Pulsfrequentie: Druk op de "+" of "-" knop voor pulsfrequentie om de pulsfrequentie van de laserbehandeling aan te passen. De geselecteerde
•
laserfrequentie wordt weergegeven in het venster pulsfrequentie. Om naar de gewenste frequentiewaarde te scrollen, houdt u de gewenste knop
ingedrukt. De laserfrequentie kan ingesteld worden in CW (continuous wave/continue golf, niet pulserend) of de pulseermodus met frequenties
van 2, 10, 20, 100, 200, 500, 1000, 2500, 5000 of 10,000 Hz. De werkcyclus in de pulseermodus is 50%.
4.3.6
Laserstraling
Wanneer de operator de behandelparameters heeft ingesteld en gereed is om de behandeling te starten, moet de operator op de Stand-by -knop drukken
om door te gaan naar de Gereed-modus.
De software heeft een vertraging van 6 seconden (met 6 geluidssignalen) om de gebruiker te waarschuwen voor de overgang van de Stand-by-modus
naar de Gereed-modus. Tijdens de overgang verandert de knop Stand-by in Gereed en knippert. Na 6 piepjes staat de laser in de Gereed-modus.
Het doel van de Gereed-modus is om te wachten tot de gebruiker de vingerschakelaar indrukt om de laseremissie te starten. In de Gereed-modus zal de
laser gaan stralen wanneer de vingerschakelaar geactiveerd wordt. Het lasersysteem keert vanuit de Gereed-modus terug naar de Stand-by-modus als
de straling niet binnen 100 seconden geactiveerd wordt.
N.B.: Als u tijdens de vertraging van 6 seconden op de vingerschakelaar drukt, wordt er een Gebruiksstoring weergegeven. De gebruiker moet de
vingerschakelaar indrukken voordat hij op exit drukt, waarna het systeem terugkeert naar de Stand-by-modus.
Waarschuwing: Laat dit apparaat NOOIT onbeheerd achter in de Gereed-modus.
In de Gereed-modus:
•
De knop Gereed is actief en de richtstraal komt uit het handstuk.
•
De geselecteerde tijd-, energie- en pulsinstellingen zijn nog steeds aanpasbaar; de huidskleur kan echter niet worden aangepast.
Druk op de vingerschakelaar om de laseremissie te starten. Verwijder uw vinger van de vingerschakelaar om de emissie te stoppen. De
•
laseremissie kan weer geactiveerd worden door op de vingerschakelaar te drukken totdat de resterende tijd voorbij is.
N.B.: Als de vingerschakelaar Negeren AAN staat op de unit, dan zal deze als een aan/uit-schakelaar fungeren telkens wanneer de vingerschakelaar
wordt ingedrukt.
Tijdens de emissie zal het woord "EMISSIE!" de knop Gereed op het scherm vervangen en de software staat de gebruiker
niet toe de instellingen te wijzigen. Bovendien produceert het lasersysteem pieptonen of een constante toon, op basis
van de in de Instellingen gekozen audio-instellingen, en de richtstraal blijft geactiveerd. Daarnaast brandt het LED-lampje
aan de voorkant gedurende de behandeling.
4.4
Laserbehandelingsprocedure
Dit gedeelte bevat informatie over de protocollen en instellingen op dit apparaat. De volgende behandelingsaanbevelingen dienen alleen als richtlijn. De
specialist is degene die de instellingen en het bij de behandeling van elke individuele patiënt te gebruiken protocol bepaalt.
4.4.1
Pigmentoverwegingen
Dit lasersysteem zal een dubbele golflengte van 810 nm en 980 nm licht afgeven waarvan de ervaring is dat dit therapeutische verlichting van de pijn kan
geven. Met dit lasersysteem kan de operator het type huidkleur voor de patiënt kiezen. Omdat donkere pigmenten een golflengte van 810 nm beter zullen
absorberen dan lichtere pigmenten, zal de software de output zodanig aanpassen dat deze een golflengte van 100% 980 nm bevat wanneer de donkere
huidinstelling (Fitzpatrick V of VI) geselecteerd is.
Andere situaties wanneer deze instelling mogelijk gebruikt kunnen worden, zijn:
•
Gebieden met veel pigment, zoals bijzonder door de zongebruinde gebieden, of gebieden met een tatoeage
•
Gebieden met dichte haargroei, zoals de achterkant van de nek
4.4.2
Dosering
De energiedosis van de laser die tijdens een behandeling wordt toegediend, wordt gemeten in joules. Dit getal wordt tijdens een behandeling op het scherm
weergegeven en wordt berekend door het gemiddelde vermogen (in Watt) te vermenigvuldigen met de behandeltijd (in seconden). De laserbehandeling
moet toegepast worden op een gebied met behulp van een scantoepassing.
De softwareprotocollen in het lasersysteem zijn ontworpen om een dosis te geven die geschikt is voor het behandelingsgebied en de condities die door de
gebruiker zijn ingevoerd. Het wordt aanbevolen dat behandelingsinformatie (vooraf ingestelde protocol- en invoerinstellingen of vermogen, geleverde
energie, behandeltijd en behandelingsgebied) voor elke behandeling wordt vastgelegd.
•
Over het algemeen worden doses toegediend op het gebied waar pijn zich manifesteert, het omliggende weefsel, en langs het zenuwpad voor
het specifieke gebied waar de pijn ervaren wordt.
•
Behandel spieren die aan een pijnlijk gewricht verbonden zijn, evenals aangehechte pezen.
4.4.3
Behandelverwachtingen bepalen
Patiënten en artsen moeten de mogelijkheden en beperkingen van de toepassing van lasertherapie voor diepliggend weefsel begrijpen. Chronische pijn
kan verschillende behandelingen nodig hebben voordat een heilzaam effect wordt bereikt. Er kunnen meerdere behandelingen nodig zijn voor diepliggend
weefsel voordat er significante resultaten worden verkregen.
Een typisch behandelregime kan bestaan uit drie behandelingen met een tussenpoze van één dag tussen elke behandeling tijdens de eerste week, twee
behandelingen de volgende week en één behandeling in week drie. Als er na de 6 tot 10 behandelingen geen resultaat wordt verkregen, moeten de opties
van de patiënt opnieuw overwogen worden, rekening houdend met de aandoening en de respons. Een patiënt kan af en toe een tintelend gevoel of pijn
ervaren als gevolg van een verhoogde bloeddoorstroming. In deze gevallen wordt aanbevolen om te wachten totdat de pijn is verdwenen voordat u verder
gaat met extra behandelingen.
RSR-000886-000 (5)
Pagina 11 van 20