Descargar Imprimir esta página

Veiligheidsvoorschriften; Voorafgaande Werkzaamheden; Tijdens Het Gebruik - Stiga BC 625 Serie Manual De Instrucciones

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 184

2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

2.1 TRAINING
Zorg dat u vertrouwd raakt met de bedie-
ningsknoppen en in staat bent de machine op
de juiste wijze te gebruiken. Leer de machine
snel af te zetten. Het niet in acht nemen van
de voorschriften en instructies kan brand en/
of ernstige letsels veroorzaken.
• Het nationale normenstelsel kan het gebruik
van de machine begrenzen.
• Laat nooit toe dat de machine gebruikt wordt
door kinderen of door personen die niet ver-
trouwd zijn met deze aanwijzingen. De mini-
male leeftijd van de gebruiker kan landelijk
gereglementeerd zijn.
• Gebruik de machine nooit indien de gebruiker
vermoeid of onwel is, of indien hij geneesmid-
delen, drugs, alcohol of andere stoffen ingeno-
men heeft die een negatieve invloed kunnen
hebben op zijn reactievermogen en aandacht.
• Denk eraan dat de persoon die de machine be-
dient of de gebruiker aansprakelijk is voor onge-
vallen en onvoorziene gebeurtenissen die per-
sonen of hun eigendommen kunnen overkomen.
Het valt onder de verantwoordelijkheid van de
gebruiker om de risico's, die het terrein waarop
hij moet werken met zich mee kan brengen, te
beoordelen en om alle nodige voorzorgsmaatre-
gelen te treffen met het oog op zijn eigen veilig-
heid en die van anderen, met name op hellingen,
hobbelige, gladde of instabiele terreinen.
• Indien men de machine aan derden wil geven
of lenen, moet men zich ervan verzekeren dat
de gebruiker de gebruiksaanwijzingen in dit
handboek doorneemt.

2.2 VOORAFGAANDE WERKZAAMHEDEN

Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM)
• Gebruik aanpassende beschermende kledij
met anti-snij beschermingen, trillingdempen-
de handschoenen, beschermende bril, anti–
stofmaskers, gehoorbeschermers en anti–snij
schoenen met anti–slipzool.
• Draag geen sjaal, hemd, halsketting, armban-
den, kledij met losse delen, of met bandjes of
dassen of andere hangende of wijde accessoi-
res die vastgegrepen kunnen worden door de
machine of voorwerpen en materiaal aanwezig
op de werkplaats.
• Lang haar wordt zorgvuldig bijeengebonden.
Werkzone / Machine
• Controleer grondig de hele werkzone en ver-
wijder alles wat van door de machine weg zou
kunnen uitgestoten worden of het maaime-
chanisme/draaiende organen zou kunnen be-
schadigen worden (keien, takken, ijzerdraad,
beenderen, enz.).
Explosiemotoren: brandstof
GEVAAR! De benzine en het mengsel zijn
licht ontvlambaar.
– Bewaar de benzine in speciale recipiënten
die daarvoor gehomologeerd zijn, op een
veilige plaats, uit de buurt van warmtebron-
nen of vuur.
– De recipiënten moeten buiten het bereik van
kinderen bewaard worden.
– Laat de recipiënten vrij van gras, bladeren of
overtollig vet
– Rook niet tijdens de voorbereiding van het
mengsel, tijdens het tanken of het bijvullen
van brandstof of elke keer wanneer men met
de brandstof werkt.
– Gebruik een trechter om brandstof bij te vul-
len, en doe dit enkel in de open lucht.
– Vermijd inademing van de dampen van de
brandstof.
– Als de motor aanstaat of warm is mag u geen
brandstof toevoegen of de dop van de benzi-
netank afdraaien.
– Open de dop van het reservoir langzaam om
de interne druk geleidelijk aan af te laten.
– Breng geen vlammen nabij de opening van het
reservoir om de inhoud ervan te controleren.
– Als u brandstof gemorst hebt, mag u de mo-
tor niet starten maar dient u de machine uit de
buurt van de plek waar u de brandstof gemorst
hebt te brengen en voorkomen dat er brand
ontstaat. U dient te wachten totdat de brand-
stof verdampt is en de dampen opgelost zijn.
– Draai de dop altijd weer goed op het brand-
stofreservoir en op de houder van de brandstof.
– Reinig onmiddellijk elk spoor van brandstof
dat op de machine of op de grond gelekt is.
– Start de machine nooit op de plaats waar
de brandstof bijgevuld werd; de motor moet
steeds gestart worden op een afstand van
minstens 3 meter van de plaats waar de
brandstof bijgevuld werd.
– Vermijd dat brandstof met kledij in contact
komt. Als dit toch gebeurt, moet u eerst an-
dere kledij aantrekken vooraleer de motor te
starten.

2.3 TIJDENS HET GEBRUIK

Werkzone
• Start de motor niet in gesloten ruimten waar
zich gevaarlijke koolstofmonoxide kan concen-
treren. Het opstarten moet in openlucht of op
een goed verluchte plaats plaatsvinden. Denk
er altijd aan dat uitlaatgassen giftig zijn.
NL - 2

Publicidad

loading