Descargar Imprimir esta página

Getinge MAQUET HEARTSTRING III Instrucciones De Uso página 17

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 45
HEARTSTRING III-systeem
voor proximale afsluiting
9.6
Als een plotselinge en AANZIENLIJKE WEERSTAND voelbaar is bij het uit elkaar halen voordat
de HEARTSTRING III proximale afsluiting geheel is verwijderd, dient u onmiddellijk te stoppen met
trekken aan de steel van de afsluiting en naar stap 9.6.1 te gaan.
Als er GEEN EXTRA WEERSTAND voelbaar is tijdens het verwijderen van de HEARTSTRING III
proximale afsluiting, gaat u naar stap 9.7 en voltooit u de verwijdering van de afsluiting volgens de
gebruiksaanwijzing.
9.6.1 Plaats uw wijsvinger voorzichtig op de aansluiting van de aorta en het transplantaat en oefen licht druk
uit om het bloeden te stelpen.
9.6.2 Trek het resterende deel van de HEARTSTRING III proximale afsluiting door de anastomose terug
door met de andere hand aan de steel van de afsluiting te trekken (zoals in stap 9.5). Pas de druk van
uw wijsvinger aan om de weerstand op de HEARTSTRING III proximale afsluiting te minimaliseren
terwijl u deze uit de tijdelijke opening in het raakvlak tussen het transplantaat en de aorta (afbeelding 21)
verwijdert.
WAARSCHUWING: Stop met trekken aan de steel van de afsluiting als de steel van de afsluiting
strak blijft aanvoelen tijdens het terugtrekken van de HEARTSTRING III proximale afsluiting of
als atraumatisch terugtrekken van de afsluiting niet lukt. Breng een partiële occlusieklem aan, maak
de anastomose ongedaan, verwijder de HEARTSTRING III proximale afsluiting en voltooi de
anastomose met behulp van een partiële occlusieklem voor de aorta.
Vinger
Losgemaakte
hechtingen
9.7
Controleer visueel of de HEARTSTRING III proximale afsluiting geheel is verwijderd aan de hand
van de aanwezigheid van een hoeksnede aan het uiteinde van de uit elkaar gehaalde afsluiting.
9.7.1 Breng de vrije uiteinden van de hechtdraad voorzichtig onder trekspanning om de losgemaakt
hechtingen te sluiten en een anastomose met een adequate hemostase te verkrijgen. Voltooi de
anastomose volgens de standaard chirurgische procedure.
10.
De aortaknipper is bestemd voor eenmalig gebruik (één aortotomie); ga echter als volgt te werk als u
meerdere anastomosen maakt met een aortaknipper of aortapons die geschikt is voor meermalig gebruik:
10.1 Kies een anastomoseplaats die zich ten minste 1,5 cm van de vorige anastomose bevindt.
10.2 Verwijder weggesneden aortaweefsel uit de pons.
10.3 Herhaal stap 2-8.
LEVERING
Het HEARTSTRING III-systeem voor proximale afsluiting is beschikbaar in twee configuraties:
1.
5-stuks verpakking HEARTSTRING III proximale afsluiting: één (1) 5-stuks verpakking bevat
vijf (5) afzonderlijke verpakkingen van één (1) proximale afsluiting, één (1) plaatsingsinstrument en
één (1) laadinstrument.
2.
HEARTSTRING III-systeem voor proximale afsluiting: één (1) proximale afsluiting, één (1) laadinstrument,
één (1) plaatsingsinstrument en één (1) aortaknipper.
Het HEARTSTRING III-systeem voor proximale afsluiting is bij levering STERIEL en NIET-PYROGEEN, mits
de verpakking ongeopend en onbeschadigd is. Het is gesteriliseerd met gammastraling en is uitsluitend bedoeld
voor eenmalig gebruik. NIET OPNIEUW STERILISEREN. NIET OPNIEUW GEBRUIKEN.
LET OP: Krachtens de federale wetgeving van de Verenigde Staten mag dit hulpmiddel uitsluitend door of op
voorschrift van een arts worden gekocht, gedistribueerd en gebruikt.
Het HEARTSTRING III-systeem voor proximale afsluiting bevat geen onderdelen van latex.
HEARTSTRING III proximale
afdichting (gedeeltelijk uit
elkaar gehaald)
Afbeelding 21.
Bloeding stelpen met behulp van wijsvinger
NEDERLANDS
Vaattransplantaat
17

Publicidad

loading