op de afbeeldingen zijn aange-
geven, zijn gekentekend met de letters A, B, C enz.
Een verwijzing naar het onderdeel C in afbeelding
2 wordt aangegeven met de tekst: "Zie afbeelding
2.C" of eenvoudigweg "(Afb. 2.C)".
De afbeeldingen zijn indicatief. De effectieve delen
kunnen wijzigen ten opzichte van wat aangegeven is.
1.2.2 Titels
De handleiding is onderverdeeld in hoofdstukken
en paragrafen. De titel van de paragraaf '2.1 Trai-
ning' is een ondertitel van '2. Veiligheidsvoorschrif-
ten'. De verwijzingen naar titels of paragrafen zijn
aangegeven met de afkorting hst. of par. en het des-
betreffend nummer. Voorbeeld: "hst. 2" of "par. 2.1".
NL - 1
of
BELANGRIJK
wijst op een gevaar. Veronachtza-
verstrekt