Configuratie Van Endoscoopknoppen; De Endoscoopknoppen Configureren - Ambu aBox 2 Instrucciones De Uso

De triggeruitgangen opnieuw configureren als beheerder:
•
Selecteer het triggeruitgangskanaal dat u opnieuw wilt configureren (A, B, C of D) en
selecteer een uitgangssignaal in het selectiemenu dat rechts op het scherm 2 verschijnt.
•
Het is belangrijk dat de toegewezen functie op de triggeruitgangspoort van de weergave-
eenheid overeenkomt met de functie die is toegewezen aan de aangesloten ingangspoort
van de medische beeldrecorder.
•
Test of het systeem naar verwachting werkt.
Wanneer de medische beeldrecorder correct is ingesteld, legt hij een foto vast of start/stopt hij
een videoserie als de bijbehorende functie wordt geactiveerd via de knoppen op een aange-
sloten endoscoop of rechtstreeks op de knoppen van het tabblad Livebeeld (Live view).
In het menu Triggerduur (Trigger duration) kan de pulslengte worden ingesteld voor uitlijning
met uw medische beeldrecorder.

9. Configuratie van endoscoopknoppen

De beheerder (Administrator) en onderhoudsmonteur (Service
Technician) kunnen de endoscoopknoppen instellen, ook als de
endoscoop niet is aangesloten. Alle andere gebruikers kunnen de
huidige knoppenconfiguratie bekijken, maar niet wijzigen. De
beschikbare functies zijn afhankelijk van het type geselecteerde
endoscoop. Als u de huidige configuratie van compatibele
endoscopen wilt bekijken of de knoppen opnieuw wilt
configureren, drukt u op het tabblad Instellingen (Settings) in de
werkbalk, drukt u op Endoscoopknoppen (Endoscope buttons)
en selecteert u een endoscooptype 1 . Er verschijnt een overzicht.

9.1. De endoscoopknoppen configureren

• Druk op het tabblad Instellingen (Settings) en dan op Endoscoopknoppen
(Endoscope buttons).
• Druk op de gewenste endoscoopcategorie 2 en selecteer een endoscoop.
•
Het scherm toont een overzicht van de endoscoopknoppen met de beschikbare functies.
•
Druk op de gewenste endoscoopknop 3 en selecteer vervolgens knop lang of kort
indrukken 4 .
•
Druk op de actie die moet worden uitgevoerd wanneer de geselecteerde knop wordt
ingedrukt 5 .
•
Herhaal dit voor elke knop. Het overzicht toont de geselecteerde functies naast de knoppen.
284
2
1