PROBLEEM
NL
Startsysteem normaal
WAARSCHUWING
• Kom tijdens het controleren van de bougie nooit met natte handen aan de
hoogspanningskabel van de bougie.
• Controleer of er geen benzine aan de buitenkant van de motor gemorst is en of de bougie niet
nat geworden is door benzine.
• Om brand te voorkomen moet u vonken ver uit de buurt van het montagegat van de bougie
houden.
Als de motor nadat u alle hierboven vermelde elementen gecontroleerd heeft niet functioneert moet u
contact opnemen met de dealer.
II. VERMINDERDE PRESTATIES VAN DE MOTOR
PROBLEEM
Als de smoorklep
meer opengedraaid
wordt stemt de ver-
snelling niet overeen,
vermindert of de mo-
tor stopt.
110
OORZAAK
Luchtlekken tussen cilinder-
blok en cilinder.
Luchtlek uit de klep.
OORZAAK
Ontstekings-
Ontstekingstiming niet juist.
systeem.
B r a n d s t o f -
Lucht in het brandstofcircuit of
toevoer.
circuit verstopt.
Hoofdstraal niet goed afge-
steld.
In de carburateur gat van
naaldklep en hoofdverstuiver
verstopt.
Benzinekraan verstopt.
Koolaanslag in de verbran-
dingskamer.
Luchtfilter verstopt.
Lekken uit de toevoerslang.
Slechte com-
Zuiger, cilinder of elastische
pressie.
band versleten.
Luchtlek uit contactvlak tussen
cilinderblok en cilinderkop.
Klepspeling te klein of te
groot.
Klep dicht niet af.
REMEDIE
Cilinderpakking controleren en
controleren of contactvlak vlak
is ten opzichte van cilinderkop.
Bouten met aangegeven aan-
haalkoppel aandraaien.
Klepspeling controleren en con-
troleren of klep goed vastgezet
is. Indien nodig repareren.
REMEDIE
Voorontsteking afstellen.
Ontluchten
of
leidingen
doorspoelen.
Afstellen.
Schoonmaken en met lucht
doorblazen.
Schoonmaken en beschadig-
de onderdelen vervangen.
Schoonmaken.
Filterelement reinigen.
Vervangen.
Vervangen.
Pakking vervangen.
Afstellen.
Repareren.