Reiniging van afstandsbediening, oplaadsysteem, uitwendige teststimulator en zender.
Het oplaadsysteem kan worden gereinigd met een doek of tissue met alcohol of een mild
reinigingsmiddel. De afstandsbediening, uitwendige teststimulator en programmeerzender
kunnen worden gereinigd met een licht bevochtigde doek of tissue met een mild reinigingsmiddel.
Zeepresten dienen met een licht met water bevochtigde doek te worden verwijderd. Gebruik
voor het reinigen geen schurende reinigingsmiddelen.
Mobiele telefoons. Hoewel geen storing door mobiele telefoons wordt verwacht, is de volledige
invloed van mobiele telefoons momenteel niet bekend. In geval van problemen dienen patiënten
contact op te nemen met hun arts.
Bijwerkingen
Elke vorm van chirurgie brengt risico's met zich mee.
Tot de mogelijke risico's van het implanteren van een pulsgenerator als onderdeel van een
systeem voor ruggenmergstimulatie behoren de volgende:
• Verplaatsing van de lead, hetgeen resulteert in ongewenste wijzigingen in stimulatie en
daaropvolgende vermindering van pijnverlichting.
• Storingen van het systeem, die op elk moment kunnen optreden als gevolg van willekeurige
storingen van de onderdelen of de batterij. Uitval van het hulpmiddel, breken van de lead,
hardwaredefecten, losse aansluitingen, elektrische kortsluiting en breuken in de isolatie van
de lead of andere problemen kunnen leiden tot ineffectieve pijnbestrijding.
• Er kunnen weefselreacties plaatsvinden tegen geïmplanteerd materiaal. In sommige
situaties kan de vorming van reactief weefsel rondom de lead in de epidurale ruimte
resulteren in vertraagd bereiken van de ruggenmergcompressie en een neurologisch/
sensorisch tekort, inclusief verlamming. Het moment van aanvang verschilt en varieert
mogelijk van enkele weken tot jaren na de implantatie.
• Na verloop van tijd kan huiderosie ontstaan op de plaats van de IPG.
• Mogelijke risico's van de chirurgische ingreep zijn als volgt: tijdelijke pijn op de plaats van
het implantaat, infectie, lekkage van cerebrospinale vloeistof (CSF) en in zeldzame gevallen
epidurale bloeding, seroom, hematoom en verlamming.
• Externe bronnen van elektromagnetische interferentie kunnen storingen van het hulpmiddel
veroorzaken en invloed hebben op de stimulatie.
• Blootstelling aan MRI kan leiden tot verhitting van weefsel, artefacten in het beeld, geïnduceerde
spanning in de neurostimulator en/of de leads en losraken van de lead.
• Na verloop van tijd kan ongewenste stimulatie optreden als gevolg van wijzigingen in weefselcellen
rond de elektroden, wijzigingen in de positie van de elektroden, loszittende elektrische
aansluitingen en/of uitval van de lead.
• De patiënt kan enige weken na de ingreep pijnlijke elektrische stimulatie van de borstwand
ondervinden ten gevolge van stimulatie van bepaalde zenuwwortels.
Informatie voor voorschrijvers Precision Spectra™-systeem
90668524-11 REV A
Veiligheidsinformatie
75 van 165