De geleidingsbouten
moeten worden gereinigd.
1
De boring
in de geleidingsbout moet schoon zijn zodat de
2
klemschroef de wisselbooraandrijving goed kan vasthouden.
Aandrijving inzetten
De voorbereide wisselbooraandrijving wordt met behulp
van de handgreep of door onder de beugel
ingezet.
Let erop dat de geleidingsbouten worden ingevoerd
zonder vast te haken.
Schuif de wisselbooraandrijving naar boven en klik
de veiligheidsbeugel
vast.
1
Schroef de stervormige grepen
Schakelaarfunctie controleren
De wisselbooraandrijving, 6 assen, wordt voor het
boren en inzetten van een scharnier/verbinder gebruikt.
Bij het indrukken van het scharnier/de verbinder moet
de aandrijving van de boor zijn uitgeschakeld.
Draai de indrukbeugel
met de handhendel
2
indrukpositie. De schakelaar
1
geactiveerd worden en de motor met behulp van de
schakelaar uitschakelen. Controleer de functie. Indien
nodig moet de schakelaar passend worden afgesteld.
Bij iedere wisseling van wisselbooraandrijving of na
een langere stilstandperiode van de machine moet
de schakelaar
altijd op correcte werking worden
1
gecontroleerd.
te pakken,
2
stevig aan.
3
in de
2
moet door de hendel
1
2
1
2
3
1
nl
549