Publicidad
Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
Aesculap
Hoogfrequentie-chirurgieapparaat GN300
Hardware-controle
Alle door het apparaat gegenereerde interne spanningen en andere hard-
warefuncties worden doorlopend gecontroleerd. Als een fout wordt opge-
merkt verschijnt in het monopolaire display de foutcode „Er 400" (hard-
warefout). Bij deze fout is het niet mogelijk met het apparaat te werken.
Bewaking van het programmaverloop
Chronologische bewaking
Om het juiste chronologische programmaverloop te bewaken, beschikt het
HF-apparaat over een Watchdog-timer, die tijdens het normale program-
maverloop met regelmatige tussenpozen getriggerd moet worden. Wan-
neer dit triggersignaal langer dan 15 ms niet gegeven wordt, wordt de HF-
activering via een pad dat onafhankelijk is van de processor, op betrouw-
bare wijze geblokkeerd.
Logische bewaking
Behalve het correcte chronologische programmaverloop, wordt ook het
logische programmaverloop op fouten gecontroleerd. Een afwijking wordt
hier weergegeven met de foutcode „Er 500".
Parameterbewaking
Bedrijfsmodus „HF gedeactiveerd"
Tijdens de bedrijfsmodus „HF gedeactiveerd" worden de actuele waarden
van de parameter adapter-spanning, adapter-stroom, HF-sensorspanning
bipolair en HF-sensorspanning monopolair voortdurend vastgelegd en met
de betreffende grenswaarde voor de bedrijfsmodus „HF gedeactiveerd"
vergeleken.
Wanneer bij deze vergelijking tussen instelwaarden en actuele waarden
een fout wordt waargenomen, wordt een activering van de HF-uitgangen
geblokkeerd. Afhankelijk van de steeds waargenomen fout wordt ook de
betreffende foutcode in het display weergegeven.
Als de fout betrekking heeft op de netspanning respectievelijk de netdeel-
stroom, dan worden beide HF-generatoren geblokkeerd. Een fout bij de
HF-sensorpanningsbewaking blokkeert telkens alleen de getroffen HF-uit-
gang.
174
®
Bedrijfsmodus„HF geactiveerd"
Als de HF-uitgang geactiveerd is, worden de werkelijke waarden van de
voor de toegepaste spanning, stroom en HF-sensorspanning/toetsverhou-
ding, doorlopend geregistreerd en met de overeenkomstige grenswaarden
vergeleken. Als er bij de vergelijking van deze waarden een fout wordt
gedetecteerd, wordt de HF-uitgang onmiddellijk via verscheidene kanalen
gedeactiveerd.
Afhankelijk van de steeds waargenomen fout wordt ook de betreffende
foutcode in het display weergegeven.
Als de fout betrekking heeft op de netspanning respectievelijk de netdeel-
stroom, dan worden beide HF-generatoren geblokkeerd.
Een fout bij de HF-sensorpanningsbewaking blokkeert telkens alleen de
getroffen HF-generator.
Bewaking van de RAM-waarden
De via het folietoetsenbord ingevoerde instelwaarden voor de dosis, de
modulatiegraad en de pedaaltoekenning: worden in het RAM-geheugen
dubbel opgeslagen en doorlopend gecontroleerd. De betreffende waarden
moeten daarbij gelijk zijn en in het toelaatbare waardebereik liggen. Wan-
neer een fout optreedt wordt de foutcode „Er 400" aangegeven.
Bewaking van de geheugenwaarden
De bij de opgeslagen apparaatinstelling behorende instelwaarden voor de
dosis, de modulatiegraad en de pedaaltoekenning, worden dubbel in een
niet-vluchtig geheugen (EEPROM) opgeslagen en bij oproep uit het
geheugen gecontroleerd. De betreffende waarden moeten daarbij gelijk
zijn en in het toelaatbare waardebereik liggen.
Bewaking van de software-vergelijking
De apparaatspecifieke gegevens, zoals serienummer en vergelijkingswaar-
den van de tijdens de apparaatafstelling uitgevoerde capaciteit-vergelij-
king, zijn in een niet-vluchtig geheugen (EEPROM) dubbel opgeslagen en
kunnen daarom op identieke overeenkomst worden gecontroleerd. Een
fout wordt aangegeven via de foutcode „Er 600".
Werken met het apparaat als de beperking met betrekking tot de juistheid
van de uitgangswaarden wordt nageleefd.
Publicidad
