Opmerking 1: Bij 80 MHz geldt het hogere frequentiebereik.
Opmerking 2: Deze richtsnoeren gelden mogelijk niet in alle situaties. De voortplanting van
elektromagnetische golven is afhankelijk van de mate van absorptie en reflectie door
structuren, voorwerpen en personen.
a)
Het is niet mogelijk om theoretisch de veldsterktes van vaste zenders, zoals basisstations
voor draadloze/mobiele telefoons, portofoons en mobilofoons, 27 MC, AM- en FM-ra-
dio-uitzendingen en tv-uitzendingen nauwkeurig te voorspellen. Om de elektromagne-
tische omgeving in de buurt van vaste RF-zenders te bepalen, kan een elektromagne-
tisch onderzoek van het terrein worden uitgevoerd. Indien de gemeten veldsterkte op
de gebruikslocatie voor het systeem hoger is dan het hierboven vermelde relevante
RF-nalevingsniveau, moet het systeem op een normale werking worden gecontroleerd.
Wordt geconstateerd dat het systeem niet normaal functioneert, dan kunnen aanvullen-
de maatregelen noodzakelijk zijn, zoals het draaien of verplaatsen van het systeem.
b)
Binnen het frequentiebereik van 150 kHz tot 80 MHz moeten de veldsterkten lager dan
3 V/m zijn.
Aanbevolen scheidingsafstanden tussen draagbare en mobiele
Het systeem is bedoeld voor gebruik in een elektromagnetische omgeving waarin
storingen door uitgestraalde RF-energie beheersbaar zijn. De gebruiker van het systeem
kan elektromagnetische storingen helpen voorkomen door een minimale afstand tussen
draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur (zenders) en het systeem aan te
houden, zoals hieronder is aanbevolen, conform het maximale uitgangsvermogen
Nominaal
maximaal
uitgangsvermogen
(W) van de zender
0,01
0,1
1
10
100
Voor zenders met een afwijkend nominaal maximaal uitgangsvermogen kan de aanbevolen
scheidingsafstand (D) in meter (m) worden geschat met behulp van de vergelijking voor de
zenderfrequentie, waarbij P het door de zenderfabrikant aangegeven nominale maximale
uitgangsvermogen van de zender in watt (W) is.
Opmerking 1: Bij 80 MHz en 800 MHz geldt de scheidingsafstand voor het hogere frequentiebereik.
Opmerking 2: Deze richtsnoeren gelden mogelijk niet in alle situaties. De voortplanting van
elektromagnetische golven is afhankelijk van de mate van absorptie en reflectie door
structuren, voorwerpen en personen.
Bijlage 2. Naleving van radiofrequentie
Om naleving met de radiofrequentie (RF) te garanderen, moet het systeem overeenkomstig de
in deze Gebruiksaanwijzing verstrekte RF-informatie worden geïnstalleerd en bediend.
RF-communicatieapparatuur en het systeem.
van de communicatieapparatuur.
Scheidingsafstand (m) op basis van de frequentie van de zender
150 kHz
tot 80 MHz
D = 1,17√P
0,12 m
0,37 m
1,17 m
3,70 m
11,7 m
80 MHz
tot 800 MHz
D = 1,17√P
0,12 m
0,37 m
1,17 m
3,70 m
11,7 m
800 MHz
tot 2,7 GHz
D = 2,33√P
0,23 m
0,74 m
2,33 m
7,37 m
23,3 m
309