Craftsman 27710 Manual De Las Instrucciones página 13

1. Veiligheidsregels
A
Veilige bedieningsmethoden voor zittrekkers
• BEL&NGRIJK: DEZE MAAtMACHtNE KAN HANDEN EN VOETEN AMPUTEREN EN VOORWERPEN WEGSLINGEREN. HET NIET
OPVOLGEN VAN DEZE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES KAN ERNSTIG OF DODELIJK LETSELTOT GEVOLG HEBBEN.
@
I. TRAINING
Lees de inst_ aandechtlg.Zorg dat u vertrouwd bent
met de bedlaningselamanten an her juiste gebruik van
de machine.
• Laat Idnderen of mensen die niet bekend zijn met de in-
structies, de meeirnachine niet gebruiken. Her is mogelijk
dat plaeteelijke voorschriftaneen beperking stellen aan
de leeftiJdvan de bestuurder.
• MaaJ nooit terwijl mensen, vooral kinderen, of huisdlaren
in de buurt zijn.
• Bedenk det de bestuurder of gebruiker verantwoordelijk
is veer or_ukken of risico'sdie andere mensen of hun
eigendommen kunnen overkoman.
• Geen passagiem vervoeren.
• Alie bestuurdem dienen vakkundigeinstructies te ontvan-
gen. Bij dergelijke instructlesdient de nadruk te worden
gelegd op:
- de noodzaak voor aandacht en concentratie bij her
werken met zittrekkars;
- een zittrekker die op een helling wegglijdt, kan niet
onder controle worden gehouden door te remmen.
De hoofdredenen voob' b estudngsvedies zijn:
a) onvoldoende houvast;
b) te snel rijdan;
c) ontoereikand remmen;
d) hat soort machine is nlat geschikt voor de taak;
e) gebrek aan kennisvan hat effect van bodemcondiUes,
voorel hellingen;
f) verkeerd vastkoppelen en verkeerde vardeling van
de lading.
iL VOORBEREIDING
Draag tijdens hat maaien alUjd stevige schoenen en een
lange breek. Gebruikde machine niet blootsvoets ofterwijl
u open sandalen draagt.
Inspecteer de plek waar de machine zal worden gebruikt,
kgrondig en verwijder allevoorwerpen die doorde machine
unnen worden weggeslingerd.
WAARSCHUW|NG - Benzine is ticht ontvtambaar.
- Bewanr brandstofin blikkendie speciaal voor dat deal
zijn bestemd.
- Tank alleen I_iten en rook niet tiidens hat tanken.
- Tank voordat u de motor start. Draai de dop nooit van
de benzinetank a! oftank nooit terwijl de motor draait
of heet is.
- AIs benzine is gemorst, pmbeer de motor dan niet te
starten maar haal de machine van de plaats vandaan
waar u benzine heeft gemorst en zorg dat u geen ont-
stekingsbronteweeg brengttotdet de benzinedampen
zijn vardreven.
- Draai de dop van alle brandstoftanks en-blikken weer
goad vast.
Vervang defecte geluiddempem.
Inspecteer v66r het gebruik altijd of de messen, mes-
bouten en maai-inrichting niet versleten of beschadigd
zijn.Vervang versleten of beschadigde messen en bouten
in sets om hat evenwicht in stand te houden.
Op machines met meerdere messen dient u eraan te
denken dat het draaien van _,dn rues andere messen kan
doen draaien.
IlL BEDIENING
• Laat de moto_ niet draalen in een besloten ruimte waar
gevaadijke koolmonoxydedampen zich kunnen varza-
melan.
• Maa| alleen bij daglicht of geed ku_nstlicht.
• Voordet u de motor gaat starten, rane.t u _le me._h, ulp-
stakkoppelingen uitschakelan en naar ee vdjmop scnaKe-
lan.
• Gebruik de trekker niet op hellingan van meter dan 10°.
• Denk eman dater geen "vailige" hellingen bestaan. Bijbet
rijden OP hellingen met gras dient men extra voorzichtig
te zljn. Zo zorgt u ervoor dat de trekker nlat omalaat:
- stop en start niet ploteeling bij hat op of afdjden van
een helling.
- schake_ de koppeting ier_jzaam in, houri de machine
altijd in de vemnelling, voorel bij het afrijden van een
heuvel;
- de snelheid van de machine dient op hellingen en in
scherpe bochten leeg te worden gehouden;
- kijk uit veer hulten en kuilen en andere verborgen
gevaren;
- meei nooit dwars op de helling tenzij de maaier veer
• dit doel is ontworpen.
• Wees voorzichtig bij hat trekken van ladingen of hat
gebruik van zwaar materieel.
- Gebruik alleen goedgekeurde aanhaakpunten voor
een tmkstang.
- Beperk de lading tot hetgeen u veilig kunt hanteren.
- Mask 9een scherpe bochten. Wees voorzichtig
achteruit rijden.
- Gebruik contragewicht(en) ofwielgewichtan wanneer
dat in de handleiding wordt aangeraden.
• Kijk uit voor hat varkeer wanneer u de wag oversteekt of
zich nabij enn wag bevindt.
Stop de messen voordat u andere oppervlakken dan gras
oversteekt.
• Voer bij het gebruik van hulpstukken hut matedaal nooit
af in de richting van omstanders en laet niemand in de
buurt van de machine komen terwijl daze in beddjf is.
• Gebruik de maaimachine nooit met defecte bescherm-
kappen en schermen of zonder beveiligingsinrichtingen
op hun plaats.
• Verander de insteilingvan de motorregelaar niet en ieat
de motor niet met tehoge toeren draaien. AIs de motor
met te hoog toerental draait, kan het risicovan lichamelijk
letsel grater worden.
Voordat u de bestuurdersstoel verlaat:
de aftakas uitschakelen en de hulpstukken needa-
ten;
naar de vrijloopschakelen en de parkeerrem inschske-
len;
de motor stoppen en de sieutel verwijderen.
Schakel de aanddjving naar de hulpstukkan uit, stop de
motor en maak de bougiekabel(s) los o! verwijder het
contactsleuteltje,
voordat u opgehoopt matedaa! weghaalt of een ver-
stopta afvoer ieegmaakt;
voordat u de maaimachine contmleert, schoonmaakt
of eraan werkt;
13