10.1 Inspectie
Pompen die normaal in bedrijf zijn dienen elke 3000 bedrijfsuren
te worden geïnspecteerd, of tenminste één maal per jaar. Als de
verpompte vloeistof zeer modderig of zanderig is, dan dient de
pomp met kortere intervallen te worden geïnspecteerd.
Pompen met sensor bieden de mogelijkheid om belangrijke
onderdelen van de pomp continu te bewaken, zoals de staat van
de asafdichting, lagertemperatuur, temperatuur in de wikkelingen,
isolatieweerstand en vocht in de motor.
Controleer de volgende punten:
•
Elektriciteitsverbruik
Zie het typeplaatje van de pomp.
•
Oliepeil en -kwaliteit
Als de pomp nieuw is of na vervanging van de asafdichtingen,
controleer dan het oliepeil en het watergehalte na één week in
bedrijf.
Als er meer dan 20 % extra vloeistof (water) in de oliekamer
zit, dan is de asafdichting defect. De olie moet vervangen wor-
den na 3000 bedrijfsuren of eenmaal per jaar.
Gebruik Shell Ondina 919 olie, of een vergelijkbaar type.
Zie paragraaf
10.2.1 Olie
verversen.
•
Kabeldoorvoer
Wees er zeker van dat de kabeldoorvoer waterdicht is (inspec-
teer dit goed) en controleer of de kabels niet geknikt of afge-
kneld zijn.
•
Pomponderdelen
Controleer de waaier, het pomphuis etc. op eventuele slijtage.
Vervang defecte onderdelen.
Zie paragraaf
10.2.2 Verwijderen van het pomphuis en de
waaier.
•
Kogellagers
Controleer de as op luidruchtig of zwaar lopen (door de as met
de hand te draaien). Vervang defecte kogellagers.
In geval van defecte kogellagers of een slecht functionerende
motor dient de pomp normaal gesproken te worden gerevi-
seerd. Deze werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd
door Grundfos of een door Grundfos erkende werkplaats.
Waarschuwing
Defecte lagers kunnen de Ex-veiligheid verminderen.
•
O-ringen en soortgelijke onderdelen
Zorg er tijdens service/vervanging voor dat de groeven voor
de O-ringen en ook de afdichtingsvlakken zijn gereinigd voor-
dat de nieuwe onderdelen worden aangebracht.
Gebruikte rubberen onderdelen mogen niet worden
N.B.
hergebruikt.
Waarschuwing
Explosieveilige pompen moeten eenmaal per jaar
worden gecontroleerd door een geautoriseerde Ex-
werkplaats.
450
10.2 Demontage van de pomp
10.2.1 Olie verversen
Na 3000 uren in bedrijf of na elk jaar moet de olie uit de oliekamer
vervangen worden zoals hieronder beschreven is.
Als de asafdichtingen vervangen zijn, moet de olie ook vervangen
worden.
Waarschuwing
Houd er bij het losdraaien van de schroeven van de
oliekamer rekening mee dat er druk opgebouwd kan
zijn in de oliekamer. Verwijder de schroeven niet
voordat de druk volledig ontsnapt is.
Aftappen van de olie
1. Leg de pomp op een vlakke ondergrond met één olieaftap-
schroef naar onderen gericht.
2. Plaats een geschikte opvangbak (ongeveer 1 liter), bijv.
gemaakt van doorzichtig plastic, onder de olieaftapschroef.
Gebruikte olie dient in overeenstemming met de
N.B.
lokale voorschriften te worden afgevoerd.
3. Verwijder de onderste olieaftapschroef.
4. Verwijder de bovenste olieaftapschroef.
Als de pomp lange tijd in bedrijf is geweest, als de olie is afge-
tapt kort nadat de pomp is uitgeschakeld, en als de olie grijs-
achtig wit zoals melk is, dan bevat de olie water. Als de olie
meer dan 20 % water bevat, dan is dit een indicatie dat de
asafdichting defect is en dan moet deze worden vervangen.
Als de asafdichting niet wordt vervangen, zal de motor
beschadigd raken.
Als de hoeveelheid olie minder is dan de hoeveelheid vermeld
in paragraaf
10.4
Oliehoeveelheden, dan is de asafdichting
defect.
5. Maak de afdichtingsvlakken van de olieaftapschroeven
schoon.
Vullen met olie
1. Draai de pomp zo dat de olievulopeningen tegenover elkaar
zitten en naar boven wijzen.
Olie vullen/ontluchten
Afb. 18 Olievulopeningen
2. Giet olie in de kamer.
Zie paragraaf
10.4 Oliehoeveelheden
olie.
3. Plaats de olieaftapschroef terug; gebruik hierbij nieuwe
afdichtingen.
voor de hoeveelheid