Publicidad
Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
Verzorging van de inbrengplaats
Benodigdheden:
•
Steriele handschoenen (indien nodig)
•
3 wattenstaafjes met alcohol
•
Waterstofperoxide
•
Steriele wattenstaafjes
•
3 wattenstaafjes met povidonjodium
•
Verpakking povidonjodiumzalf
•
Pleister
•
1 steriel afdekverband (transparant of pleister)
•
1 gaasje met alcohol
•
1 steriel gaasverband van 2 inch x 2 inch (5 cm x 5 cm)
•
1 steriel voorgeknipt gaasverband van 2 inch x 2 inch (5 cm x 5 cm)
1.
Reinig het werkoppervlak door het af te vegen met een papieren doekje
dat is bevochtigd met alcohol. Veeg droog of laat aan de lucht drogen.
Leg vervolgens de benodigdheden op het gereinigde oppervlak.
2.
Was uw handen grondig met warm water en zeep. Spoel grondig af en
droog af met een schone handdoek of papieren handdoekjes.
3.
Open voorzichtig de verpakking van het verband en de overige
materialen, zonder de binnenzijde van de verpakkingen aan te raken.
4.
Verwijder voorzichtig het oude verband, beginnend bij de bovenkant van
het verband, en werk naar beneden. Verwijder de pleister of het verband
zorgvuldig om te voorkomen dat de huid geïrriteerd raakt of aan de
katheter wordt getrokken.
Let op: gebruik geen schaar of ander scherp instrument, omdat
daardoor de katheter beschadigd kan raken.
5.
Was nogmaals uw handen.
6.
Controleer zorgvuldig de plaats waar de katheter naar buiten komt en
de huid eromheen. Als u iets vreemds opmerkt: breng het verband aan
volgens de instructies en bel uw arts.
7.
Als u instructies heeft gekregen om handschoenen te gebruiken, doet u de
steriele handschoenen aan volgens de procedure die u hebt geleerd. Zorg
er na het aandoen van de steriele handschoenen voor dat u niets aanraakt,
behalve de benodigdheden die worden gebruikt bij het verzorgen van de
wond.
8.
Reinig de plaats van de katheter uit de huid komt voorzichtig met een
wattenstaafje met alcohol of een steriel wattenstaafje dat is gedrenkt
in waterstofperoxide, beginnend bij de opening in de huid vervolgens
spiraalsgewijs daaromheen totdat een cirkel met een diameter van
tenminste 8 cm is gereinigd. Ga niet terug naar plaats waar de katheter
uit de huid komt met een wattenstaafje dat in contact is geweest met huid
verder weg.
9.
Herhaal deze stap tweemaal met de twee nieuwe wattenstaafjes. Kijk
naar de kleur van de gebruikte wattenstaafjes op tekenen van eventuele
vochtlekkage.
10. Herhaal stap 8 met behulp van drie van de wattenstaafjes met
povidonjodium om hetzelfde huidgebied opnieuw te reinigen, evenals het
deel van de katheter dat op de gereinigde huid komt te liggen.
11. Reinig de buitenkant van de katheter voorzichtig met de binnenzijde van
een alcoholdoekje, beginnend op de plaats waar de katheter uit de huid
komt. U kunt de katheter bij de insteekopening vasthouden met een ander
alcoholdoekje om trekken aan de katheter te voorkomen. Trek niet aan de
katheter.
12. Laat de povidonjodium op de huid ten minste twee minuten drogen.
13. Breng een kleine hoeveelheid povidonjodiumzalf aan op de insteekplaats
(optioneel).
14. Leg het voorgeknipte gaasje op de zalf op de insteekopening, zodat dit
strak om de katheter ligt. Leg het gaas van 2 inch x 2 inch (5 cm x 5 cm) op
het voorgeknipte gaas en de katheter.
15. Breng het afdekverband aan (pleister of transparant verband) volgens
de aanwijzingen in de verpakking, en volgens instructies van uw arts of
verpleegkundige.
16. Leg de katheter in een cirkel neer, controleer of hij niet geknikt of afgekneld
is en plak hem vast op de borst of het verband met pleister. Hierdoor wordt
tractie op de katheter bij de insteekopening voorkomen en wordt de irritatie
verminderd.
17. Plak de katheter altijd op zodanige wijze vast dat u het afsluitdopje goed
kunt zien. Uw arts of verpleegkundige zal u helpen bij het kiezen van de
beste methode om de katheter te bevestigen. Bij deze keuze moet rekening
worden gehouden met het type kleding en de normale activiteiten. Bekijk
het afsluitdopje regelmatig om er zeker van te zijn dat het onbeschadigd is.
18. Controleer telkens wanneer u de wondbedekking verwisselt de externe
lengte van de katheter, om na te gaan of de katheter zich heeft verplaatst.
Controleer regelmatig de ligging van de katheter, de plaats van het uiteinde,
de doorgankelijkheid (of de katheter kan worden doorgespoeld) en de
fixatie van het verband.
Afklemmen van de katheter
De selectie van de katheterklem is zeer belangrijk omdat de katheter van
vitaal belang is voor uw behandeling. Een verkeerde klem kan de katheter
beschadigen. Volg deze drie regels voor het afklemmen:
1.
Gebruik alleen klemmen met afgeronde randen.
2.
Klem de katheter altijd ter plaatse van de verstevigde afklemhuls, zoals
geïnstrueerd door uw verpleegkundige. Klem nooit het versterkte segment
vlak naast de connector af. (Afbeelding 3)
Afbeelding 3: Waarschuwing voor afklemmen
3.
Volg de aanwijzingen op van uw arts of verpleegkundige met betrekking
tot het afklemmen De meeste Hickman™- en Broviac™-katheters worden
geleverd met vooraf bevestigde klemmen en verstevigde klemmanchetten.
Neem contact op met uw behandelaar als u niet zeker weet welk type klem
u moet gebruiken.
Wanneer moet u een klem plaatsen?
Uw arts of verpleegkundige zal u instrueren uw katheter af te klemmen
wanneer deze niet wordt gebruikt. De katheter is gevuld met heparine,
een bloedverdunner die voorkomt dat bloed gaat stollen (het zogenaamde
heparineslot) en wordt afgesloten. Hierdoor worden problemen voorkomen maar
de klem kan ook een andere veiligheidsmaatregel zijn. Klem altijd uw katheter af
wanneer deze wordt blootgesteld aan de lucht, zoals tijdens het vervangen van
het afdekdopje of bij het aansluiten van intraveneuze infusen op uw katheter.
Zorg dat er altijd een reserveklem beschikbaar is.
Spoelen van de katheter en het 'heparineslot'
Procedure
Katheters worden gewoonlijk minstens eenmaal per dag gespoeld
(doorgespoten met vloeistof). Uw arts kan u voorschrijven om meer of minder
frequent te spoelen, dus is het belangrijk dat u de instructies van uw arts
opvolgt.
Benodigdheden:
•
Doekjes met alcohol of povidonjodium
•
Injectiespuit van 10 ml met bijgevoegde 1 inch naald gevuld met 2,5 ml
heparine geprepareerd voor gebruik
•
Klem
•
Pleister
De stappen tijdens de procedure zijn als volgt:
1.
Verzamel uw benodigdheden op een handige plaats.
2.
Was uw handen zorgvuldig.
3.
Verwijder de pleister rondom het injectiedopje.
4.
Reinig het dopje met een gaasje met alcohol of povidonjodium. Als u het
jodiumgaasje gebruikt, moet het dopje twee minuten drogen; raak het
dopje in die tijd niet aan. Blaas niet over het dopje en verplaats het niet
omdat dit de kans op een besmetting met infectieverwekkers vergroot.
5.
Verwijder de beschermhuls van de naald en steek de naald voorzichtig
in het midden van het afdekdopje van de katheter.
6.
Open de klem.
7.
Injecteer de heparine in de katheter. Trek tijdens het injecteren van de
laatste 0,5 ml heparine-oplossing de naald uit het dopje.
8.
Verwijder de naald uit het dopje. Gooi de spuit en naald weg in een
container voor biologisch gevaarlijk afval.
9.
Plak het dopje af zoals beschreven in de procedure voor het vervangen
van het dopje. Als u een katheter met meerdere lumina hebt, moet
u voor elk lumen een nieuwe spuit gebruiken om deze te spoelen
met steriele heparine-oplossing. Uw arts of verpleegkundige zal u
aanvullende informatie geven over de verzorging van katheters met
meerdere lumina. Als de katheter niet wordt gebruikt, moet deze worden
afgeklemd.
Het injectiedopje vervangen
U dient het injectiedopje (connector) alleen te vervangen als uw arts u heeft
geïnstrueerd om dit te doen en u hierin bent getraind. Injectiedopjes worden
gewoonlijk om de 3 tot 7 dagen vervangen en dit kan worden gedaan tijdens
het wisselen van het verband.
23
HIER NIET AFKLEMMEN
Publicidad
