In plaats daarvan brengt u een paar minuten lang opnieuw de
punctiedilatator met de juiste diameter in om het TE-kanaal te
dilateren en probeert u het daarna opnieuw.
5. Maak het halsbandje van de stemprothese (afbeelding 1e) los
van de veiligheidspen van het inbrenginstrument. Houd een
vinger tegen het halsbandje en haal het inbrenginstrument
met een draaiende beweging uit de stemprothese.
Waarschuwing: Ga voorzichtig te werk bij het verwijderen van
het inbrenginstrument om te voorkomen dat de stemprothese
onjuist wordt geplaatst; dit kan namelijk leiden tot aspiratie
(inademing) van de stemprothese. Fixeer de stemprothese met
medische zelfklevende tape aan het halsbandje. De prothese
kan het beste met het halsbandje naar boven worden geplaatst.
6. Laat de patiënt inademen, sluit de stoma af en laat de patiënt
spreken. Controleer of de stemprothese niet lekt door de
patiënt water te laten drinken.
Bevestiging van de plaatsing van de oesofageale retentierand
De onderstaande procedure om de positie van de oesofageale
retentierand te controleren, wordt aanbevolen door Eric D. Blom, Ph.D.
Nadat de stemprothese in het punctiekanaal is ingebracht, de
drie minuten wachttijd voor het oplossen van het gelkapje
zijn verstreken en de retentierand is geplaatst, draait u de
prothese meerdere malen rondom het inbrenginstrument
terwijl deze in de punctie is ingebracht. Als de oesofageale
retentierand is geplaatst en op de juiste manier tegen het
slijmvlies van de voorste slokdarmwand rust, is de stemprothese
op het inbrenginstrument gemakkelijk rond te draaien in het
punctiekanaal. Als het gelkapje is opgelost en de oesofageale
retentierand is onjuist in het punctiekanaal geplaatst in plaats
van in het lumen van de oesofagus, is bij het draaien van de
stemprothese duidelijke weerstand merkbaar.
Een andere methode om te bevestigen dat het gelkapje is
opgelost en dat de oesofageale retentierand is geplaatst, is om
de mate waarin tracheo-oesofageaal stemgeluid kan worden
geproduceerd, te beoordelen. Als de stemprothese correct is
gepositioneerd en de oesofageale retentierand is geplaatst, zal
lucht die naar de trachea wordt geleid doordat de tracheastoma
108 | 37640-01J