Probleem
Livebeeld op het
scherm van de
weergave-eenheid
werkt alleen tijdens
het opnieuw starten.
Geen beeld of
gebruikersinterface
op de externe
monitor.
De kleuren, het
contrast, de scherpte
en de helderheid zien
er anders uit op de
externe monitor dan
op het scherm van de
weergave-eenheid.
Aanraakinterface
reageert niet.
Slechte
beeldkwaliteit.
De weergave-eenheid
kan een aangesloten
USB-apparaat niet
identificeren.
Gegevensoverdracht
vanaf weergave-
eenheid naar
USB-stick mislukt.
288
Mogelijke oorzaak
Verwerkingsfout.
De externe monitor is
uitgeschakeld.
Probleem met kabel
of kabelaansluiting.
Er is een verkeerd
invoerkanaal op de
externe monitor
geselecteerd.
SDI - Externe monitor
ondersteunt 3G-SDI niet.
Beeldinstellingen op de
externe monitor zijn
niet correct.
De weergave-eenheid
heeft interne communi-
catieproblemen.
Vuil/vochtig
beeldscherm.
Beeldaanpassingsinstel-
lingen zijn niet optimaal.
Het distale uiteinde in
het weergaveapparaat is
vuil/vochtig.
USB-connectorpoort is
beschadigd.
USB-kabel of extern
USB-apparaat is
beschadigd.
De weergave-eenheid
heeft interne communi-
catieproblemen.
De USB-verbinding is
mogelijk uitgeschakeld
USB-indeling is onjuist.
Aanbevolen actie
Voer een uitschakelcyclus uit
(volg de bovenstaande procedure).
Schakel de externe monitor IN (ON).
Controleer of de SDI- of HDMI-kabel
goed is aangesloten.
Probeer zo mogelijk een nieuwe kabel.
Het wordt aanbevolen dat u een
hoogkwaliteitskabel met betere
afscherming gebruikt (d.w.z. RG6-klasse).
Zorg dat het juiste invoerkanaal op de
externe monitor is geselecteerd.
Zorg dat uw externe monitor 3G-SDI
(1920 x 1080 p 60 fps) ondersteunt.
Pas de beeldinstellingen op de externe
monitor aan om het gewenste resultaat
te bereiken.
Zie de gebruiksaanwijzing voor de
externe monitor.
Voer een uitschakelcyclus uit
(volg de bovenstaande procedure).
Veeg het scherm schoon met een schone
doek, zoals beschreven in hoofdstuk 9.
Open het menu Beeldaanpassing om
de kleur, het contrast, de scherpte en
de helderheid aan te passen.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van
het weergaveapparaat.
Verplaats de USB-stick naar een andere
USB-connectorpoort.
Sluit een nieuwe USB-kabel of een nieuw
USB-apparaat aan.
Voer een uitschakelcyclus uit
(volg de bovenstaande procedure).
Meld u aan als beheerder
(Administrator), ga naar Instellingen –
Configuratie – Algemene instellingen
(Settings – Setup – General settings –
en schakel de USB-verbinding in.
De weergave-eenheid ondersteunt
gegevensoverdracht naar USB-sticks die
zijn geformatteerd als exFAT, EXT4, NTFS,
BTRFS en FAT32.