! Volg alle brandveiligheidsregels op (
! Verwijder de veiligheidsstickers en -labels niet van de machine.
! Kom niet bij of onder de machine als deze is opgetild en niet voldoende is beschermd tegen vallen of
omvallen.
! Het blootstellen van onderdelen van de grasopvangbak aan spanning kan deze beschadigen, de functie
verminderen of ertoe leiden dat objecten uit de opvangbak vallen. Controleer de opvangbak daarom
regelmatig volgens de aanbevelingen in deze handleiding.
! Schakel het maaimechanisme en de motor altijd uit en verwijder de sleutel uit het contactslot als u:
de machine schoonmaakt
maairesten uit het maaimechanisme verwijdert
de machine op controleert op beschadigingen of de machine repareert nadat u over een voorwerp hebt
gereden
zoekt naar de oorzaak van zeer hevige trilling
de motor of andere draaiende onderdelen repareert (koppel ook de kabel van de ontsteking los)
2.1.2 Voordat u de machine in gebruik neemt
! Gebruik de machine niet als deze is beschadigd of als een deel van de veiligheidsuitrusting ontbreekt.
Alle beschermende kappen en veiligheidselementen moeten altijd geplaatst te zijn. Verwijder
de veiligheidsvoorzieningen niet en stel ze niet buiten werking. Controleer regelmatig dat deze
voorzieningen goed functioneren.
! Gebruik de machine niet wanneer u onder invloed bent van alcohol, medicatie of verdovende middelen.
! Werk niet met de machine als u last hebt van duizeligheid of flauwte of als u op andere wijze verzwakt
bent of u zich niet goed kunt concentreren.
! Voordat u de machine gaat gebruiken, moet u volledig bekend zijn met de bediening zodat u, indien
nodig, de machine onmiddellijk kunt stoppen of de motor kunt uitzetten.
! Wijzig de instellingen van de motorafregeling of de snelheidsbegrenzer van de motor niet.
! Voordat u met de machine gaat werken, moet u alle stenen, hout, draden, botten, gevallen takken en
andere objecten die door de machine tijdens het maaien zouden kunnen worden gelanceerd, van het
te maaien oppervlak verwijderen.
! Verhelp alle storingen voordat u de maaier gaat gebruiken. Controleer, voordat u aan het werk gaat, de
spanning van de V-snaar, de scherpte van de messen en controleer dat de kap van het maaimechanisme
schoon is.
2.1.3 Wanneer u met de machine werkt
! De machine mag niet worden gebruikt op hellingen van meer dan 10° (17%) en wanneer u de 4x4-
aandrijving gebruikt, op een helling van meer dan 15°(27%).
! Het vervoeren van andere personen, dieren of objecten op de machine is verboden. Objecten mogen
alleen worden vervoerd op een door de fabrikant goedgekeurde aanhanger.
! Verwijder, ook als u de machine maar voor korte tijd alleen laat de contactsleutel uit het contactslot.
! Schakel, als u op de machine rijdt buiten het te maaien gebied, het maaimechanisme altijd uit en plaats
het in de transportstand.
! Maai nooit in de buurt van stortplaatsen, gaten of oevers. Als een wiel te dicht bij de rand van een gat
of greppel komt, zou de maaier plotseling kunnen omvallen.
! Blijf tijdens het maaien zijn uit de buurt van molshopen, betonnen steunen, boomstronken
en de stoepranden van tuinen en straten. Deze kunnen in contact komen met de messen en het
maaimechanisme en de machine zelf beschadigen.
! Als u tegen een vast object aanrijdt, stop de machine dan, stop het maaimechanisme en de motor en
controleer de hele machine, speciaal het stuurmechanisme. Repareer, zo nodig, alle schade voordat u
de machine weer start.
! U kunt beter met de machine geen nat gras maaien. De tractie neemt af en dat kan leiden tot slippen.
! Vermijd obstakels (bijv., plotselinge veranderingen in de helling, greppels, enz.) die de machine kunnen
doen omslaan.
2.4).
211