PARESTHESIE. Gevoel dat kan worden geproduceerd door elektrische stimulatie.
PATIëNTIDENTIFICATIEKAART. Kaart van creditcardformaat met daarop de naam van de patiënt, de naam
van de arts en het stimulatormodel met het serienummer.
PERMANENT IMPLANTAAT. Een stimulatorsysteem, pulsgenerator en leads, dat is geïmplanteerd in het
menselijk lichaam.
PROGRAMMA. Combinatie van een of meer stimulatiepatronen voor een of meer gebieden.
PULSBREEDTE. De tijdsduur van elke stimulatiepuls. Een optie-instelling die beschikbaar is via de
afstandsbediening.
RUGGENMERGSTIMULATIE (SPINAL CORD STIMULATION [SCS]). Een methode om elektrische pulsen
naar het ruggenmerg te sturen voor het blokkeren/afschermen van pijnsignalen naar de hersenen.
STIMULATIE. Als therapie voor pijnbestrijding is dit een kunstmatig toegediend, pulserend elektrisch signaal
op laag niveau dat door een hulpmiddel naar een zenuw wordt verzonden.
STIMULATIEDEKKING. Lichaamsgebied waar stimulatie plaatsvindt. (Zie Gebied.)
STIMULATOR. Kleine implanteerbare elektrische pulsgenerator waarmee stimulatie wordt toegediend.
STORINGEN VAN HET SySTEEM. Onvermogen van het ruggenmergstimulatiesysteem om stimulatie toe te
dienen.
VERPLAATSING VAN DE LEAD. De verschuiving van een lead van de oorspronkelijke locatie.
Woordenlijst
Precision Novi™-systeem Informatie voor patiënten
90971728-03 VERSIE A
147 van 491