Veiligheidsinformatie
Uitval van het hulpmiddel. Stimulatoren kunnen elk moment uitvallen als gevolg van
willekeurige storingen van de onderdelen, slechte batterijwerking of breuk van een lead. Als het
hulpmiddel niet meer werkt, dan schakelt u de stimulator uit en neemt u contact op met uw arts
om het systeem te laten controleren.
Bedrijfstemperatuur. De bedrijfstemperatuur van de teststimulator, afstandsbediening en
programmeerzender bedraagt 5–40 °C (41–104 °F).
Opslag, behandeling en transport. Stel de afstandsbediening niet bloot aan extreem hoge of
lage temperaturen. Laat de hulpmiddelen niet gedurende langere perioden in uw auto of buiten
achter. De gevoelige elektronica kan beschadigd raken door extreme temperaturen, met name
grote hitte.
De Precision Novi-IPG gaat in de opslagmodus als de temperatuur daalt tot onder de 8 °C.
Wanneer de IPG in opslagmodus is, maakt deze geen verbinding met een afstandsbediening of
de Clinician Programmer. Om de IPG weer uit de opslagmodus te krijgen moet de temperatuur
ervan stijgen tot boven de 8 °C.
Als de afstandsbediening langere tijd zonder batterijen moet worden opgeslagen, zorg dan voor
een opslagtemperatuur tussen -20 en 60 °C (-4 en 140 °F).
Behandel de uitwendige onderdelen en accessoires van het systeem met zorg. Laat ze niet
vallen en dompel ze niet onder in water. Hoewel betrouwbaarheidstests zijn uitgevoerd om de
productiekwaliteit en hoogwaardige prestaties te garanderen, kunnen deze onderdelen blijvend
beschadigd raken wanneer u hulpmiddelen op harde oppervlakken of in water laat vallen of
deze ruw behandelt. (Zie "Beperkte garantie".)
Weggooien van onderdelen. Gooi de afstandsbediening niet in vuur. De batterijen in dit
hulpmiddel kunnen in vuur ontploffen. Lever gebruikte batterijen in volgens de plaatselijke
voorschriften. In geval van crematie moet de IPG worden verwijderd en teruggestuurd naar
Boston Scientific. Externe apparatuur dient te worden afgevoerd in overeenstemming met de
lokale voorschriften. Neem hiervoor contact op met uw behandelende specialist.
Reiniging van afstandsbediening en zender. De afstandsbediening en de
programmeerzender kunnen worden gereinigd met een licht bevochtigde doek of tissue met
een mild reinigingsmiddel. Zeepresten dienen met een licht met water bevochtigde doek te
worden verwijderd. Gebruik voor het reinigen geen schurende reinigingsmiddelen. Reinig de
accessoires niet wanneer ze direct of indirect zijn verbonden met een stopcontact.
Mobiele telefoons en andere draagbare RF-communicatieapparatuur. Interferentie
veroorzaakt door mobiele telefoons wordt niet verwacht, maar het volledige effect van de
interactie met mobiele telefoons is op dit moment onbekend. Patiënten moeten worden
geïnstrueerd dat draagbare RF-communicatieapparatuur (bijvoorbeeld mobiele telefoons) op
een minimale afstand van 15 cm (6 inch) van het gebied van het geïmplanteerde apparaat
moet worden gehouden. Als er toch storing optreedt, moet de mobiele telefoon uit de buurt
van de stimulator worden gehaald of moet de mobiele telefoon worden uitgezet. In geval van
problemen dienen patiënten contact op te nemen met hun arts.
Precision Novi™-systeem Informatie voor voorschrijvers
90962628-03
119 van 445