Vul- En Hercirculatieprocedure - dideco KIDS D100 Instrucciones Para El Uso

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 31
ONTLUCHTINGSAANSLUITING RESERVOIR: Verwijder de gele dop van de
ontluchtingsaansluiting van het reservoir (ref. 16).
Versie [B], GESLOTEN SYSTEEM (fig 2)
VENEUZE LIJN: het is mogelijk een veneuze lijn van 3/16" of 1/4" aan te sluiten
op de connector op het veneus reservoir aangeduid met "VENOUS RETURN"
(ref. 12).
CARDIOTOMIELIJN: het is mogelijk de cardiotomielijn 1/4" of 3/16" aan te
sluiten op de connector van het inklapbaar veneus reservoir aangeduid met
"CARDIOTOMY RETURN" (ref. 14).
De lijn die de cardiotomie verbindt met het veneus reservoir moet een U-vormige
afsluiter die minstens 5 cm onder het veneus reservoir uitsteekt, zodat de U
voorkomt dat lucht van de cardiotomie in het veneus reservoir komt.
De cardiotomie moet makkelijk opgetild of neergelaten kunnen worden voor
aanpassingen van de hemodynamische toestand.
ARTERIËLE LIJN: verwijder de rode dop van de arteriële uitlaataansluiting van
de oxygenator (ref. 2) om een 3/16"-lijn aan te sluiten.
POMPLIJN: de pomplus moet aangesloten worden tussen de uitlaataansluiting
van het veneus reservoir (ref. 13) en de veneuze inlaatconnector van de
oxygenator (ref. 1) door altijd rekening te houden met de draairichting van de
hoofdpomp.
AFTAPLIJN VENEUS RESERVOIR: verwijder de beschermdop en sluit de
mannelijke lueraansluiting van de aftaplijn van het inklapbaar veneus reservoir
(ref. 15) aan op de vrouwelijke luerconnector gesitueerd op een van de
aanzuiglijnen (deze aansluiting moet gebeuren aan de "negatieve druk"-zijde van
de lijn).
Versie [C], OXYGENATIEMODULE (fig. 3)
ARTERIËLE LIJN: verwijder de rode dop van de arteriële uitlaataansluiting van
de oxygenator (ref. 2) om een 3/16"-lijn aan te sluiten.
POMPLIJN: de pomplus moet tussen de uitlaataansluiting van het veneus
reservoir en de veneuze inlaataansluiting van de oxygenator (ref. 1) worden
aangesloten, door altijd rekening te houden met de draairichting van de
hoofdpomp.
OXYGENATIEMODULE
AFTAP-/RECIRCULATIELIJN:
beschermdop en sluit de mannelijke leurconnector (ref. 7) aan op een vrouwelijke
luerinlaatconnector met filter op de cardiotomiesectie van het veneus reservoir.
VENEUZE AFNAMELIJN: verwijder de beschermdop en sluit de mannelijke
lueraansluiting van de veneuze afnamelijn aan op de luer van de veneuze
afnameplaats op het reservoir, gebruikt in combinatie.
6) AFNAMESYSTEEM
D100 KIDS wordt geleverd met een vooraangesloten afnamesysteem. Het
afnamesysteem moet bevestigd worden op zijn houder (D 712). De afnamelijnen
zorgen ervoor dat het afnameverdeelstuk gepositioneerd kan worden binnen een
bereik van ongeveer 1 meter.
De lueraansluiting van de arteriële afnameplaats is niet van een
eenrichtingsklep voorzien. Controleer of er een eenrichtingsklep op de
afnamelijn aanwezig is om te voorkomen dat per ongeluk lucht in de
arteriële lijn binnendringt.
7) DE TEMPERATUURVOELERS AANSLUITEN
Gebruik SORIN GROUP temperatuurvoelers of gelijkwaardig.
De aansluiting voor de arteriële temperatuurvoeler (fig. 1, ref. 5) bevindt zich
naast de arteriële uitlaat.
Versie [A], OPEN SYSTEEM:
de voeler van de veneuze afnameplaats (fig. 1, ref. 14) bevindt zich op de
veneuze inlaataansluiting van het reservoir.
8) DE KRAAN VAN DE RECIRCULATIE-/AFTAPLIJN SLUITEN
Sluit de klem op de recirculatie-aftaplijn (fig. 1, ref. 7) tussen de
oxygenatiemodule en het veneus reservoir, vooraleer te vullen.
9) AANSLUITING VAN DE GASLIJN
Haal het groene kapje van de gasinlaataansluiting die met "GAS INLET"
aangeduid is (fig. 1, ref. 3) en sluit de 1/4"-gaslijn aan. Het gas moet toegevoerd
worden door een speciale lucht-/zuurstofmenger zoals de Sechrist(verkrijgbaar
bij SORIN GROUP) of een systeem dat soortgelijke technische eigenschappen
heeft. Een capnograaf kan aangesloten worden op de "GAS ESCAPE"-
aansluiting (fig. 1-2-3, ref. 4).
10) DAMPFFÖRMIGE ANÄSTHETIKA
Der Oxygenator ist für den Gebrauch mit den volatilen Anästhetika Isofluran und
Sevofluran mittels eines geeigneten Narkosegasverdampers geeignet.
Wenn diese dampfförmigen Anästhetika verwendet werden, müssen einige
Methoden zum Spülen des Gases aus dem Oxygenator beachtet werden.
Das Protokoll, die Konzentration und die Überwachung des dem Patienten
zugeführten Anästhesiegases unterliegen der alleinigen Verantwortung des
behandelnden Arztes.
Die einzigen für diesen Gebrauch geeigneten volatilen Anästhetika sind
Isofluran und Sevofluran.
Die zum Spülen des dampfförmigen Anästhesiegases verwendeten
Methoden dürfen in keinem Fall das Druckniveau in den Oxygenatorfasern
erhöhen oder senken.
- Het "GAS ESCAPE"-systeem is vervaardigd met het doel om elk mogelijk
verstoppingsrisico van de gasuitlaat te vermijden; indien de gasuitlaat
namelijk verstopt zou raken zou er onmiddellijk lucht in het
bloedcompartiment terechtkomen.
- Om geen enkele reden mag de externe toegangsopening van de
ontluchtingsklep afgedicht worden (fig. 1-2-3, ref. 4).
- SORIN
luchtbelopvangsysteem of een filter op de arteriële lijn om het risico een
embolie bij de patiënt te veroorzaken te vermijden.
F. VUL- EN RECIRCULATIEPROCEDURE
Gebruik geen vuloplossingen op alcoholbasis: hierdoor kan de goede
werking van de oxygenatiemodule aangetast worden.
1) DE GASFLOW UITGESCHAKELD HOUDEN
2) DE RECIRCULATIE-/AFTAPLIJN VAN DE OXYGENATOR
GESLOTEN HOUDEN
Controleer of de klem op de recirculatie-/aftaplijn van de oxygenator gesloten is.
3) HET VOLUME VAN HET VENEUS RESERVOIR BEPALEN
(fig.2)
Versie [B], alleen
verwijder
de
Bepaal het gewenst volume met behulp van de inklapbare reservoirknijper (ref.
16).
4) ISOLEER HET VENEUS RESERVOIR VAN DE
OXYGENATIEMODULE
Sluit de cardiotomie-uitgangslijn (Versie [B] alleen), de veneuze retourlijn, de
uitgangslijn van het veneus reservoir en de arteriële uitgangslijn van de
oxygenator af.
5) CONTROLE VAN DE WARMTEWISSELAAR
Controleer nogmaals of de warmtewisselaar intact is en ga in het bijzonder de
aanwezigheid van waterlekken na
6) HET VENEUS RESERVOIR/ CARDIOTOMIE VULLEN
Versie [A] en [C] indien in OPEN SYSTEEM-configuratie
Borg alle aanzuiglijnen die op het cardiotomiereservoir zijn aangesloten met
veiligheidsbandjes. Vul het cardiotomiereservoir met voldoende vloeistof om er
zeker van te zijn dat de bedoelde hematocriet wordt verkregen, waarbij
u rekening moet houden met het volgende:
- het statische vulvolume van de oxygenator bedraagt 31 ml;
- de slang van 3/16" heeft een volumecapaciteit van 19 ml/m;
- de slang van 1/4" heeft een volumecapaciteit van 32 ml/m.
Versie [B] en [C] indien in GESLOTEN SYSTEEM-configuratie
Borg alle aanzuiglijnen die op het cardiotomiereservoir zijn aangesloten met
veiligheidsbandjes Vul het cardiotomiereservoir met voldoende vloeistof om er
zeker van te zijn dat de bedoelde hematocriet wordt verkregen, waarbij
u rekening moet houden met het volgende:
- het statische vulvolume van de oxygenator bedraagt 31 ml;
- de inhoud van het ingebouwd inklapbaar veneus reservoir varieert van
minimum 25 tot maximum 90 ml;
- de slang van 3/16" heeft een volumecapaciteit van 19 ml/m;
- de slang van 1/4" heeft een volumecapaciteit van 32 ml/m.
7) VULPROCEDURE OXYGENATOR EN CIRCUIT
De druk in het bloedcompartiment van de oxygenatiemodule mag de 100
kPa (1 bar / 14 psi) niet overschrijden.
VERSIE [B] en [C] indien in GESLOTEN SYSTEEM-configuratie
Haal de klem van de cardiotomie-uitgangslijn.
De vuloplossing stroomt naar het inklapbaar veneus reservoir. De lucht in het
inklapbaar veneus reservoir wordt automatisch afgevoerd uit de aftaplijn die
geplaatst wordt boven op het reservoir, door inschakeling van de aanzuigpomp.
De druk in het bloedcompartiment van het inklapbaar veneus reservoir mag
de 13 kPa (0,13 bar / 1,9 psi) niet overschrijden.
Alle versies
NL - NEDERLANDS
GROUP
ITALIA
adviseert
het
gebruik
van
een
51

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido