o) De werkruimte naar onderen afschermen.
p) Zorg er bij het nat slijpen voor, dat het water
gecontroleerd wegloopt en dat wegstromend of
rondsproeiend water geen schade of gevaar voor
de omgeving oplevert.
q) De werkruimte naar onderen afschermen.
5.3 Thermisch
a) Draag
bij
het
wisselen
werkhandschoenen,
heet wordt door het gebruik.
b) De uitlaat en de motor worden zeer heet. Houd het
apparaat altijd met beide handen aan de daarvoor
bestemde handgrepen vast.
5.4 Vloeistoffen (benzine en olie)
a) Bewaar benzine en olie in goedgekeurde reser-
voirs en in goed geventileerde ruimtes.
b) Laat het apparaat voor het tanken afkoelen.
c) Gebruik voor het tanken een geschikte trechter.
d) Gebruik geen benzine of andere ontvlambare
vloeistoffen voor reinigingswerkzaamheden.
e) Het apparaat niet aftanken in de buurt van de
werkplek.
f)
Let erop dat bij het tanken geen benzine wordt
gemorst.
5.5 Zaagslib
Voorkom huidcontact met zaagslib.
5.6 Dampen
a) Tijdens het tanken niet roken!
b) Adem geen benzinedampen of uitlaatgassen in.
c) Uitlaatgassen met hete vonken, en vonken die bij
het slijpen ontstaan, kunnen brand en/of explosies
veroorzaken. Voorkom dat de vrijkomende vonken
brandbare (benzine, droog gras, etc.) of explo-
sieve stoffen (gas etc.) ontsteken.
5.7 Stoffen
a) Bij het doorslijpen (vooral bij het droog slijpen) ont-
staan grote hoeveelheden stof die schadelijk voor de
gezondheid zijn. De gebruiker en de personen die
zich in de nabijheid bevinden, moeten tijdens het
van
gereedschap
omdat het gereedschap
gebruik van het apparaat geschikte stofmaskers
dragen.
b) Bij het bewerken van onbekend materiaal kan stof en
gas met chemische samenstelling vrijkomen. Deze
stoffen kunnen ernstige schade voor de gezondheid
veroorzaken. Informeerbij de opdrachtgever of de
verantwoordelijke instanties naar de gevaren van
de materialen. De gebruiker van het apparaat en
andere personen die zich in de directe omgeving
bevinden, moeten de juiste adembeschermings-
maatregelen treffen.
c) Om de stofontwikkeling bij het slijpen in minerale
materialen en asfalt te reduceren, adviseren wij
om bij voorkeur nat te slijpen.
d) Stof van materiaal zoals loodhoudende verf, som-
mige houtsoorten, mineralen en metaal kunnen scha-
delijk voor de gezondheid zijn. Het in contact komen
met of het inademen van dit stof kan leiden tot allergi-
sche reacties en/of aandoeningen van de luchtwegen
bij de gebruiker of personen die zich in de buurt be-
vinden. Asbesthoudend materiaal mag alleen door
vakkundig personeel worden bewerkt. Om stofvor-
ming bij het slijpen te reduceren, adviseren wij om
bij voorkeur nat te slijpen. Zorg voor een goede
ventilatie van de werkruimte. Het wordt gead-
viseerd een ademmasker met filterklasse P2 te
dragen. De in uw land geldende voorschriften bij
de te bewerken materialen in acht nemen.
5.8 Eisen aan de gebruiker
a) Neem pauzes en doe ontspannings- en vingeroe-
feningen, voor een betere doorbloeding van uw
vingers.
b) Wees alert, let goed op wat u doet en ga met
verstand te werk bij het gebruik van het apparaat.
Gebruik het apparaat niet wanneer u moe bent
of onder invloed bent van drugs, alcohol of me-
dicijnen. Een moment van onoplettendheid bij het
gebruik van het apparaat kan tot ernstig letsel leiden.
5.9 Veiligheidsinstructies voor snijwerkzaamheden
met doorslijpschijven
a) Zorg ervoor dat de doorslijpschijf volgens de aan-
wijzingen van de fabrikant is aangebracht.
b) Slijpschijven dienen zorgvuldig, volgens de aan-
wijzingen van de fabrikant, opgeslagen en behan-
deld te worden.
c) Gebruik alleen doorslijpschijven waarvan het toe-
gestane toerental minstens even groot is als het
maximale toerental van het apparaat.
d) Er mogen geen beschadigde, onronde of vibre-
rende snijgereedschappen worden gebruikt.
e) De buitendiameter en dikte van de doorslijpschijf
dienen overeen te komen met de opgegeven af-
metingen van het apparaat. Inzetgereedschap van
nl
125