Descargar Imprimir esta página

CareFusion PleurX 50-7050 Manual Del Usuario página 42

Mini kit del catéter pleural solo para colocación pleural

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 28
8. Breng de voerdraad in door de introducer en voer
deze goed door tot in de pleurale holte.
Let op: Zorg dat de voerdraad niet per ongeluk
geheel in de patiënt wordt ingebracht. Zorg er vóór
en tijdens het plaatsen van iedere component voor
dat het uiteinde van de voerdraad voorbij het
proximale uiteinde van de naald, dilatator of sheath
reikt.
9. Verwijder de introducer en laat de voerdraad op
zijn plaats.
Let op: Er kan schade aan de voerdraad optreden als
deze door de naald wordt teruggetrokken.
10.Maak een incisie van 1 cm bij de inbrengplaats
van de voerdraad.
11.Maak ongeveer 5 cm van de inbrengplaats van de
voerdraad een tweede incisie van 1 tot 2 cm.
Deze incisie is de uitgangsplaats van de katheter.
Overweeg het gemak van toegang bij de patiënt
bij het vaststellen van de locatie. (Afbeelding 3)
Opmerking: Een kleinere incisie kan de katheter
beter op zijn plaats houden.
Opmerking: Zorg ervoor dat het tunneltraject
verdoofd is.
12.Het gefenestreerde uiteinde van de katheter kan
worden ingekort, afhankelijk van de anatomie van
de patiënt. Desgewenst kan een gedeelte van het
gefenestreerde uiteinde van de katheter worden
ingekort met behulp van een scalpel om een
rechte insnijding tussen de fenestraties te maken.
Laat minimaal één (1) fenestratie op de katheter.
13.Bevestig het gefenestreerde uiteinde van de
katheter op het tunnelinstrument.
Let op: Ga zorgvuldig te werk bij het plaatsen van de
katheter om te voorkomen dat deze in aanraking
komt met oppervlakken zoals lakens en handdoeken.
Siliconenrubber is zeer elektrostatisch en trekt door
de lucht zwevende deeltjes en
oppervlakteverontreinigingen aan.
Let op: gebruik instrumenten met een glad
oppervlak bij het hanteren van de katheter. Wanneer
er geen instrumenten met een glad oppervlak
worden gebruikt, kan dit sneeën of scheuren
veroorzaken.
14.Voer het tunnelinstrument (A) en de katheter (B)
onderhuids vanaf de tweede incisie omhoog en
naar buiten door de eerste incisie bij de
inbrengplaats van de voerdraad. (Afbeelding 4)
Blijf de katheter door de tunnel trekken totdat de
polyester manchet in de tunnel ligt, ongeveer
1 cm (C) bij de tweede incisie vandaan.
(Afbeelding 5) Koppel het tunnelinstrument los
van de katheter.
Opmerking: Als de manchet verder in de tunnel
wordt opgevoerd, kan dit latere verwijdering van de
katheter bemoeilijken.
15.Schroef de 16 Fr peel-away-introducersheath
over de voerdraad in de pleurale holte.
16.Verwijder de voerdraad en dilatator als één
geheel en houd de 16 Fr peel-away-
introducersheath op zijn plaats.
Let op: Plaats een duim op het uiteinde van de
sheath terwijl de dilatator verwijderd wordt om
binnenstromen van lucht in de pleurale holte te
vermijden. Pas op dat de sheath niet buigt of knikt.
Schade aan de sheath kan doorgang van de katheter
voorkomen.
17.Breng het gefenestreerde uiteinde van de
katheter in de sheath en voer de katheter op
totdat alle fenestraties zich binnen de pleurale
holten bevinden. Dit kan onder doorlichting
gecontroleerd worden, aangezien de fenestraties
zich langs de bariumsulfaatstreep bevinden.
18.Trek de sheath weg terwijl u ervoor zorgt dat de
katheter op zijn plaats blijft. Pas de katheter zo
aan dat deze vlak en zonder knikken in de tunnel
ligt.
Let op: Gebruik geen tang op de introducer om de
handgreep te breken en/of de sheath weg te trekken.
19.Sluit de incisie bij de inbrengplaats van de
voerdraad.
20.Sluit de incisieplaats rond de katheter en hecht
de katheter aan de huid, waarbij u ervoor oppast
dat u de diameter van de katheter niet verkleint.
Deze hechting dient minstens op zijn plaats te
blijven totdat er weefselingroei rond de manchet
optreedt.
Let op: Wees voorzichtig bij het plaatsen van
ligaturen om snijden of verstoppen van de katheter
te vermijden.
Opmerking: Na het hechten kan Dermabond™ lokaal
huidhechtmiddel (niet meegeleverd) worden
aangebracht over de inbrengplaats van de voerdraad
en de uitgangsplaats van de katheter. Dit
hechtmiddel kan lekken helpen voorkomen doordat
het wondsluiting bevordert. Neem de door fabrikant
geleverde gebruiksinstructies in acht.
Procedure voor draineren
De drainageprocedure kan worden uitgevoerd met
gebruik van:
a) PleurX™-vacuümfles(sen)
b) Vergrendelbare drainagelijn met glazen
vacuümfles(sen) of wandzuiging.
Raadpleeg de gebruikershandleiding bij de PleurX™-
drainagelijn om de drainage uit te voeren met
gebruik van (een) PleurX™-vacuümfles(sen).
Let op: Als er te snel te veel vocht wordt verwijderd,
kan re-expansie van een longoedeem optreden.
Daarom wordt aanbevolen de eerste drainage te
beperken tot 1500 ml. Het verwijderde pleurale
vochtvolume dient te worden gebaseerd op de
status van de individuele patiënt.
Let op: Mogelijke complicaties van toegang en
drainage van de pleurale holte zijn onder meer, maar
niet beperkt tot: re-expansie van een longoedeem,
pneumothorax, scheuren van long of lever,
hypotensie/circulatoire collaps, wondinfectie,
empyeem en infectie in de pleurale holte.
38

Publicidad

loading