8 T R A N S P O R T - E N O P S L A G V O O R W A A R D E N
8.1 Stuurapparaat, handstuk en
aansluitkabel, stekkeradapter en
voetschakelaar
LET OP
Schade door het laten vallen
Valt het stuurapparaat of het handstuk, kunnen ze wor-
den beschadigd.
Plaats het apparaat altijd op de rubbervoeten op een
E
vlak en stabiel oppervlak, zodat het niet kan vallen.
Leg het handstuk na elk gebruik op de handstukhou-
E
der, zodat het vastligt.
Mocht het stuurapparaat of het handstuk een keer
E
vallen, dan een visuele inspectie van de componenten
uitvoeren.
Het stuurapparaat of het handstuk ter controle afge-
E
ven bij een dealer, als de componenten zichtbare be-
schadigingen vertonen of niet normaal werken.
9 A F V O E R E N
Het apparaat dat zoals hiernaast is gemarkeerd,
E
moet volgens de geldende regelingen voor ou-
de elektronische apparatuur worden gerecycled.
Neem evt. contact op met de dealer of de be-
treffende autoriteiten voor de geldende regelin-
gen.
Zorg dat op de werkplek een container aanwezig is voor
E
het vakkundig afvoeren van vervuilde onderdelen.
Voer gebruikte of defecte Hygiënemodule alsookHygië-
E
nemodule, waarvan de verpakking is beschadigd af in
een prikbestendig reservoir (Sharps-container) overeen-
komstig de in uw land geldende voorschriften.
EXCEED
Transporteer het apparaat en de bijbehorende accessoi-
E
res uitsluitend in de originele verpakking.
Het apparaat en de bijbehorende accessoires altijd op-
E
bergen onder de volgende voorwaarden:
Omgevingstemperatuur
Relatieve luchtvochtig-
heid
Luchtdruk
8.2 Hygiënemodule
Het transport en de opslag van de Hygiënemodule moet
E
altijd geschieden onder de volgende omstandigheden:
Omgevingstemperatuur
Relatieve luchtvochtig-
heid
-10 °C tot +40 °C
10% tot 85%
540 hPa tot 1070 hPa
+15 °C tot +25 °C
30% tot 65%
NL
71