• Druk op Importeren (Import) 18 .
Netwerkcertificaten vanaf een USB-stick importeren:
• Zorg ervoor dat de USB-aansluiting is ingeschakeld voor het importeren van certificaten
(zie hoofdstuk 4.3.) en dat er een USB-stick op de weergave-eenheid is aangesloten
(zie hoofdstuk 2.3.).
• Druk op USB-import (USB import) en wacht terwijl de weergave-eenheid naar
netwerkcertificaten op de USB-stick zoekt.
• Selecteer het gewenste netwerkcertificaat en druk op Importeren (Import) 19 .
Opmerking: Wanneer het netwerkcertificaat is geïmporteerd, wordt de naam van het certificaatbestand
weergegeven onder Geïmporteerde netwerkcertificaten (Imported Network certificates) in het menu
Netwerk (Network).
5.1.5. Een statisch IP-adres en/of DNS-server instellen voor een wifi- of LAN-netwerk:
• Druk in het menu Netwerk (Network) op het
momenteel geselecteerde wifinetwerk.
• Druk onder de naam van het wifinetwerk op de
pijl naast IP-adres (IP address).
Druk op de schuifregelaar AAN/UIT (ON/OFF) naast
Statische IP inschakelen (Enable static IP) 20
of Handmatige DNS-servers configureren
(Configure manual DNS servers) 21 (schakelt over
naar groen) en voer de benodigde informatie in.
5.1.6. Verbinding met wifinetwerk verbreken:
• In het menu Netwerk (Network) drukt u op het momenteel geselecteerde wifinetwerk en
drukt u vervolgens op Verbinding verbreken (Disconnect).
5.1.7. Alle netwerkgegevens op de weergave-eenheid wissen:
• Druk in het menu Netwerk (Network) op Alle gegevens wissen (Clear all data).
• Druk op OK.
264
18
15
16
17
19
20
21