OPMERKING!
Volgende belichtingen en belichtingen van 20 seconden in de modus „Fast":
wanneer binnen 3 seconden na het einde van een belichting de knop op het
handstuk langer dan 2 seconden ingedrukt wordt gehouden, dan volgt de
volgende belichting gedurende 20 seconden in de modus „Fast".
Wanneer de knop aan het handstuk daarentegen pas na 3 seconden na het
einde van een vorige belichting langer dan 2 seconden ingedrukt wordt
gehouden, dan volgt de volgende belichting gedurende 20 seconden in de
modus „Slow rise".
Zie voor een samengevatte bediening hoofdstuk 4.2.2 (Functies bedieningsknoppen
en indicatielampjes) en hoofdstuk 4.2.3 (Verklaring akoestische signalen).
7.4
Beveiliging tegen overbelasting
In geval van een uiterst intensief gebruik wordt automatisch een oververhittingsbeveiliging
geactiveerd (normaal gesproken na ca. 18 opeenvolgende cycli van 20 seconden),
en een akoestisch signaal klinkt (3 piepen). Het activeren van de oververhittingsbeveiliging
verhindert tijdelijk, gedurende enkele minuten, het gebruik van de lamp.
Gelieve het apparaat ca. 10 minuten te laten afkoelen.
7.5
De gele led op het oplaadstation knippert
Wanneer de gele led (2) (zie hoofdstuk 4.2 Bedieningsknoppen en indicatielampjes) op
het oplaadstation knippert, betekent dat:
1 Accu defect (zie hoofdstuk 6.3.5 Vervangen van de accu) of
2 Kortsluiting tussen de contacten van het oplaadstation.
In geval 2 (kortsluiting) moet u als volgt te werk gaan om het oplaadstation weer
in bedrijf te nemen:
1 Koppel het oplaadstation los van de netvoeding; alle led's gaan uit.
2 De oorzaak van de kortsluiting opheff en.
3 Het oplaadstation weer op de netvoeding aansluiten: de GROENE led gaat
branden (zie hoofdstuk 4.2 Bedieningsknoppen en indicatielampjes).
8
Reiniging, desinfectie, sterilisatie
8.1
Sterilisatie-instructies
LET OP!
De sterilisatie van lichtgeleider en het beschermkapje mag alleen met een
stoomautoclaaf worden uitgevoerd bij een maximale temperatuur van
135°C (275°F) gedurende 20 minuten. Er mag geen andere sterilisatie methode
worden gebruikt (droge hitte, straling, ethyleenoxide, gas,
lagetemperatuur-plasma, enz.).
LET OP!
Ter voorkoming van bacterie- of virusinfecties moeten na iedere behandeling
de lichtgeleider en het beschermkapje worden gereinigd, gedesinfecteerd
en gesteriliseerd!
OPMERKING!
De gebruiker moet alle sterilisatiefasen conform EN 554 uitvoeren!
Translux
x
®
Power Blue
®
NL
- 19 -