7.2.2 Terugslag vermijden 9
ATTENTIE
Het apparaat altijd van bovenaf in het werkstuk in-
drijven. De doorslijpschijf mag het werkstuk alleen in
een positie onder het draaipunt aanraken.
ATTENTIE
Pas op wanneer u de doorslijpschijf in een bestaande
zaagsnede aanbrengt.
8 Verzorging en onderhoud
WAARSCHUWING
Schakel voor alle onderhouds-, reinigings- en repara-
tiewerkzaamheden het apparaat uit.
8.1 Onderhoud
8.1.1 Voor het begin van de werkzaamheden
» Apparaat op optimale toestand en volledigheid contro-
leren en indien nodig repareren
» Apparaat op lekkages controleren en eventuele lekka-
ges repareren
» Apparaat op verontreinigingen controleren en indien
nodig reinigen
» Bedieningselementen op correcte werking controleren
en indien nodig laten repareren
» Doorslijpschijf op optimale toestand controleren en
indien nodig vervangen
8.1.2 Halfjaarlijks
» Van buiten toegankelijke schroeven / moeren natrekken
» Benzinefilter op verontreinigingen controleren en indien
nodig vervangen
» De aandrijfriem naspannen, als de riem bij belasting van
de doorslijpschijf doorslipt
8.1.3 Indien nodig
» Van buiten toegankelijke schroeven / moeren natrekken
» Luchtfilter vervangen, als de motor niet aanslaat of
wanneer het motorvermogen sterk afneemt
» Benzinefilter op verontreinigingen controleren en indien
nodig vervangen
» Bougie reinigen / vervangen, als de motor niet of alleen
moeilijk aanslaat
» De aandrijfriem naspannen, als de riem bij belasting van
de doorslijpschijf doorslipt
» Stationair toerental afstellen, als de doorslijpschijf bij
stationair toerental niet tot stilstand komt
7.3 Motor afzetten
WAARSCHUWING
Als de motor niet met behulp van de aan-
/uitschakelaar kan worden afgezet, moet de motor
desnoods worden afgezet door de chokehendel uit
te trekken.
WAARSCHUWING
Het apparaat mag alleen met stilstaande doorslijp-
schijf worden weggezet. Het apparaat altijd in uitge-
schakelde toestand opbergen en vervoeren.
1.
Laat de gashendel los.
2.
Schakel de aan-/uitschakelaar in de stand "Uit".
8.2 Luchtfilter vervangen 10 11
GEVAAR
De gebruiker en de personen die zich in de nabijheid
bevinden, moeten tijdens stof veroorzakende werk-
zaamheden geschikte stofmaskers dragen.
ATTENTIE
Indringend stof kan het apparaat ernstige schade
toebrengen. Gebruik het apparaat nooit zonder, of met
een beschadigd luchtfilter. Bij het vervangen van het
luchtfilter moet het apparaat rechtop staan en niet op zijn
zijkant liggen. Let erop dat er geen stof op het filterscreen
onder het luchtfilter terecht komt.
AANWIJZING
Vervang het luchtfilter wanneer het motorvermogen merk-
baar afneemt of wanneer het starten moeilijker gaat.
AANWIJZING
Bij dit apparaat wordt de aangezogen verbrandingslucht
met behulp van een onderhoudsvrij cycloonfilter van het
grootste deel van het aangezogen stof ontdaan. Deze
voorreiniging leidt ten opzichte van de gangbare syste-
men tot een wezenlijke vermindering van het onderhoud.
1.
Draai de bevestigingsschroeven van het luchtfilter-
deksel los en verwijder ze.
2.
Verwijder het aanwezige stof uit het luchtfilter en het
filterhuis (stofzuiger gebruiken).
3.
Draai de bevestigingsschroeven van de filterhouder
los en verwijder het luchtfilter.
4.
Breng het nieuwe luchtfilter aan en bevestig dit met
de filterhouder.
5.
Breng het luchtfilterdeksel aan en draai de bevesti-
gingsschroeven vast.
nl
131