nl
6.1.2
Apparaat uitschakelen
Om mogelijk gegevensverlies te vermijden, moet de OrthoPilot
correct worden afgesloten, nadat de applicatiesoftware volledig is doorlo-
pen en afgesloten. Dit gebeurt via het OrthoPilot
►
Druk op de knop "Shutdown" 13.
Er verschijnt een bevestigingsvenster.
►
Druk op de knop "OK".
®
De OrthoPilot
4 panel PC schakelt uit en de lichtindicator van de but-
tons dooft. De panel PC bevindt zich in de standby-modus. De
®
OrthoPilot
4 snoerloze voetschakelaar en de OrthoPilot
camera worden daarbij ook in de standby-modus gezet.
®
►
OrthoPilot
Verwijder de USB security key indien nodig, zodat het
systeem beschermd is tegen toegang door derden: verwijder de
®
OrthoPilot
USB security key uit de USB-poort 23, zie Afb. B.
Opmerking
®
Als de OrthoPilot
4 panel PC niet correct kan worden uitgeschakeld, kan de
uitschakeling worden geforceerd door de ON-button 1 langer dan vier
seconden in te drukken. Deze mogelijkheid mag alleen in noodgevallen
worden gebruikt, omdat dit kan leiden tot gegevensverlies.
6.1.3
Buitenbedrijfstelling
Opmerking
Het product kan uitsluitend veilig en compleet van het voedingsnet worden
losgekoppeld door de netkabel uit voedingsnet te trekken.
►
Apparaat uitschakelen, zie Paragraaf 6.1.2.
►
Netsnoer uit de stekkerdoos van de huisinstallatie trekken.
Het apparaat is nu veilig buiten bedrijf gesteld.
6.2
Toebehoren aansluiten
Opmerking
Alle interfaces achter de service-afdekking 17 zijn alleen voor de service
bestemd.
►
Service-afdekking alleen door Aesculap geautoriseerd personeel laten
verwijderen.
Combinaties van accessoires die niet in deze gebruiksaanwijzing worden
vermeld, mogen uitsluitend worden gebruikt als ze uitdrukkelijk voor de
beoogde toepassing bestemd zijn. De vermogenskenmerken en veiligheids-
eisen mogen daarbij niet nadelig worden beïnvloed.
Alle apparaten die op de interfaces zijn aangesloten, moeten ook aantoon-
baar voldoen aan de corresponderende IEC-standaarden (bijv. IEC 60950
voor dataverwerkingsapparaten en IEC/DIN EN 60601-1 voor medische
elektrische apparaten).
Alle configuraties moeten voldoen aan de basisnorm IEC/DIN EN 60601-1.
De persoon die apparaten aan elkaar koppelt, is verantwoordelijk voor de
configuratie en moet ervoor zorgen, dat wordt voldaan aan de basisnorm
IEC/DIN EN 60601-1 of aan de relevante nationale normen.
Opmerking
Er mogen alleen USB 2.0 en USB 3.0 apparaten worden gebruikt.
►
Neem bij vragen a.u.b. contact op met uw B. Braun/Aesculap-partner
of de Technische dienst van Aesculap, adres zie Paragraaf 12.
6.3
Functionele test
®
►
OrthoPilot
4 panel PC visueel controleren op onberispelijke mechani-
sche toestand.
Opmerking
®
De OrthoPilot
4 panel PC voert tijdens de start een zelftest van het systeem
uit, die eventuele systeemfouten meldt, zie Paragraaf 11.
104
®
4 panel-pc
®
4 homescreen.
®
4 snoerloze
7.
Bediening
WAARSCHUWING
Verwondingsgevaar van de patiënt door verkeerd aangegeven waar-
den!
Aangegeven waarden kunnen verkeerd geïnterpreteerd worden in
geval van weergavefouten.
®
►
Gebruik de OrthoPilot
4 panel PC niet bij uitval van delen van het
scherm of bij pixelfouten.
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding en/of slechte werking!
►
Voer voor elk gebruik een functietest uit.
►
Apparaat niet gebruiken als de voedingskabel defect is.
►
Apparaat niet gebruiken als het gevallen is en een defect vertoont.
►
Apparaat niet gebruiken als er vloeistof in het apparaat is binnen-
gedrongen.
VOORZICHTIG
Onjuiste berekeningen in de OrthoPilot
te opereren zijde verkeerd is geselecteerd!
►
Zorg er bij het invoeren van patiëntgegevens voor dat de te opere-
ren zijde correct is ingegeven.
VOORZICHTIG
Uitval van het apparaat door het niet in acht nemen van het
®
OrthoPilot
4 HomeScreen!
►
Neem de statusinformatie in het OrthoPilot
acht.
►
Gebruik het systeem niet bij bestaande foutmeldingen.
►
Houd rekening met systeemwaarschuwingen, vooral met betrekking
tot de noodstroomvoorziening/de batterijstatus.
VOORZICHTIG
Uitval van het apparaat als gevolg van schadelijke software!
►
Controleer overschrijfbare gegevensdragers die worden gebruikt
om een back-up te maken van rapporten voordat u ze gebruikt met
een up-to-date virusscanner.
VOORZICHTIG
De documentatie van de navigatiegegevens geeft niet noodzakelijker-
wijs het bereikte medische OP-resultaat weer!
►
Zorg ervoor dat de registratie van de navigatieresultaten op het
juiste moment wordt uitgevoerd met de juiste positie van het gena-
vigeerde instrument.
Na de systeemstart wordt het OrthoPilot
Deze bestaat uit de volgende elementen:
■
Patiëntgegevens 7
■
Naam ziekenhuis 8
■
Artsenprofiel 9
■
Applicaties/applicatieprocessen 11
■
Apparaatstatus/apparaatkoppeling 4
■
Gegevensback-up/gegevensopschoning 12
■
Instellingen 13
■
Statusindicatie (volume/datum/tijd) 10
■
System-Shutdown 5
®
softwaretoepassingen als de
®
4 HomeScreen in
®
4 HomeScreen 6 weergegeven.