Descargar Imprimir esta página

CareFusion PleurX 50-7050 Manual Del Usuario página 41

Mini kit del catéter pleural solo para colocación pleural

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 28
Steriliteit
Dit product is gesteriliseerd. Het is uitsluitend
bedoeld voor eenmalig gebruik en mag niet opnieuw
gesteriliseerd worden. Niet gebruiken als de
verpakking is beschadigd. CareFusion is niet
verantwoordelijk voor een product dat opnieuw
gesteriliseerd is en accepteert geen product voor
vergoeding of vervanging dat is geopend maar niet
is gebruikt.
Onderdelen PleurX™-katheterset
Componenten voor plaatsing
1 Pleurale PleurX™-katheter, 15,5 Fr
1 Introducer van de voerdraad met naald
1 Spuit, 10 ml
1 Voerdraad met J-vormige tip
1 Peel-Away-introducer, 16 Fr
1 Tunnelinstrument
1 Naaldstop van schuimrubber
1 Blauwe wikkel
Onderdelen voor draineren
1 Drainagelijn met vergrendelbare toegangstip
1 Naald, 17 G x 2,5 cm (1")
1 5-in-1-drainagelijnadapter
1 Klepdop
Verbandonderdelen
6 Gaasjes, 10,2 cm x 10,2 cm (4" x 4")
1 Schuimrubberen katheterkussentje
1 Zelfklevend verband
Algemene richtlijnen
1. De procedure voor pleurale plaatsing kan worden
uitgevoerd met behulp van een plaatselijk
anestheticum en verdoving. Afhankelijk echter
van de behoeften van de patiënt kan de
procedure worden uitgevoerd met behulp van
een andere benadering dan anesthesie of
verdoving.
2. Gebruik van beeldvormende begeleiding kan een
nauwkeurige en veilige plaatsing van de katheter
bevorderen. Het vaatstelsel in de buurt van de
inbrengplaats van de voerdraad dient met zorg te
worden geïdentificeerd en aanraking ermee dient
vermeden te worden.
3. De inbrengplaats van de voerdraad dient te
worden bepaald op basis van de anatomie en de
ligging van de patiënt, rekening houdend met
mogelijke verklevingen of geloculeerde pockets
met vocht.
4. Er dient rekening te worden gehouden met de
mate van toegankelijkheid bij de patiënt tijdens
het vaststellen van de locatie van de
uitgangsplaats van de katheter.
5. Het gefenestreerde uiteinde van de katheter kan
worden ingekort, afhankelijk van de anatomie van
de patiënt. Opmerking: Laat minimaal één
fenestratie op de katheter.
6. De drainagelijn mag worden gebruikt voor
drainage op een zuigniveau van -60 cm H
lager voor de duur die nodig is om 1000 ml
vocht per dag uit de borst te draineren. Het
verwijderde vochtvolume moet zijn gebaseerd op
de status van de individuele patiënt en de risico's
van overdrainage, inclusief re-expansie van een
longoedeem in de borstholte.
Voorgestelde procedure voor plaatsing
Tunneldeel
van katheter
Uitwendig deel
van katheter
De arts is verantwoordelijk voor de juiste medische
en chirurgische procedures. De geschiktheid van
een procedure moet worden afgestemd op de
behoeften van de patiënt. Afbeelding (3) illustreert
de plaatsing van de pleurale PleurX™-katheter, zoals
beschreven in de onderstaande procedure.
1. Plaats de patiënt zo dat toegang kan worden
verkregen tot de gewenste inbrengplaats voor de
voerdraad.
2. Bepaal de juiste intercostale ruimte voor
plaatsing van de voerdraad. Gewoonlijk wordt de
voerdraad geplaatst in de zesde of zevende
intercostale ruimte. Echografie kan worden
gebruikt om de inbrengplaats van de voerdraad
te bevestigen.
3. Bepaal de locatie van de uitgangsplaats van de
katheter, die gewoonlijk ongeveer 5 cm van de
inbrengplaats van de voerdraad ligt.
4. Maak de patiënt klaar voor de operatie.
5. Bedek de geplande inbreng- en tunnelplaatsen en
verdoof ze.
Let op: Het inbrengen van de introducernaald van de
voerdraad moet met zorg geschieden, om te
voorkomen dat de long of lever wordt geperforeerd
of scheurt.
6. Plaats de introducer van de voerdraad met naald,
bevestigd aan een spuit, door de gewenste
intercostale ruimte en iets boven de onderste rib.
7. Zorg voor vrije aspiratie van pleuraal vocht,
verwijder vervolgens de naald en de spuit en laat
de introducer op zijn plaats.
37
O of
2
Eerste incisie:
Inbrengplaats
voerdraad
(3)

Publicidad

loading