Gebruikersprogramma (P 7)
Eigenschappen van het programma
• Met het gebruikersprogramma kunt u uw eigen trainingsprogramma met
intensiteitsprofiel samenstellen . Voor alle 10 de tijdssegmenten kan de
intensiteit worden ingesteld .
• U kunt de trainingstijd, de trainingsafstand, het aantal calorieën en de
doelhartslag instellen .
• Houd uw hartslag tijdens de training op peil en pas de intensiteit van de
training hieraan aan .
• De intensiteit van de training kunt u instellen door de weerstand te verho-
gen / verlagen of door de trapfrequentie te verhogen .
SCAN
PROGRAM
SPEED
TIME
DISTANCE
KM
CALORIES
PULSE
Instellingen
Trainingstijd (TIME)/trainingsafstand (DISTANCE): wanneer u het ge-
bruikersprogramma (P 7) selecteert, knippert op het scherm de trainingstijd
(TIME) . Nu kunt u de trainingstijd of de trainingsafstand (DISTANCE) instellen .
Wanneer u de trainingstijd instelt, slaat de computer het instellen van trai-
ningsafstand automatisch over . Wanneer u geen trainingstijd instelt, kunt u
de trainingsafstand instellen .
• Houd de SET-knop ingedrukt tot het scherm de gewenste trainingstijd
toont . Bevestig de selectie door op de knop SET te drukken .
All manuals and user guides at all-guides.com
Selectie
Houd de UP- of DOWN-functieknop
ingedrukt tot het symbool van het
Gebruikersprogramma in het pro-
grammakeuzemenu knippert .
Bevestig de selectie door op de knop
SET te drukken .
Calorieën (CALORIES): heeft u de trainingstijd of de trainingsafstand inge-
steld, dan knippert de caloriewaarde (CALORIES) .
• Houd de UP-knop ingedrukt tot het scherm het aantal calorieën toont dat u
wilt verbruiken . Bevestig de selectie door op de knop SET te drukken .
Doelhartslag (PULSE): heeft u het aantal calorieën ingesteld, dan knippert
de waarde van de hartslag (PULSE) .
• Houd de UP-knop ingedrukt tot het scherm de gewenste doelhartslag
toont . Bevestig de selectie door op de knop SET te drukken .
Het intensiteitsprofiel – de tijd-/weerstandssegmenten 1 – 10 (LEVEL):
Wanneer u uw doelhartslag heeft ingesteld, dan verandert de waarde op het
scherm LEVEL . De eerste waarde van de 10 tijdssegmenten knippert .
• Druk op de knoppen UP/DOWN tot het gewenste intensiteitsniveau is
bereikt . Bevestig de selectie door op de knop SET te drukken .
• Het scherm toont nu het tweede tijdssegment: herhaal de procedure voor
alle tijdssegmenten .
Start de training
Wanneer u klaar bent met het instellen van de computer, knippert het sym-
bool van het Gebruikersprogramma weer . Door op de functieknop ST/SP te
drukken start het trainingsprogramma en kunt u met de training beginnen .
Het trainingsprogramma begint op het weerstandsniveau dat u bij het eerste
tijdssegment heeft ingesteld .
Tijdens de training kunt u de weerstand verhogen of verlagen . Het maximale
en minimale weerstandsniveau hangt daarbij af van het hoogste en laagste
weerstandsniveau dat u in het intensiteitsprofiel heeft ingesteld . Het door u
ingestelde weerstandsprofiel blijft in tact .
NL