ACTCART_CH_EN.fm 6/1/04 9:51 am
UC199600212b ML
7 x 9 inches (177.8 x 228.6 mm)
6. De methodiek die bij cardiopulmonaire bypassoperaties wordt gebruikt is voortdurend aan verandering onderhevig,
net als de demografie van de populatie bypass-patiënten. Deze veranderingen hebben invloed op de gevoeligheid van
de patiënt voor heparine, op de verdunning van stollingsfactoren door het extracorporale circuit, op het gebruik van
citraatbloedproducten, op het gebruik van trombocytenaggregatieremmers, op hypothermie, op fluctuerende
calciumwaarden, op een wijziging in de trombocytenfunctie of -telling, op onbekende coagulopathieën, enz.
patiënt kan overmatige bloedverdunning tijdens bypass, vaak als gevolg van de wens tot het beperken van het gebruik
van heterologe bloedproducten, tot postoperatieve hemodilutie leiden. Deze hemodilutie kan zo groot zijn dat de
stollingstijden, die door de geactiveerde stollingstijd worden weergegeven, door de hemodilutie worden verlengd.
ernstige gevallen kan de hemodilutie zo sterk zijn dat er geen meetbare stolling optreedt. Als dat het geval is, kunnen
er door een tekort aan stollingsfactoren in het plasma bij de patiënt postoperatief bloedingen optreden. De
geschiktheid van stollingsfactoren in plasma kan niet aan de hand van de hematocrietwaarde van de patiënt worden
bepaald. Vaak krijgt een patiënt gewassen cellen toegediend, terwijl het verloren gegane plasma niet wordt
gecompenseerd. Als na reversie van de heparinisatie de HR-ACT niet meer stolt en een protaminetitratie erop duidt
dat er geen heparine aanwezig is (de heparinetest wordt niet in dezelfde mate door verdunning beïnvloed als een
geactiveerde stollingstijd), dan is een coagulopathie door hemodilutie goed mogelijk. Als er een preoperatief
stollingsprofiel van de patiënt bekend is, een geactiveerde partiële tromboplastinetijd (aPTT) of een protrombinetijd
(PT), moet een vergelijking van de pre- en postoperatieve waarden op een verlenging duiden. De mate van verlenging
is patiëntgerelateerd en kan niet door referentie aan een normaal stollingstijdbereik worden beoordeeld. Een aPTT dat
van een laag normaal bereik verandert naar een hoog normaal bereik vormt een indicatie voor een significante
wijziging in de stollingskenmerken van de patiënt.
Waarschuwing: Door de samenstelling van het HR-ACT-patroon mag dit niet voor het bewaken van lokale antistolling door
het infuseren van citraat worden gebruikt.
Raadpleeg de gebruikershandleiding voor waarschuwingen en beperkingen met betrekking tot het apparaat.
12 VERWACHTE WAARDEN
Bij 3 normale vrijwilligers werden de stollingstijden met het Medtronic-patroon voor laag bereik geactiveerde stollingstijd
(LR-ACT), het Medtronic-patroon voor recalcified geactiveerde stollingstijd (RACT) en het Medtronic-patroon voor hoog
bereik geactiveerde stollingstijd (HR-ACT) bepaald. In Tabel 3 staat een voorbeeld van een individuele reactie op heparine
bij het gebruik van bloed van 3 donoren. De HR-ACT- en de LR-ACT-patronen werden met vers afgenomen volbloed getest
en de RACT-patronen werden met citraatbloed (3,2% natriumcitraat) getest. De reactie op een verhoogde concentratie
heparine kan per persoon verschillen. Elk laboratorium/elke instelling moet aan de hand van hun lokale demografische
gegevens een eigen bereik vaststellen.
LR-ACT
Heparine-
Gem. stollingstijd
a
concentratie
0,0
1,0
2,0
3,0
4,0
5,0
6,0
0,0
1,0
2,0
3,0
4,0
5,0
6,0
0,0
Gebruiksaanwijzing
231036-00
Tabel 3.
RACT
Heparine-
concentratie
Donor 1
118
0,0
357
1,0
591
2,0
712
3,0
926
4,0
>999
5,0
>999
6,0
Donor 2
106
0,0
258
1,0
387
2,0
652
3,0
790
4,0
879
5,0
>999
6,0
Donor 3
106
0,0
VERWACHTE WAARDEN
Gem. stollingstijd
Heparine-
concentratie
130
0,0
294
1,0
472
2,0
615
3,0
842
4,0
>999
5,0
>999
6,0
105
0,0
221
1,0
310
2,0
404
3,0
509
4,0
624
5,0
850
6,0
121
0,0
Medtronic Confidential
CS009
13
Bij de
10
In
HR-ACT
Gem. stollingstijd
132
183
286
414
474
622
850
109
145
214
282
334
389
477
116
Nederlands 39